'Wat was uw reactie?'
Het ronde gezicht van Lilian Kusters kleurde rood.
'Ik heb hem eerst zijn huid vol gescholden… gezegd dat hij nooit goed voor Hannelore had gezorgd, dat hij…'
De Cock onderbrak haar opnieuw.
'Had Hannelore zich daarover wel eens bij u beklaagd?'
'Nee.'
'Hoe… eh, hoe wist u dat dan? U had al jaren geen contact meer met haar.'
Lilian Kusters tikte met de toppen van haar vingers tegen haar borst.
'Dat voel je.'
De Cock knikte traag.
'Intuïtie,' sprak hij gelaten.
In zijn stem sloop een licht sarcasme.
De ogen van Lilian Kusters schoten vuur.
'Hannelore was niet zomaar een wildvreemde vrouw met wie ik geen enkele binding had. Ze was mijn zuster!'
De Cock negeerde de opmerking.
'Jean-Pierre vertelde u,' stelde hij kalm vast, 'dat Hannelore voor haar dood in behandeling was bij psychiater De Leeuw.' 'Ja.'
'Vertelde hij u ook wat haar klachten waren?'
Lilian Kusters grinnikte vreugdeloos.
'Hij sprak over haar geestelijke labiliteit.'
Het klonk smalend.
'Toen ik hem zei dat hij daar zelf schuld aan had, verbrak hij de verbinding.'
'Hebt u toen opnieuw contact met hem gezocht?'
Lilian Kusters reageerde furieus. In haar agitatie sloeg ze met haar arm het kopje van de rand van het bureau. Het viel naast het schoteltje kletterend in scherven.
'Ik was woest,' schreeuwde ze wild. 'Die schoft liet mij niet uitpraten. Ik ben in mijn autootje gestapt en ben naar Huizen gereden.'
'Naar Jean-Pierre?'
Lilian Kusters schudde haar hoofd.
'Naar de politie. Ik heb uitgelegd wie ik was. Ik heb hen gevraagd of zij de moordenaar van mijn zuster al hadden gevonden.'
Ze snoof verachtelijk.
'Ze zeiden mij dat ze nog geen resultaten hadden geboekt, maar dat het onderzoek nog in volle gang was. Ik heb hen toen gezegd dat ze niet verder behoefden te zoeken.'
De Cock keek haar verwonderd aan.
'Waarom niet?'
Lilian Kusters kneep haar lippen op elkaar.
'Ik weet wie haar heeft vermoord.'
De Cock liet zich in zijn stoel achteroverzakken en vouwde zijn handen. De oude rechercheur doorgrondde haar denkpatroon.
'Jean-Pierre de Brunetière?' vroeg hij rustig.
'Exact.'
De Cock knikte begrijpend.
'En vanmorgen las u in de krant van de moord op psychiater De Leeuw?'
Lilian Kusters keek naar hem op. Haar gezicht stond strak.
'Moet ik u nog zeggen,' siste ze, 'wie voor die moord verantwoordelijk is?'
De Cock keek haar onbewogen aan.
'Jean-Pierre de Brunetière?'
'Exact.'
'Waarom? Ik bedoeclass="underline" wat was zijn motief?'
Lilian Kusters strekte haar rechterarm naar hem uit.
'Psychiater De Leeuw wist door wie en waarom Hannelore werd vermoord. Hannelore had hem dat tijdens haar behandeling tevoren reeds verteld.'
De Cock reageerde niet direct. Secondenlang keek hij haar onderzoekend aan, registreerde elke expressie op haar rond gelaat.
'Intuïtie?'
Lilian Küsters schudde haar hoofd.
'Verstand… een koel, klaar en nuchter vrouwenverstand.'
10
Toen De Cock de volgende morgen na een verkwikkende nachtrust rond halftien opgewekt de grote recherchekamer binnenstapte, trof hij Vledder achter zijn elektronische schrijfmachine. Uitdagend, zijn benen iets uit elkaar, bleef de oude rechercheur zwijgend naast het bureau van de jonge rechercheur staan.
Vledder liet zijn rappe vingers even rusten.
'Wat is er?' vroeg hij verstoord.
'Ik mis jouw opmerking, dat ik te laat ben.'
Vledder keek hem misprijzend aan.
'Ik begin eraan te wennen,' sprak hij gelaten. 'Mijn opmerkingen helpen toch niet. Je bent onverbeterlijk… in elk opzicht.'
De Cock grijnsde breed.
'En dat wil ik blijven.'
