Charles van Kinsbergen was daar, zo vertelde zij, fel op tegen. Hij wilde in zijn omgeving geen zieke vrouwen en de daaraan mogelijk gekoppelde problemen.
‘Na een fikse ruzie over dit onderwerp verliet Katja Charles van Kinsbergen. Ze nam haar intrek in een hotelletje in de binnenstad van Amsterdam en verdiende als animeermeisje voldoende om haar zieke zuster te laten overkomen. Kort daarna leerde ze Klaas van het Hogereinde kennen, trouwde met hem en verhuisde van Amsterdam naar Schermerhorn.’
Fred Prins gebaarde.
‘En Anuschka?’
‘Die bleef in dat hotelletje. Ik weet niet wat voor plannen Katja met haar had. Ik denk dat zij haar in Nederland hield om wegen te zoeken voor een medische behandeling.
‘Toen Charles van Kinsbergen erachter kwam dat Katja toch haar zieke zuster had laten overkomen, was hij woedend en gaf Mooie Richard opdracht om Anuschka te ontvoeren en in zijn woning aan de Oude Schans op te sluiten.
‘Katja, in nood, zocht vanuit Schermerhorn contact met Albert Versteegh en overlegde met hem over wat haar te doen stond.
‘De ex-rechercheur adviseerde haar om Charles van Kinsbergen onder druk te zetten met het dreigement dat zij de politie over zijn activiteiten zou inlichten als hij haar zuster niet vrijliet.’
Vledder schudde afkeurend zijn hoofd.
‘Een gevaarlijk advies.’
De Cock knikte.
‘Het werd haar doodvonnis. Onder het voorwendsel dat hij Anuschka aan een medische behandeling zou helpen, lokte hij Katja uit het veilige Schermerhorn.’
Vledder fronste zijn wenkbrauwen.
‘Wist Charles van Kinsbergen dat Katja bij Klaas van het Hogereinde in Schermerhorn verbleef?’
De Cock knikte.
‘Ik denk dat Mooie Richard in opdracht van Charles van Kinsbergen zuster Anuschka over de verblijfplaats van Katja heeft uitgehoord. Er moet telefonisch contact zijn geweest tussen haar en Van Kinsbergen.’
Vledder spreidde zijn beide handen.
‘Waarom ging Katja Solarsky in de Oude Nieuwstraat als hoer bij Annelies de Groot zitten?’
De Cock schoof zijn onderlip naar voren.
‘Ik vermoed dat Charles van Kinsbergen haar wilde vernederen en prostitutie als voorwaarde heeft gesteld om Anuschka te helpen.’
Vledder snoof.
‘Een ploert.’
Het kwam uit de grond van zijn hart.
De Cock trok zijn gezicht strak.
‘We weten wat er met Katja is gebeurd,’ sprak hij somber. ‘In een zwarte sedan, die door Mooie Richard werd bestuurd, wachtte Charles van Kinsbergen haar op en maaide haar met een pistoolmitrailleur… een door hemzelf uit het oosten gesmokkelde Kalashnikov… bij het Korenmetershuisje neer.’
Fred Prins grijnsde.
‘Zo werden jullie bij de zaak betrokken.’
De Cock liet zijn hoofd zakken. De herinneringen aan de dode vrouw, liggend tegen de muur van het oude Korenmetershuisje, stonden de grijze speurder nog scherp voor de geest.
‘Charles van Kinsbergen,’ ging hij verder, ‘wist niet hoeveel bewijsmateriaal Albert Versteegh tegen hem had verzameld. Hij wist ook niet wat Albert Versteegh aan directeur Scheltema had gerapporteerd.’
Vledder zwaaide.
‘Waarom dook Albert Versteegh onder?’
De Cock stak zijn beide handen met gespreide vingers vooruit.
‘Angst… pure angst. Toen Albert Versteegh van de moord op Katja Solarsky hoorde, besefte hij hoe meedogenloos zijn tegenstander was. Ik ben er ook van overtuigd, dat Charles van Kinsbergen toen al het plan had om onze oud-collega om te brengen.
‘Om Albert Versteegh onder druk te houden, greep Charles van Kinsbergen opnieuw naar het middel van de ontvoering.’
Mevrouw De Cock zuchtte.
‘De zoon van Geert en Marjan.’
De Cock pakte de fles cognac vanonder het bijzettafeltje en schonk nog eens in. De uiteenzetting had hem zichtbaar vermoeid.
