‘De Koning van de Klokbekers,’ sprak hij onnodig fluisterend, ‘heeft een koninklijk onderkomen.’
De Cock blikte opzij.
‘Weet je wat Gunther Worms doet? Ik bedoel… buiten dat koningschap?’
‘Nee.’
‘Volgens de Baarnse politieman die ik sprak, is hij antiquair. Gunther Worms handelt in oude kunst en siervoorwerpen.’‘Is daar veel mee te verdienen?’
De Cock wenkte grinnikend naar de kapitale villa.
‘Blijkbaar.’
Voor de zware, bruingelakte toegangsdeur bleven ze staan. Links van de deur, aan de stijl, was een fraai bewerkte koperen knop. De Cock trok er aan, krachtig en met kinderlijk plezier. Het herinnerde hem aan zijn jeugd toen belletje-trekken tot zijn favoriete baldadige activiteiten behoorde. In het inwendige van de villa trilden de ijle klanken van een bel na.
Het duurde enkele minuten, toen werd de zware deur geopend door een jonge vrouw. De Cock schatte haar op voor in de dertig. Ze was van een atletische lichaamsbouw, groot en slank. Wat onmiddellijk opviel waren haar donkerbruine, bijna zwarte ogen in een ovaal gezicht met een matte, olijfkleurige huid. Haar lange haren, in een wrong gevat, glansden kastanjebruin. Ze was van een koele, ingetogen schoonheid, die imponeerde. De Cock nam zijn hoedje af en maakte een lichte buiging. ‘Hilde Brunet?’
In haar donkere ogen vonkte achterdocht.
‘Mevrouw Worms.’
Het klonk hooghartig.
De grijze speurder glimlachte beminnelijk.
‘Mijn naam is De Cock. De Cock met ceeooceekaa.’ Hij duimde opzij. ‘En dit is mijn collega Vledder. Wij zijn rechercheurs van politie en doen dienst aan het Amsterdamse politiebureau aan de Warmoesstraat.’
Hilde Brunet trok haar linkerwenkbrauw iets op.
‘Rechercheurs?’
In haar stem trilde verbazing.
De grijze speurder boog opnieuw, hoofs, bijna onderdanig. ‘Wij… eh, wij zijn speciaal uit Amsterdam naar Baarn gekomen omdat wij even met u wilden praten… over de dood van Siegfried van Xanten.’
‘Siegfried?’
De Cock knikte.
‘U hebt van zijn dood vernomen?’
Hilde Brunet ademde diep.
‘Mijn man… mijn man heeft ervan verteld.’ Ze deed de deur verder open. ‘Komt u binnen.’
De beide rechercheurs bleven naast elkaar in de hal staan wachten tot de vrouw de deur had gesloten en volgden haar toen door een lange brede gang. Ongeveer in het midden van de gang gebaarde ze uitnodigend naar een ruim hoog vertrek met zware balken aan de zoldering en een breed uitgebouwde schouw van opeengemetselde granietblokken. Vier monumentale eiken, met bruin leer beklede zetels stonden gegroepeerd om een grote ronde ruwhouten tafel. Het geheel had de entourage, de sfeer van een hoofdverblijfplaats in een middeleeuws kasteel. ‘Gaat u zitten.’
De Cock nam wat onwennig plaats. De zetel was te hoog om zijn oude hoedje op de vloer te leggen. Hij hield het in zijn schoot en wachtte geduldig tot ook Hilde Brunet bezit van haar zetel had genomen.
‘U hebt Siegfried goed gekend?’ opende hij.
Ze antwoordde niet direct. Het was alsof ze de vraag ernstig overdacht. ‘Ik… eh, ik hield van Siegfried.’ Het klonk als een conclusie.
De Cock knikte begrijpend. ‘U had een verhouding met hem?’ Hilde Brunet schudde haar hoofd.
‘Ik wil niet dat u het woord verhouding gebruikt,’ sprak ze bestraffend. ‘Dat heeft naar mijn gevoel zo’n banale nagalm… een herinnering aan iets dat niet fris was… vulgair… onrein.’‘En dat was het niet?’
Hilde Brunet strekte haar rug. ‘Niet van mijn kant.’ Het klonk heftig en emotioneel.
‘Van de kant van Siegfried?’
‘Siegfried heeft mij bedrogen.’
De Cock liet zijn hoofd iets zakken.
‘Hij… eh, hij gaf de voorkeur aan Adelheid van Kleef.’ Hilde Brunet schudde haar hoofd.
‘Adelheid heeft daar niets mee te maken,’ reageerde ze fel. ‘Siegfrieds begeerte naar Adelheid was niet de reden van zijn bedrog.’ De Cock keek haar wat verward aan.
