Выбрать главу

De Cock nam een pauze en zakte wat onderuit. De uitleg had hem vermoeid.

Vledder gebaarde nerveus in zijn richting.

‘Wanneer begon het werkelijk?’

De Cock zuchtte.

Ruim tweeënhalf jaar geleden stierf een door haat verteerde Michel de Coligny. Op zijn sterfbed liet hij zijn beide kinderen zweren dat aan hun vermoorde moeder alsnog gerechtigheid zou worden gedaan. De intelligente Paul deed zijn stervende vader een belofte en ging aan het werk.

‘Hij bespioneerde de families, merkte dat ze nog steeds contact met elkaar onderhielden en ontdekte dat Cynthe de Lamotte, de vrouw van Jean de Tournes, er de onvrouwelijke gewoonte op na hield zich steeds eender te kleden.’

Vledder lachte.

‘In een donkerbruin mantelpakje van grove tweed.’ De Cock knikte.

‘Hij maakte heimelijk foto’s van haar en imiteerde haar houding en gedrag. Om zijn toekomstige slachtoffers weerloos te maken, alvorens hen te wurgen, plantte hij in zijn tuin vingerhoedskruid en maakte van de bladeren extracten, die het zeer giftige digitaline opleverden. Dat gif injecteerde hij in bonbons en capsules van gelatine. Toen hij zijn plannen klaar had, kocht hij drie stenen urnen en plaatste die op het graf van zijn moeder.’ Fred Prins keek hem verwonderd aan.

‘Waarom?’

De Cock wuifde de vraag weg.

‘Paul ontdekte dat Stella Bernard in Enkhuizen een jacht had en een vriendje en dat zij voor haar reizen naar Enkhuizen meestal gebruik maakte van het spoor. Zijn op wraak beluste ziel jubelde. Op dezelfde plek waar zijn moeder stierf, zou ook Stella Bernard sterven. Paul de Coligny verkleedde zich als Cynthe de Lamotte. Tegen het einde van de treinreis zocht hij in een eersteklascoupé het gezelschap van Stella Bernard. Zijn zuster Louise had er inmiddels al voor gezorgd dat de conducteur in Zaandam was uitgeschakeld. Paul liet Stella een vergiftigde bonbon proeven. Toen ze weerloos was, wurgde hij haar met zijn sterke handen en trok haar kleren uit. Die deed hij in een valiesje dat hij bij zich had en hij verliet in Enkhuizen onopgemerkt de trein. Thuisgekomen verbrandde hij de kleren van Stella, verzamelde daarvan wat roet en as en deed dat de volgende dag, als een symbool van wraak en eerbetoon aan zijn moeder, in de eerste urn op haar graf.’

Jan Westerneng kwam met een ruk naar voren.

‘Die vent was gek.’

De Cock maakte een hulpeloos gebaar.

‘Paul de Coligny was bezete, werd gedreven door een obsessie. Aan zijn moeder zou alsnog gerechtigheid worden gedaan. ‘Na de moord op Stella Bernard hield hij zich geruime tijd rustig en bereidde zijn tweede moord voor… de moord op Lucienne la Croix.’

Jan Westerneng keek hem verwonderd aan.

‘Dat was toch Suzette de Tournes?’

De Cock knikte.

‘Dat was toeval. Ik heb dat vanmorgen al aan Vledder uitgelegd. De opzet was Lucienne la Croix. Het werd Suzette de Tournes, die, zoals wij vanmorgen hebben bemerkt, ook op zijn lijstje stond.’ Jan Westerneng boog zich weer naar voren.

‘Hoe reageerden die vaders… die moeders… je laat je kinderen toch niet zomaar afmaken?’

De Cock haalde diep adem.

‘Al bij de moord op Stella begrepen Richard Bernard, Jean de Tournes en Antoine la Croix, dat de daad een wraakactie was… een wraakactie, verband houdend met de moord op Mareille Lorraine. Ze zochten de moordenaar ook in de juiste hoek, bij Paul en Louise de Coligny. Maar ze waren alle drie bang voor hun reputatie. Voor alles wilden zij voorkomen dat die oude moord, waar zij bij betrokken waren, zou worden opgerakeld. Dus zwegen ze.’

