‘Na de moord vorig jaar op Van Ravenstein heeft hij de leiding overgenomen.’
De Cock fronste zijn wenkbrauwen.
‘Van Ravenstein was de aanvankelijke leider?’
Pieter Valenkamp klemde zijn lippen op elkaar, en zei bijna onhoorbaar:
‘Inderdaad. En het zou mij niets verbazen als Van Beuningen de man is die de moord op Van Ravenstein heeft beraamd.’
‘En door een ander heeft laten uitvoeren?’
Pieter Valenkamp grijnsde.
‘Wat kan je verwachten. die vette patser maakt zelf zijn handen niet vuil.’
De Cock gebaarde in zijn richting.
‘Bestonden er tegenstellingen, conflicten. spanningen?’
Pieter Valenkamp trok zijn gezicht in een ernstige plooi.
‘Er gingen vorig jaar in het voorjaar al geruchten over een op handen zijnde afrekening. Ze kwamen nog wel regelmatig in het hotel bijeen, maar het boterde al geruime tijd niet tussen Arnold van Beuningen, Van Ravenstein, Teijsterling en Donkersloot.’
De Cock kwam met een ruk naar voren.
‘Donkersloot, zegt u?’
Pieter Valenkamp knikte.
‘Donkersloot. hij was een van hen.’
Het duurde enige seconden voor De Cock de mededeling had verwerkt. Het was uiteraard een redelijke verklaring voor de vele bezoeken die Hendrik-Pieter Donkersloot aan Amsterdam en de Poort van Eden bracht. Toch schokte hem de gedachte, dat Donkersloot een vooraanstaand lid was van een misdaadsyndicaat. Die indruk had hij niet en dat gevoel was nooit bij hem opgekomen. zelfs niet nadat Smalle Lowietje hem had verteld welke reputatie de Poort van Eden genoot. ‘Is die Donkersloot dood?’ vroeg hij verward en totaal overbodig.
Pieter Valenkamp knikte.
‘Een acute hartstilstand. heb ik gehoord.’ De bedrijfsleider gebaarde beschaamd. ‘Het klinkt uit mijn mond misschien wat vreemd, maar zijn plotselinge dood deed mij toch een beetje verdriet. Van dat gore stelletje was die Donkersloot verreweg de aardigste man. altijd vriendelijk, belangstellend. had voor eenieder een goed woord. Ik heb nooit begrepen waarom zo’n man zich met die smerige handel inliet.’ Er gleed een glimlach over het gezicht van Pieter Valenkamp. ‘Wilt u geloven dat ik eens op het punt heb gestaan om hem dat te vragen?’
‘Het intrigeerde u?’
‘Precies, dat is het goede woord. Het paste gewoon niet bij die man.’
De Cock boog zich iets naar voren.
‘Hebt u enig idee, waardoor de tegenstellingen in de groep zijn ontstaan?’
Pieter Valenkamp maakte een schouderbeweging.
‘De besprekingen, die de heren met elkaar voerden, waren uiteraard geheim. Daar werd ik niet bij toegelaten. Maar als de heren moesten worden bediend, dan deed ik dat. En dan ik ving wel eens wat op.’
‘Zoals?’
‘Dat Donkersloot het plan had om zich uit de groep terug te trekken.’
‘En dat stonden de anderen niet toe?’
Op het gezicht van Pieter Valenkamp kwam een pijnlijke trek.
‘Dat weet ik niet,’ antwoordde hij. ‘Dat is mij nooit helemaal duidelijk geworden. Maar er slopen zekere spanningen in de groep. Vooral Van Ravenstein en Teijsterling hadden het nogal eens met elkaar aan de stok. met Donkersloot als een sussende vredestichter. Het leek alsof men elkaar niet meer vertrouwde. of er sprake was van onderling bedrog. Voor mij was de moord op Van Ravenstein dan ook geen verrassing.’
De Cock knikte instemmend.
‘Ik begrijp het. U had een dergelijke uitbarsting verwacht.’
Pieter Valenkamp beaamde het vreugdeloos.
‘Het moest er een keer van komen. Arnold van Beuningen zal wel weer een van zijn befaamde menu’s hebben samengesteld.’
De Cock keek hem vol onbegrip aan.
‘Menu’s?’
Pieter Valenkamp knikte.
‘Normaal stelt onze kok de menu’s samen, meestal in overleg met mij en met Van Beuningen. Maar soms doet Arnold van Beuningen dat alleen. Dan komen er uitgebreide menu’s op de kaart, ingewikkelde menu’s met vele gangen.’
De Cock keek de bedrijfsleider hoofdschuddend aan.
