Выбрать главу

De Cock schoof zijn onderlip iets vooruit.

‘Dat hoop ik. Anders had ik uw huis niet zo volledig in beslag genomen.’

Het geluid van een remmende wagen drong tot de woonkamer door.

Mevrouw Van Breukelen stond op. Ze wees naar de telefoon.

‘Er is dit keer niet gebeld.’

De Cock schudde zijn hoofd.

‘Dat verwachtte ik ook niet.’

Toen mevrouw Van Breukelen met haar bridgepartners was vertrokken, liep De Cock naar de slaapkamer en trof daar Vledder.

‘Kan je de zaak goed bekijken?’

De jonge rechercheur knikte.

‘We hebben van hier een goed overzicht.’

De jonge rechercheur keek hem peinzend aan.

‘Ik heb de tijd opgenomen die ik nodig heb om hier vanuit de slaapkamer in het kantoor te komen. Dat is naar mijn gevoel vrij lang… te lang vind ik om de moordenaar te vatten. Ik moet door twee deuren en een stuk gang.’

De Cock schudde zijn hoofd.

‘Dat is niet zo belangrijk,’ sprak hij achteloos. ‘Hij komt toch niet weg.’

Vledder gebaarde naar de kijkgaten.

‘Ik heb alle gloeilampen in de kantoorruimte uit de fittingen gehaald en door exemplaren van een veel lager wattage vervangen. Het licht is nu gedempt, niet zo scherp. Je zou zweren dat hij echt is.’

De Cock lachte.

‘Je bedoelt de pop.’

Vledder knikte.

‘Kijk maar. Het is precies Thomas van Uitdam. Exact dezelfde houding. Kijk naar zijn kostuum, zijn haardracht. Schitterend. De pop kan niet van zijn stoel vallen… zit aan de rugleuning vast.’

De Cock lachte opnieuw.

‘De echte Thomas van Uitdam heeft voor die pop bij onze technische dienst uren geposeerd.’

Vledder grinnikte.

‘Dat hij zo veel medewerking verleende?’

De Cock trok een somber gezicht.

‘De moord op zijn vriend Frederik van Beveren heeft hem diep getroffen.’

Vledder keek op zijn horloge. Het is al tien over halfacht. Hij wees naar een camera op het bed in de slaapkamer.

‘Hoe laat verwacht je de cameraman?’

‘Over een paar minuten. Hij mag zijn wagen niet in de buurt van de villa parkeren. De directe omgeving is het domein van Fred Prins en Appie Keizer.’

‘Ze doen weer mee.’

‘Absoluut. Ze zijn dolenthousiast. Zoals altijd. Ze laten de moordenaar wel naar binnen, maar er niet meer uit. Komt hij met een auto, dan zorgen zij ervoor dat de motor niet meer kan starten.’

‘De moordenaar… jij weet wie hij is?’

‘Ja.’

‘En?’

De Cock schudde zijn hoofd.

‘Ik laat je verrassen.’

De cameraman kwam de slaapkamer binnen. Hij begroette de beide rechercheurs, pakte zijn camera en richtte via het gat in de muur op de kantoorruimte.

Vledder keek hem bezorgd aan.

‘Heb je voldoende licht?’

De cameraman knikte.

‘Even uitbalanceren, dan kan ik draaien.’ Hij liet zijn camera even zakken en keek naar De Cock. ‘Waarom wilt u dat hier alles wordt opgenomen?’

De oude rechercheur zuchtte.

‘Ter wille van de politie Gooi en Vechtstreek. Ze krijgen, zo verwacht ik, precies voorgespeeld hoe Herman van Breukelen werd vermoord.’

‘Een vriendendienst.’

‘Precies.’

Vledder keek opnieuw op zijn horloge.

‘Het is vijf voor acht. Hoe laat verwacht je hem?’

De Cock antwoordde niet direct. Hij voelde hoe de spanning bezit van hem nam. Zijn hart bonkte in een hoog tempo en een ader pulseerde in zijn hals. Hij vroeg zich bezorgd af of hij niet te oud werd voor dergelijke acties.

‘Over vijf minuten,’ lispelde hij.

De grijze speurder keek op zijn eigen horloge. Het schoot niet op. Naar zijn gevoel vergleden de luttele minuten als lange uren.

Zijn mobieltje in het borstzakje van zijn colbert speelde een zoete melodie. De Cock drukte op de knop. Het was Appie Keizer die zich meldde.