‘Stom.’

De Cock knikte.

‘Een stomheid, waarop chantage welig bloeit. Alleen Jean de Tournes raakte van de kook. Toen hij van de moord op zijn dochter hoorde, reed hij in radeloze woede naar Utrecht. Hij kende het adres van Louise de Coligny en probeerde haar met zijn Mercedes dood te rijden. In tegenstelling tot hetgeen Louise mij destijds vertelde, had zij wel de man herkend, die haar naar het leven stond. Ze zweeg en loog, zoals alle lieden met wie wij met betrekking tot deze zaak in contact kwamen, logen en de ware toedracht verzwegen. Juist dat maakte het onderzoek in deze zaak zo moeilijk.

De aanslag op haar leven bracht Louise wel tot bezinning. Ze probeerde haar broer ertoe te brengen om van verdere wraakacties af te zien. Maar het besluit van Paul de Coligny stond vast: hij zou zijn wraakactie voltooien.

Louise was ten einde raad. Ze wilde niet langer meewerken en was bang voor de gevolgen. Ze verliet het ziekenhuis waar ze zich kwetsbaar voelde. Om mij op het juiste spoor te brengen, schreef ze een briefje met een verwijzing naar het graf van Mareille Lorraine. Ze deed dat briefje in een enveloppe met mijn naam erop en reisde naar Amsterdam. Ze bracht eerst een bezoek aan het revalidatiecentrum waar ze als fysiotherapeute werkte, en zegde haar betrekking op. Daarna reed ze met de tram naar de binnenstad, gaf aan een jochie een tientje met het verzoek om het briefje bij het politiebureau aan de Warmoesstraat af te geven. Inmiddels had die enveloppe uren in haar handtasje gelegen en was de geur van haar parfum aan het papier gaan hechten. Ik heb iets van een hond… ik ben gevoelig voor geur. Ik herkende haar parfum onmiddellijk. Nadat Vledder en ik op Zorgvlied de drie urnen op het graf van Mareille Lorraine hadden opgemerkt en wij hadden ontdekt dat twee van die urnen met as en roet waren gevuld, begon er iets bij mij te dagen. Ik moet toegeven… laat, veel te laat. Ik reed naar Utrecht, vond in de woning van Louise de oude schrijfmachine waarop het bewuste briefje was getypt, en wachtte op haar komst.

De halve nacht heb ik met haar zitten praten. Ze wilde niet tegen haar broer getuigen en dat begreep ik best. Ze kon zich ook op het verschoningsrecht beroepen. Ze wilde ook geen getuigenis afleggen tegen Jean de Tournes, die een aanslag op haar leven had gedaan. Ze vond dat de man door de dood van zijn dochter al voldoende was gestraft.

Ik begreep dat ik zonder de getuigenis van Louise vrijwel niets tegen Paul de Coligny kon ondernemen. Hij was altijd zeer zorgvuldig te werk gegaan. Hij had er altijd voor gewaakt vooral geen vingerafdrukken achter te laten. Ik achtte het vrijwel onmogelijk om tot een sluitende bewijsvoering tegen hem te komen. Ik had als een soort dwangmiddel Louise als medeplichtige kunnen arresteren. Maar daar voelde ik niets voor. Juist zij had mij de sleutel tot de oplossing aangedragen. Bovendien bleek mij uit het gehele onderhoud met Louise, dat Paul, hoe oud hij ook zou worden, nooit van de voltooiing van zijn wraakactie zou zijn af te brengen.

Louise en ik sloten een compromis. Ik schreef Paul een briefje dat ik alles wist en dat hij zich bij mij als dader zou moeten melden. Deed hij dat niet, dan zou hij vandaag door mij worden gearresteerd.’

Vledder knikte begrijpend.

‘Jij rekende erop dat Paul de Coligny alsnog zijn laatste wraakoefening zou uitvoeren.’

De Cock spreidde zijn beide handen.

‘De moordaanslag op Lucienne la Croix.’

De grijze speurder zweeg. Hij schonk nog eens in en keek rond of er nog vragen waren.