‘Ik. eh,’ sprak hij onzeker. ‘Ik begrijp het, eerlijk gezegd, nog niet.’
Pieter Valenkamp glimlachte.
‘Ik weet niet precies hoe het gaat,’ sprak hij weifelend. ‘Het is mij nooit verteld. Ik ken ook de code niet. Ik weet alleen dat geen enkel lid van de groep financiers ooit een persoonlijk contact had met de werkelijke handelaren in drugs. met de koeriers. met de mensen die werkelijk risico’s lopen. Ik neem zelfs aan dat de dames en heren elkaar niet eens kennen. Volgens mij worden de opdrachten doorgegeven via de menukaart van het restaurant.’
De Cock keek de bedrijfsleider met open mond aan.
‘Via de menukaart. open en bloot?’
Pieter Valenkamp knikte.
‘Als men de code kent. weet welke boodschap het ingewikkelde menu verbergt.’
De Cock ademde diep.
‘En eenieder die de code kent,’ formuleerde hij bedachtzaam, ‘kan van zo’n menukaart lezen wat hem te doen staat. wat de financieel krachtige heren van hem verlangen?’
‘Zo is het.’
De Cock wreef peinzend over zijn brede kin. Daarna strekte hij zijn hand naar de bedrijfsleider uit.
‘En u denkt,’ vroeg hij gespannen, ‘dat Arnold van Beuningen zijn opdracht tot de moord op Frederik van Ravenstein via zo’n gecodeerde menukaart heeft overgebracht?’
Pieter Valenkamp trok zijn gezicht strak.
‘Dat denk ik, ja.’
De Cock sloot even zijn ogen van verbijstering.
‘Moord,’ sprak hij zacht en zijn stem trilde een beetje. ‘Moord à la carte.’
7
Toen Pieter Valenkamp was vertrokken, viel er een diepe stilte. De Cock had de bedrijfsleider aangeraden om in de Poort van Eden gewoon zijn werk te blijven doen en vooral niets te laten blijken van de achterdocht die hij jegens zijn directeur koesterde. De grijze speurder achtte het gevaar niet denkbeeldig, dat een moordzuchtige Arnold van Beuningen met vergaande rancunemaatregelen zou komen. In het wereldje van de handel in drugs was een mensenleven nauwelijks in tel. Doodvonnissen werden lichtvaardig uitgesproken en uitgevoerd. Liquidatie noemde men dat.
De Cock zette zijn beide ellebogen steunend op het bureau en liet zijn hoofd in het kommetje van zijn handen rusten. De ontwikkeling zinde hem niet en hij overwoog om al zijn wetenschap over de affaire over te dragen aan de narcoticabrigade en zich volledig uit de zaak terug te trekken. Maar iets hield hem tegen. een vreemd gevoel van onbehagen. een vaag besef, dat de kern van de zaak toch niet in de Amsterdamse Poort van Eden lag, maar in een oud verlaten herenhuis aan een deftige laan in Rotterdam.
Het was Vledder die de stilte verbrak.
‘Je hebt Pieter Valenkamp de bekentenis van Donkersloot niet laten zien.’
De Cock schudde zijn hoofd.
‘Dat leek mij niet verstandig,’ legde hij uit. ‘Het is mijns inziens beter dat de bedrijfsleider voorlopig de gedachte blijft koesteren dat Van Beuningen de man was die de opdracht gaf om Frederik van Ravenstein te vermoorden. Dat houdt hem opmerkzaam. Daarom liet ik Pieter Valenkamp van de kaart alleen de voorkant zien. het menu. Ik was benieuwd of het een befaamd Arnold van Beuningen-menu was met een verborgen code.’
‘Dat was het niet.’
De Cock zuchtte.
‘Jammer. Volgens Pieter Valenkamp worden de kaarten, waarop een dergelijk gecompliceerd menu voorkomt, door Arnold van Beuningen de volgende dag onmiddellijk vernietigd. Ik hoop dat de bedrijfsleider zich aan zijn woord houdt en ons heel omzichtig zo’n exemplaar in handen probeert te spelen wanneer Arnold van Beuningen weer eens meent bijzondere opdrachten te moeten verstrekken.’
Vledder trok een denkrimpel in zijn voorhoofd.
‘Kunnen wij wat met zo’n kaart doen?’
De Cock haalde zijn schouders op.
‘Het is nogal vaag. Al heeft het er alle schijn van. we weten niet of de berichtgeving inderdaad via zo’n menukaart gebeurt. Valenkamp denkt dat. En misschien heeft hij gelijk. Maar bewijzen daarvoor hebben wij niet.’