‘Toen was het hele stel compleet.’
De Cock schudde zijn hoofd.
‘Je vergeet onze Hilde Brunet. Ook zij was lid van het oudheidkundig genootschap. Hilde Brunet bezat een soort onderkoelde schoonheid, waartoe Gunther Worms zich sterk voelde aangetrokken.’
Vledder glimlachte.
‘Maar Hilde Brunet wilde niets van de avances van Gunther Worms weten.’
‘Precies. Haar belangstelling ging veel meer uit naar de blonde Siegfried van Xanten, die toen al heimelijk bij Adelheid van Kleef was ingetrokken.’
‘Heimelijk?’
De Cock knikte.
‘Adelheid van Kleef wist dat Hagen de Bourgondiër verliefd op haar was. Ook Siegfried van Xanten wist dat. Zij wilden de gevoelens van Hagen de Bourgondiër niet kwetsen en hielden hun verhouding aanvankelijk geheim.’
Vledder keek naar De Cock op.
‘Toen Adelheid van Kleef bij ons in de Warmoesstraat de vermissing meldde, deed ze ook al zo vaag over haar verhouding tot Siegfried van Xanten.’
De Cock maakte een berustend gebaartje.
‘Blijkbaar was Adelheid van Kleef gewend om tegenover anderen een soort sluier over hun verhouding te leggen. Siegfried was voor haar oneindig veel meer dan een man over wie zij min of meer haar zorgen uitstrekte. Hij was haar grote liefde. Adelheid hield zielsveel van Siegfried van Xanten. En in het licht van die liefde moet je ook haar later gedrag bezien.’ De grijze speurder zweeg even. Hij nam zijn glas op en dronk het leeg.
‘Adelheid en Siegfried,’ vervolgde hij, ‘bleven zich intens in de gedragingen en gebruiken van mensen uit de oudheid verdiepen. Adelheid had op een rommelmarkt een bijzonder en al heel oud kruidenboek ontdekt. Het bleek haar, dat men al in een ver verleden geestverruimende middelen kende en kruiden om mensen te bedwelmen. Het is hoogst gevaarlijk om met de wolfskers, de doornappel, de naakte juffrouw en dergelijke uiterst giftige planten te experimenteren, maar aan de hand van dat oude kruidenboek kwam ze tot verrassende resultaten. Het middel waarmee Siegfried van Xanten de verliefde Hilde Brunet… zoals ze dat zelf noemde… aan Gunther Worms onderdanig maakte… was door Adelheid gebrouwen.’
Vledder kneep zijn wenkbrauwen samen.
‘Adelheid wist waarvoor het moest dienen?’
‘Zeker, dat wist ze. Ze stemde ook volledig met het plan in. Ze beschouwde de mooie Hilde Brunet toch als een rivale in haar liefde voor Siegfried van Xanten en vond het wel een goede gedachte dat Hilde Brunet aan Gunther Worms werd gekoppeld.’ Vledder zwaaide met zijn beide armen.
‘Ik hoor nog steeds niets,’ riep hij ongeduldig, ‘over de schat van de Nevelberg!’
De Cock liet zich in zijn fauteuil terugzakken.
‘Dat was ook voor mij een compleet raadsel,’ verzuchtte hij. ‘Er zijn echt wel momenten geweest dat ik aan het bestaan van zo’n schat twijfelde. Hilde Brunet vestigde de aandacht op die schat. Ze wilde er echter niets over zeggen, maar volgens Adelheid wist ze wel degelijk wat de schat behelsde. Hilde Brunet wist ook welke rol haar man, Gunther Worms, had gespeeld en kende het aandeel van Hagen de Bourgondiër in de moord op Siegfried van Xanten.
Siegfried had in een oude kroniek gelezen, dat ergens bij een dorpje in Zuid-Wales een kerkje was dat boven op een oude grafheuvel was gebouwd. Het lukte hem om een afbeelding van het kerkje te bemachtigen. Siegfried zag aan de vorm van de grafheuvel vrijwel onmiddellijk dat het een grafheuvel betrof, zoals die in de bronstijd door het volk van de Klokbekers werden opgericht.
Siegfried van Xanten reisde naar Zuid-Wales. Toen hij ’s avonds vrij laat in het dorpje aankwam, wilde hij eerst nog het kerkje zien, voor hij naar zijn hotelkamer ging. Hij volgde een smal pad en plotseling, zo vertelde hij aan Adelheid, lag voor hem een zacht glooiende berg, waarop een lief oud kerkje stond. De berg en het kerkje waren door avondnevelen omhuld. Dat was de reden dat hij later de schat zo noemde… de schat van de Nevelberg.’