Vledder duimde over zijn schouder.
'Commissaris Buitendam heeft al een paar maal naar je gevraagd.'
De jonge rechercheur grinnikte.
'Ook hij zal aan jouw variabele werktijden moeten wennen.'
De Cock grinnikte.
'Ik denk, dat hij tot aan zijn pensionering niet aan mij gewend raakt.'
'En daarna?'
De Cock plukte aan zijn neus.
'Hoop ik,' gniffelde hij, 'dat hij dierbare herinneringen aan mij bewaart.'
Vledder snoof.
'Dat kan ik mij nauwelijks voorstellen.'
De Cock wees naar de telefoon.
'Bel straks even met de recherche in Huizen… vraag of ze al enige vorderingen hebben gemaakt inzake hun onderzoek naar de moord op Hannelore de Brunetière… zeg hen, dat wij door de moord op psychiater Adriaan de Leeuw in Amsterdam belangstelling voor hun
zaak hebben gekregen.'
'Zal ik hen de relaties vertellen, zoals wij die zien… beiden gedood door een nekschot en de mogelijkheid… of de zekerheid, dat Hannelore de Brunetière een patiënt was van psychiater De Leeuw?'
De Cock knikte.
'Dat lijkt mij zinvol.'
'Zal ik hen ook het verhaal vertellen, dat Lilian Gottlieb ons gisteravond deed?'
De Cock tuitte zijn lippen.
'Men zal bij de recherche in Huizen inmiddels wel weten, dat zij haar zwager Jean-Pierre van moord verdenkt. De vraag is of men tijdens het onderzoek enige grond voor die verdenking heeft gevonden. Informeer eens. Wellicht dat de recherche in Huizen aanwijzingen heeft, die wij niet kennen. Dat verhaal van Lilian Gottlieb gisteravond zat vol luchtgaten. Ik was er niet kapot van.'
Vledder grinnikte.
'En dat liet je haar merken.'
De Cock trok zijn gezicht strak.
'Ik geloof in vrouwelijke intuïtie. Ik heb er ook altijd rekening mee gehouden, maar er zijn grenzen.'
'Zoals bij Lilian Gottlieb.'
De Cock negeerde de opmerking.
'Vraag of men er in Huizen bezwaar tegen heeft, dat wij Jean-Pierre de Brunetière verhoren. En wat mogelijk die bezwaren zijn. Ik wil hem niet zonder hun voorkennis benaderen.'
'Wil je zo'n verhoor vandaag nog doen?'
De Cock knikte.
'Zo gauw mogelijk.'
'En als de recherche in Huizen geen overwegende bezwaren heeft, zal ik dan met die Jean-Pierre de Brunetière een afspraak maken… zeggen dat wij komen?'
De Cock schudde zijn hoofd.
'Ik houd van verrassingen.'
De oude rechercheur liep van Vledder weg en hing zijn regenjas en hoedje aan de kapstok.
'Zat hem iets dwars?' riep hij van een afstand.
'Wie?'
'Buitendam.'
Vledder trok zijn schouders op.
'Hij leek mij niet uit zijn humeur.'
De jonge rechercheur stak waarschuwend zijn rechterwijsvinger omhoog. 'En verander daar nu eens niets aan.'
Commissaris Buitendam zwaaide joviaal ter begroeting.
'Ik zal niet aan je vragen,' sprak hij geaffecteerd, 'of je wilt gaan zitten, dat zoek je zelf maar uit.'
De Cock glimlachte.
'Ik blijf liever staan.'
'Zoals je wilt.'
De Cock boog zich iets naar voren.
'Ik hoorde van collega Vledder,' sprak hij beminnelijk, 'dat u belangstelling voor mij had.'
Commissaris Buitendam schudde zijn hoofd.
'Niet in de persoon De Cock,' corrigeerde hij, 'maar in jouw functie als rechercheur, belast met het onderzoek naar de moord op psychiater De Leeuw.'
De Cock liet zijn hoofd iets zakken.
'Daar was ik al bang voor,' sprak hij bedroefd.
Commissaris Buitendam wuifde de opmerking weg.
'Ik heb je enige dagen geleden al gemeld,' ging hij onverstoord verder, 'dat ook de BVD belangstelling voor die affaire heeft. Mij bereikte het verzoek om de resultaten van jouw onderzoek aan de BVD over te dragen.'
De Cocks gezicht betrok.
'In ruil waarvoor?'
Buitendam reageerde verrast.
'In ruil waarvoor?' herhaalde hij.