'Op de hebzucht,' proostte hij.
Mevrouw De Cock, feestelijk gekleed in een zalmkleurig lederen combinatie, bracht schalen vol lekkernijen en zette die op de ronde tafel. Daarna ging ze in de fauteuil naast die van haar man zitten.
'Hebzucht?' vroeg ze niet-begrijpend.
De Cock knikte.
'In de vele jaren die ik nu al in de misdaad handel, is mij gebleken, dat hebzucht mensen vaak tot moord brengt. De hang naar rijkdom… of de angst om rijkdom te verliezen… is de bron van veel kwaad.'
Vledder keek hem verbaasd aan.
'Moordde mevrouw De Leeuw uit hebzucht?'
De Cock nam een slok van zijn cognac.
'Ik noem haar liever Gottlieb… Gertrud Gottlieb, oudste dochter van Guiseppe Gottlieb, Zwitser, geboren in Niederweningen, niet ver van Zürich.'
'Guiseppe Gottlieb kreeg een gedegen opleiding, bekwaamde zich in het bankwezen en bereikte al op jonge leeftijd de functie van directeur. Toen hij dertig jaar was, trouwde hij met een Anne-Marie van Velzen, een Hollandse vrouw uit Haarlem. Zij schonk hem twee dochters… Gertrud en Lilian. Anne-Marie van Velzen werd niet oud. Ze stierf toen ze veertig jaar was aan kanker.'
Vledder interrumpeerde.
'Waar kwamen Mariska en Hannelore dan vandaan?'
De Cock lachte.
'Mijn verhaal is nog lang niet klaar.
Na enige jaren hertrouwde Guiseppe Gottlieb… opnieuw met een Hollandse vrouw… Henriëtte Hofstee.'
De oude rechercheur gebaarde naar Vledder.
'Daar kwamen Mariska en Hannelore vandaan. Henriëtte Hofstee was in Zürich… al voordat ze trouwde… lid van een kleine studiegroep, die zich bezighield met religie in het oude Egypte. Die groep stond onder leiding van Julian Schoten, een rijke Belgische arts. Toen hij de tijd daarvoor rijp achtte, stichtte hij de Zoekers van Osiris… een sekte, die nu wereldwijd is verspreid.'
Vledder zuchtte.
'Het echtpaar Guiseppe Gottlieb en Henriëtte Hofstee,' vulde hij aan, 'werd lid van de sekte en kreeg het Bloed van Isis in jade, genummerd negenendertig en veertig.'
Fred Prins keek verwonderd om zich heen.
'Wat is het Bloed van Isis?'
Vledder boog zich naar hem toe.
'Een amulet,' legde hij uit, 'die een ieder, die lid van de Zoekers van Osiris wordt, krijgt uitgereikt. Die amulet dient na de dood van het sektelid weer aan de Zoekers van Osiris te worden teruggegeven.'
Appie Keizer keek naar De Cock.
'Werden de kinderen van het echtpaar Gottlieb geen lid van de sekte?'
De oude rechercheur schudde zijn hoofd.
'Gertrud en Lilian gingen wel mee naar de bijeenkomsten. Ze raakten volkomen vertrouwd met de gewoonten en gebruiken van de Zoekers van Osiris. Ze kenden de leer en de gedachten van een ultieme loutering door de dood.'
Vledder vroeg om aandacht.
'Waarom verlieten ze Zürich?'
De Cock knikte.
'Dat heb ik Gertrud gevraagd. Volgens haar trok vader Guiseppe Gottlieb zich uit zaken terug. Hij had in de loop der jaren een aanzienlijk kapitaal vergaard en was een rijk man geworden.'
'Dat was toch geen reden om uit Zürich weg te gaan?'
De Cock schudde zijn hoofd.
'De directe aanleiding was de dood van Julian Schoten. Toen de oprichter van de Zoekers van Osiris stierf, werd zijn lijk naar België overgebracht en in Hove begraven. Daar was Julian Schoten geboren. Uit eerbetoon aan hun leider verhuisde Guiseppe Gottlieb met vrouw en kinderen naar België. Ze kochten een boerderij in Hove, onderhielden het graf van Julian Schoten en leidden een bescheiden boerenbestaan.'
Fred Prins grinnikte.
'Ik hoor nog niets van moord…'
De Cock wuifde de opmerking weg.
'Guiseppe Gottlieb,' ging hij verder, 'besprak alles met zijn beide oudste dochters… ook, dat hij en zijn vrouw het plan hadden opgevat om een groot deel van hun vermogen aan de sekte… aan de Zoekers van Osiris te vermaken.'