Vledder schoof naar het puntje van zijn stoel.
‘Wat voor een schat?’
‘Grafgiften. De volgende morgen ging Siegfried terug naar het kerkje. Het was vervallen. Het werd ook niet meer voor de eredienst gebruikt, maar diende als opslagplaats voor veevoeders. Siegfried nam contact op met het veevoederbedrijf en vroeg en kreeg een baantje als beheerder van de opslagplaats… onder de voorwaarde dat hij tevens iets aan het vervallen kerkje zou doen.’
Vledder glimlachte begrijpend.
‘Maar hij ging graven.’
De Cock knikte.
‘Weliswaar met beperkte middelen, maar het lukte hem toch om een schat aan kunst- en gebruiksvoorwerpen uit de bronstijd boven aarde te brengen. Hij liet Adelheid overkomen en beetje bij beetje smokkelden beiden de hele schat Engeland uit. Terug in Nederland vertelde Siegfried aan Gunther Worms, dat hij in het bezit was gekomen van een schat aan grafgiften. Gunther Worms toonde direct grote belangstelling. Hij zei dat hij bereid was om voor veel geld de grafgiften te kopen, maar dan moest hij de schat wel eerst zien. En daar voelde Siegfried niets voor. Hij kende Gunther Worms lang genoeg en wist hoe doortrapt gemeen de man was. Siegfried eiste eerst geld. Wanneer dat in zijn bezit was, zou hij de schat overhandigen.’ Fred Prins lachte.
‘En daar wilde Gunther Worms niets van weten.’
‘Nee. Gunther Worms wilde een bewijs dat er werkelijk zoiets als een schat bestond. Siegfried beloofde toen een van de bronzen dolken die hij uit de grafheuvel had gedolven, als bewijs van die schat te leveren. Hij ging echter naar Peter Karstens, liet drie replica’s maken en gaf Gunther Worms zo’n replica.’ Vledder grinnikte vreugdeloos.
‘En daarmee begon de dodendans.’
De Cock schudde zijn hoofd.
‘Niet direct. Gunther Worms ontdekte algauw dat de dolk een replica was. Hij had in het verleden dikwijls met Siegfried in kunstschatten gehandeld. Het feit dat Siegfried van Xanten dit keer zo uiterst omzichtig te werk ging, deed hem beseffen, dat er wel degelijk een schat bestond. Hij sprak erover met Hagen de Bourgondiër, zijn compagnon, en beiden besloten om die schat te bemachtigen… hoe dan ook.
Ze wisten dat Siegfried door de aard van zijn belangstelling erg aan zijn lidmaatschap van het oudheidkundig genootschap was gehecht. Gunther Worms en Hagen de Bourgondiër dreigden Siegfried dat ze hem bij de sapientes terzake diefstal van de dolk zouden aanklagen, als hij niet met hen tot een overeenkomst kwam.’ Vledder grijnsde.
‘Het valse vondenis.’
‘Siegfried stoorde zich er niet aan. Toen kwam Gunther Worms op een idee. Hij had van het middel scopolamine gehoord… het zogenaamde waarheidsserum. Hagen de Bourgondiër vond het een prachtig plan. Als zij het middel op Siegfried zouden toepassen, dan zou Siegfried hen, onder de invloed van dat waarheidsserum, exact openbaren waar hij de schat verborgen hield. Via een Amerikaanse relatie kwam Gunther Worms in het bezit van een kleine hoeveelheid scopolamine. Daarna namen ze contact op met Siegfried van Xanten en vroegen hem wat hij nu precies wilde. Siegfried eiste vernietiging van het vondenis en van Gunther Worms een bod op de grafgiften… ongezien. Dat zou worden overwogen.
Hagen de Bourgondiër, die inmiddels wist dat Siegfried bij Adelheid woonde, belde Siegfried op, zei hem dat Gunther Worms akkoord ging en vroeg hem naar het heiligdom te komen om te onderhandelen.’
‘En Siegfried ging.’
De Cock knikte met een bedroefd gezicht.
‘Het werd zijn dood. De scopolamine werkte niet. Vermoedelijk hebben ze Siegfried te veel van dat goedje toegediend. In plaats van antwoord te geven op de vraag waar de schat van de Nevelberg was verborgen, viel Siegfried voorover op tafel en raakte in coma. Hagen de Bourgondiër was woest. Hij nam de replica, die tijdens de onderhandelingen op tafel lag en stak die Siegfried in zijn rug.’
‘Wat stom!’ riep Vledder. ‘Siegfried was de enige die hem kon vertellen waar de schat van de Nevelberg was!’