‘Een grote groene wagen glijdt langzaam over het grind van de oprijlaan naar de villa. Aan het stuur zit iemand met een grote zwarte hoed op.’

‘Braaf.’

Vledder keek naar hem op.

‘Komt ie?’

De Cock knikte.

‘Volgens afspraak staat de toegangsdeur naar de hal van de villa open.’

‘Afspraak met wie?’ interrumpeerde Vledder.

De Cock reageerde niet.

‘Dan volgt,’ ging hij rustig verder, ‘de weg die wij kennen, via de zwak verlichte witgekalkte gang met de donkere eiken lambrisering naar de deur van het kantoor. Dan duurt het nog even voor hij via onze kijkgaten binnen ons gezichtsveld komt.’

Vledder keek gespannen.

‘Hoe lang schat je dat hij daarvoor nodig heeft?’

‘Twee, drie minuten.’

De rechercheurs posteerden zich nerveus en met licht trillende handen bij hun kijkgaten in de muur en de cameraman hield zijn videocamera gericht.

Vledder fluisterde.

‘Daar is ie. Hij sluipt om het grote bureau heen… grijpt de stoel met de pop aan de rugleuning vast en schuift die naar opzij. Hij zakt nu iets door zijn knieën en schiet… één, twee, driemaal.’

Vledder verliet zijn kijkgat en stormde de slaapkamer uit.

De Cock brulde.

‘Niet doen. Niet doen. Ik weet niet hoeveel kogels er nog in die revolver zitten. Vledder! Niet doen! Dat is niet afgesproken.’

Tevergeefs. Zijn woorden bereikten de jonge rechercheur niet. In de slecht verlichte gang stortte Vledder zich op de vluchtende indringer. Ze vielen samen op de vloer. De revolver gleed een meter van hen weg. De Cock en de cameraman snelden naderbij.

Vledder hield de man in zijn greep. Met een ruk trok hij de grote zwarte hoed van het hoofd van de indringer. Een weelde van lang haar, glimmend bruin als glanzende kastanjes, gleed langs een bleke huid.

De mond van de jonge rechercheur zakte open. Verast keek hij omhoog naar De Cock.

‘Het is… eh,’ stamelde hij. ‘Het is Elisabeth van Wijngaarden.’

De Cock knikte.

‘Een geoefende vrouwelijke schutter, gespecialiseerd in het schieten vanuit de heup.’

15

De dingdong in de gang galmde nog even na. De Cock deed de deur van zijn woning open.

Voor hem op de stoep stond Dick Vledder. De jonge rechercheur lachte wat verlegen. In zijn linkerhand bungelde een bos fraaie rozen.

‘Voor jouw vrouw. Hoe langer ik jou ken hoe meer…’

De Cock onderbrak hem met een grijns.

‘Hoe meer je haar gaat bewonderen. Ik ken die spreuk van jou.

Het is hoog tijd dat je een andere tekst verzint. Deze is totaal versleten.’

Vledder trok zijn schouders op.

‘Als simpel ambtenaar beschik ik tot mijn spijt over weinig fantasie. Maar als ik mijn kreet steeds herhaal, moet er een grond van waarheid in schuilen.’

De Cock negeerde de opmerking.

‘Heb je Adelheid niet meegenomen?’

Vledder schudde zijn hoofd.

‘Adelheid doet vanavond, voor de zoveelste keer, mee aan een grote actie van de narcoticabrigade. Het is zo stinkend geheim dat ze zelfs mij daarover geen enkele mededeling wilde doen.’

De Cock lachte.

‘Jullie vormen een vreemd paar. Ik kan mijn misère, mijn sores bij de recherche, nog wel eens aan mijn vrouw kwijt. Zij heeft een gewillig oor.’

De Cock deed een stap opzij.

‘Kom erin.’

‘Zijn de anderen er al?’

De Cock knikte.

‘Appie Keizer en Fred Prins zitten al bij mijn vrouw en hebben het hoogste woord. Als je hen wilt geloven dan bestaan er bij de Amsterdamse recherche geen grotere helden dat het duo Appie Keizer en Fred Prins.’

Ze stapten gezamenlijk de woonkamer in. Mevrouw De Cock kwam onmiddellijk overeind en schudde Vledder ter begroeting de hand. Met een gebaar van verrukking nam ze de rozen in ontvangst. Uitnodigend wuifde ze naar een diepe leren fauteuil.