Mevrouw De Cock knikte begrijpend.
'Toen kwam de hebzucht.'
De oude rechercheur trok zijn gezicht strak.
'Gertrud en Lilian probeerden hun ouders tot andere gedachten te brengen. Dat lukte niet. Vader en moeder Gottlieb waren vastbesloten om met hun vermogen de Zoekers van Osiris te steunen.'
'Gertrud zocht naar een oplossing om dat te voorkomen. Van haar vader… bankdirecteur van oorsprong… had Gertrud enig begrip van het bankwezen verworven. Op een vrij eenvoudige wijze zag zij kans om een groot deel van het vermogen van haar ouders op haar naam over te hevelen naar een bank in Zwitserland. Gertrud en Lilian begrepen deksels goed dat het verduisteren van het kapitaal niet lang voor hun vader verborgen zou blijven. Volgens hen bestond er maar één uitweg… moord.'
Fred Prins keek De Cock verschrikt aan.
'Wat een tuig.'
De Cock knikte.
'Om de verdenking in de richting van de Zoekers van Osiris te leiden, besloten de zusters tot de dood door middel van een nekschot. Op deze wijze was in het verleden in Zwitserland al een sektelid op zijn eigen uitdrukkelijk verlangen tot een ultieme loutering overgegaan.'
'Gertrud wist waar haar vader een oude leger revolver bewaarde. Met behulp van Lilian lokte zij haar ouders naar de stal van hun boerderij en maakte hen met een nekschot af.' j
De Cock zweeg even en leunde achterover.
'Ik heb vanmiddag,' ging hij verder, 'een uitgebreid gesprek gehad met hoofdcommissaris Opdenbroecke in Antwerpen. Hij heeft op mijn verzoek de processen-verbaal van die oude moordzaak in Hove uit het stof gehaald. Het bleek, dat men destijds ook de daders van de moord op Guiseppe Gottlieb en zijn vrouw bij de Zoekers van Osiris heeft gezocht. Gertrud en Lilian zijn geen van beiden ooit verdacht geweest.'
Fred Prins boog zich iets naar voren.
'Wat is er van hen geworden?'
De Cock pakte zijn glas op en nam nog een slok van zijn cognac.
'Na de begrafenis van hun ouders reisden zij naar Zwitserland, haalden het geld van de bank en deelden dat. Beiden trouwden met een Hollander. Lilian Gottlieb met Henri-Martin Kusters, een nietsnut, die in een korte tijd een groot deel van haar vermogen verbraste.'
Vledder grinnikte.
'En Gertrud veranderde van naam… liet zich Geertruida Godefrood noemen en trouwde met Adriaan de Leeuw, een psychiater.'
De Cock knikte.
'Een zachtaardige man, die zij tijdens een skivakantie had leren kennen.'
Appie Keizer grijnsde.
'En ze leefden nog lang en gelukkig?'
De Cock schudde zijn hoofd.
'De twee jongste meisjes, Hannelore en Mariska, kwamen via vrienden van het echtpaar Gottlieb terecht bij een pleeggezin in Antwerpen. Over de tragische gebeurtenis in Hove werd nooit meer gesproken. De pleegouders lieten het zelfs voorkomen alsof Hannelore en Mariska de enige kinderen van het echtpaar
Gottlieb waren geweest. Over hun halfzusters Gertrud en Lilian werd nooit gesproken. Die twee waren ook totaal uit het zicht verdwenen en hebben nooit meer iets van zich laten horen.'
Mevrouw De Cock knikte.
'Dat begrijp ik best.'
Vledder vervolgde de uiteenzetting.
'Wat Gertrud en Lilian niet wisten,' ging hij verder, 'was dat de kleine Hannelore van de moord in de stal getuige was geweest. De kleine meid verdrong de gebeurtenis uit haar gedachten…'
De Cock knikte.
'… tot na bijna twintig jaar,' vulde hij aan, 'die dromen kwamen… angstdromen, waarin het gebeurde zich opnieuw afspeelde.'
De oude rechercheur streek met de toppen van zijn vingers over zijn voorhoofd.
'Noodlot… de oude Grieken bogen zich al over het begrip noodlot… dat ongrijpbare, dat mensenlevens onverwachte wendingen geeft. Hannelore, getrouwd met Jean-Pierre de Brunetière in Huizen, raadpleegde een arts… vertelde van haar nachtmerries… en de arts verwees haar naar de beste psychiater die hij kende… dokter Adriaan de Leeuw in Amsterdam.'