‘Niet?’ vroeg hij ongelovig.
‘Nee.’
‘Wat was dan de reden?’
‘Gunther… zijn belofte aan Gunther Worms.’
De Cock produceerde een nerveus lachje. Hij boog zich ver naar haar toe. De zoete geur van haar parfum prikkelde zijn reukorgaan.
‘Mag ik zeggen,’ vroeg hij voorzichtig, ‘dat ik het niet begrijp?’ Hilde Brunet knikte.
‘Dat mag u,’ sprak ze heftig. ‘En u bent niet de enige die mijn haat jegens Siegfried niet begrijpt. Gelooft u mij, mijn hart treurt omdat iemand mij is voorgeweest.’ Ze kneep haar lippen op elkaar. Haar donkere ogen vonkten. ‘Als Siegfried niet door een ander was gedood… dan had ik het gedaan.’
‘Waarom?’
‘Siegfried… Siegfried van Xanten heeft mij afhankelijk gemaakt van Gunther Worms… de man die ik niet wilde.’
10
De Cock lachte schamper.
‘U wilde Gunther Worms niet als man, maar u bent wel met hem getrouwd en leeft samen met hem onder één dak.’ In zijn stem vibreerde spot en ongeloof.
Hilde Brunet knikte met gesloten ogen.
‘Een vrouw is in haar leven slechts aan één man onderdanig… dat is mijn opvatting… tot hij sterft… tot de dood de definitieve scheiding brengt. Eerst dan mag een vrouw zich weer vrij voelen.’ De theatraal acterende vrouw begon De Cock te irriteren. ‘Hoe kon Siegfried van Xanten u onderdanig maken aan Gunther Worms,’ vroeg hij hoorbaar geprikkeld. ‘U kunt toch zelf over uw lijf en leven beschikken? Welke macht had hij over u?’ Hilde Brunet weifelde even. Ze legde haar handen in haar schoot. ‘Gunther Worms had mij al vele huwelijksaanzoeken gedaan,’ sprak ze loom. ‘Ik sloeg ze af. Ik vond Gunther te oud. Siegfried was in feite de enige man in mijn omgeving die mij aantrok. Toen Siegfried mij vroeg om de nacht met hem door te brengen, stemde ik daarmee in. Ik beschouwde het als een aanzoek en voelde mij blij en gelukkig. We beleefden samen een gezellige avond.’ Ze keek om zich heen. ‘Hier, in dit huis, waar Siegfried mij had uitgenodigd. Voor wij naar bed gingen dronken wij samen nog een paar glazen champagne. Wat er verder is gebeurd, weet ik niet. Ik herinner mij niets meer van die nacht, maar toen ik de volgende morgen wakker werd… lag Gunther Worms naast mij.’ Ze zuchtte diep en het duurde enige tijd voor ze weer verder ging. ‘Ik weet nu zeker dat Siegfried iets in die champagne heeft gedaan, waardoor ik volkomen weerloos werd.’
De Cock kauwde nadenkend op zijn onderlip.
‘Dat… eh, dat was een smerige streek van Siegfried van Xanten,’ sprak hij voorzichtig, ‘maar voor u toch geen directe reden om onmiddellijk met Gunther Worms in het huwelijk te treden?’ Hilde Brunet reageerde heftig. Opnieuw vonkten haar donkere ogen. ‘Ik ken uw moraal niet,’ riep ze fel. ‘Ik weet niet hoe u dit leven beziet… welke waarden u hanteert? Dat is ook uw zaak.’ Haar neusvleugels trilden. ‘Maar het feit dat ik bij Gunther Worms had geslapen, was voor mij de reden om een hernieuwd huwelijksaanzoek van hem te accepteren.’
‘Ondanks het feit dat u van Siegfried hield?’
Hilde Brunet liet haar hoofd iets zakken.
‘Maar Siegfried van Xanten hield niet van mij,’sprak ze droevig. ‘Dat leerde mij die nacht. Overduidelijk. Hij verkocht mijn liefde aan Gunther Worms.’
De Cock gebaarde in haar richting.
‘Gunther Worms moet uw voorkeur voor Siegfried van Xanten hebben gekend.’
Hilde Brunet knikte nauwelijks merkbaar.
‘Die kende hij. Telkens wanneer ik een huwelijksaanzoek van hem afwees, zei ik hem, dat ik het niet kon accepteren omdat ik van Siegfried hield.’
De Cock boog wat naar voren.
‘Van die wetenschap heeft Gunther Worms, naar mijn gevoel, schandelijk misbruik gemaakt.’
Hilde Brunet verschoof iets in haar zetel. Ze trok haar kin omhoog. Haar mond vormde een strakke lijn.