‘Wanneer ik de zaak achteraf overzie,’ ging hij traag verder, ‘dan heeft Charles van Kinsbergen nooit vermoed, dat Geert Dijke en Albert Versteegh in de zaak tegen hem samenwerkten. De ontvoering van de zoon van Geert en Marjan was gericht tegen Albert Versteegh en tegen hem alleen. Eenieder in het bedrijf wist dat Albert Versteegh bijzonder op zijn oudste kleinzoon was gesteld. Hij liep altijd trots met foto’s van dat joch rond.’
Vledder wenkte om aandacht.
‘Waarom gaf Geert Dijke directeur Scheltema het advies om Charles van Kinsbergen bij ons aangifte te laten doen van de vermissing van Albert Versteegh?’
De Cock glimlachte.
‘Geert Dijke droeg dezelfde wetenschap met zich mee als zijn schoonvader… Van Kinsbergen was een bendeleider en de meedogenloze moordenaar van Katja Anna Solarsky. Hij wilde dat wij kennis met hem zouden maken en hoopte dat wij iets aan hem zouden merken.’
Vledder grinnikte.
‘Een kinderlijke gedachte.’
De Cock maakte een afwerend gebaar.
‘Je moet wel beseffen dat Albert Versteegh en Geert Dijke door de ontvoering van hun zoon en kleinzoon in een uiterst benarde positie waren gemanoeuvreerd.’ De oude rechercheur grinnikte. ‘Ik denk dat zij ons meer geestelijke gaven hebben toegedacht dan waarover wij beschikken.’
Fred Prins boog zich iets naar voren.
‘Was Van Kinsbergen ook de man die in Huizen directeur Scheltema en zijn hond doodschoot?’
De Cock knikte.
‘Onderzoek heeft uitgewezen dat Scheltema en zijn hond zijn vermoord met hetzelfde wapen als waarmee Katja Anna Solarsky werd omgebracht. Ik heb nog geen uitslag van het onderzoek naar de kogels uit het lichaam van Mooie Richard.’ De grijze speurder schudde zijn hoofd. ‘Ik heb geen twijfels.’
Fred Prins gebaarde voor zich uit.
‘Dat was ook het werk van Charles van Kinsbergen?’
‘Zeker.’
Mevrouw De Cock verschoof iets in haar fauteuil.
‘Hoe is het nu met Appie,’ vroeg ze bezorgd, ‘de zoon van Geert Dijke en Marjan.’
De Cock lachte.
‘Appie eet weer elke morgen boterhammen met pindakaas.’ Zijn gezicht versomberde. ‘Marjan is in een paar dagen tijd zeker vijftien pond afgevallen. De ontvoering van haar zoon heeft haar erg aangegrepen. Geert en Marjan hebben Appie voor alle zekerheid uitgebreid laten onderzoeken. Naar het schijnt heeft de jongen geen nadelige gevolgen aan zijn avontuur overgehouden.’
De Cock leunde achterover in zijn fauteuil. Zijn blik gleed over de gezichten van Dick Vledder en Fred Prins. Er waren geen vragen meer en het gesprek werd algemener.
De grijze speurder schonk nog eens in en mevrouw De Cock deelde lekkernijen rond.
Toen vrij laat de beide jonge rechercheurs waren vertrokken, schoof ze een poef bij en ging tegenover haar man zitten.
‘Hoe gaat het nu met Anuschka op de boerderij in Schermerhorn?’
De Cock glimlachte.
‘Wel goed, dacht ik. Dankzij de kruiden die Klaas van het Hogereinde haar toedient fleurt ze aardig op. Hij heeft ook een schoolbord voor haar gekocht.’
Mevrouw De Cock keek haar man verwonderd aan.
‘Een schoolbord?’
De Cock knikte.
‘Klaas wijst Anuschka voorwerpen aan… een stoel bijvoorbeeld. Dan schrijft zij op het bord hoe dat in haar taal wordt geschreven en uitgesproken. Klaas doet dan hetzelfde in het Nederlands.’
Mevrouw De Cock lachte.
‘En wanneer zijn ze aan abstracte begrippen toe?’
‘Abstracte begrippen?’
Mevrouw De Cock knikte.
‘Liefde… bijvoorbeeld.’
De oude rechercheur keek haar schattend aan.
‘Is liefde een abstract begrip?’
‘Absoluut.’
Op het gezicht van De Cock kwam een zoete grijns.
‘Ik denk,’ sprak hij gniffelend, ‘dat zelfs Klaas van het Hogereinde weet hoe je twee hartjes moet tekenen… met een pijl erdoor.’