De Cock knikte begrijpend.
‘Waarop berust uw vermoeden, dat u iets dergelijks in het bureau van Zuiderman zult aantreffen?’
Mathilde van Nibbixwoud snoof.
‘Hendrik Zuiderman was een eigenheimer. Een in zichzelf gekeerd man. Iemand die naar mijn gevoel geen echte binding met ons bedrijf had.’
‘Waarom ontsloeg uw man hem niet?’
‘Hendrik Zuiderman was in ons reclamebureau een medewerker van het eerste uur. Mijn man was in dat soort zaken erg gevoelig… sentimenteel.’
De Cock keek haar strak aan.
‘Hendrik Zuiderman,’ sprak hij streng, ‘fabriceerde kinderporno.’
Mevrouw Van Nibbixwoud liet haar hoofd iets zakken.
‘Ik weet het,’ reageerde ze timide. ‘Nog wel hier op de Herengracht in ons eigen bedrijf. Het was een schok toen wij daar achter kwamen.’
De Cock knikte begrijpend.
‘Dat kan ik mij indenken. Hebben u en uw man tevoren nooit iets gemerkt of vermoed?’
Op het gezicht van mevrouw Van Nibbixwoud kwam een pijnlijke trek.
‘Het personeel genoot het volle vertrouwen van mijn man. Zijn toezicht op hun handelen was minimaal.’
De Cock schoof zijn onderlip naar voren.
‘Mijn oude moeder hanteerde de spreuk: wees getrouw, maar vertrouw niemand.’
Mathilde van Nibbixwoud nam een berustende houding aan.
‘Dat is een kwestie van instelling. Mijn man was zeer sociaal bewogen. Hij vond, dat men iemand niet dubbel mocht straffen. Na een veroordeling voor pornografie, zo redeneerde mijn man, komt men in onze branche niet makkelijk meer aan de slag. Toen Hendrik Zuiderman uit de gevangenis kwam, heeft hij hem weer in genade aangenomen.’
‘Nobel.’
Mevrouw Van Nibbixwoud knikte.
‘Er was voor dat besluit van mijn man,’ formuleerde ze voorzichtig, ‘verder nog een belangrijke overweging. Hendrik Zuiderman werkte niet alleen. Hij werd bij het vervaardigen van kinderporno steevast geassisteerd door Christiaan Adriaansen.’
De Cock reageerde verrast.
‘Christiaan Adriaansen hielp Hendrik Zuiderman?’
Mevrouw Van Nibbixwoud zuchtte.
‘Die twee werkten heel nauw samen, maar op een of andere wonderlijke manier is de naam van Christiaan Adriaansen bij het politieonderzoek en het strafproces dat daarop volgde, nooit ter sprake gekomen.’
‘Vreemd.’
‘Mijn man achtte het niet zijn taak om justitie op deze omissie te attenderen. Hij zweeg daarover en hield Christiaan Adriaansen gewoon in dienst.’ Het klonk wat betweterig.
Toen Mathilde van Nibbixwoud uit de grote recherchekamer was vertrokken, keek Vledder De Cock grijnzend aan.
‘Ik vond het verhaal van mevrouw Van Nibbixwoud erg verhelderend. Die pornoaffaire begint toch wat beter uit de verf te komen. Hendrik Zuiderman werkte wat betreft die porno, nauw samen met Christiaan Adriaansen. Dat is vermoedelijk de reden dat die twee zijn vermoord.’
De Cock keek hem onderzoekend aan.
‘Jij ziet een verband tussen het fabriceren van kinderporno en de dood van beide mannen?’
Vledder knikte overtuigend.
‘Absoluut. Ik denk, dat…’
De jonge rechercheur stokte plotseling en staarde peinzend voor zich uit.
‘Vreemd,’ ging hij verder, ‘dat ik dat dossier over die affaire nog steeds niet binnen heb. Ik zal daar morgen toch nog eens over bellen.’
De Cock ging op het onderwerp niet in.
‘Ik ben toch niet zo tevreden met het verhaal van Mathilde van Nibbixwoud,’ sprak hij met enige ergernis. ‘Volgens haar hield haar man maar matig toezicht. Maar de overige leden van het personeel zullen hun ogen niet in de zak hebben gehad.’
Vledder reageerde verrast.
‘Je bedoelt, dat meer mensen moeten hebben geweten wat Zuiderman en Adriaansen uitspookten?’
‘Sterker nog,’ reageerde De Cock, ‘ik ben ervan overtuigd dat meerdere leden van het personeel aan het fabriceren van porno hebben deelgenomen. Smalle Lowietje noemde het reclamebureau Succes aan de Herengracht één grote pornotent.’
De oude rechercheur zweeg even.
‘In feite,’ ging hij verder, ‘bracht Mathilde van Nibbixwoud ons alleen het nieuwtje, dat ook Christiaan Adriaansen bij de affaire Zuiderman was betrokken. Over al die andere illegale activiteiten van haar reclamebureau Succes heeft ze met geen woord gerept. Terwijl wij toch van Blonde Klaartje weten, dat er in het kantoor aan de Herengracht heel veel porno werd gefabriceerd.’
Vledder grinnikte.
‘Het stinkt.’
De Cock knikte.
‘Inderdaad, het stinkt. Maar hebben wij er belang bij dat die beerput opengaat? Wij hebben twee moorden en die concentreren zich om het produceren van kinderporno.’
Vledder glimlachte.
‘Je wilt zeggen, dat al dat andere ons voorlopig niet interesseert?’
De Cock antwoordde niet. Hij keek vragend naar Vledder op.
‘Jij veranderde tijdens het verhoor van Mathilde van Nibbixwoud van plek.’
‘Ja.’
‘Waarom ging jij aan een ander bureau zitten?’
‘Om naar haar voeten te kijken.’
De Cock fronste zijn wenkbrauwen.
‘De voeten van Mathilde van Nibbixwoud?’
In zijn stem trilde ongeloof.
Vledder knikte.
‘Mevrouw van Nibbixwoud beweegt haar voeten op een manier, die overeenkomt met de krassen in de vloerlak bij de secretaire in de woning van Christiaan Adriaansen.’
9
De Cock trok een bedenkelijk gezicht.
‘Ik heb moeite met jouw waarnemingen met betrekking tot de voeten van Mathilde van Nibbixwoud,’ sprak hij bedachtzaam. ‘Ik ben er eerlijk gezegd ook niet blij mee. Ik vraag mij af of wij die nietige krasspoortjes in de woning van Christiaan Adriaansen kunnen opblazen tot een deugdelijke bewijsvoering. Dat zie ik technisch nog niet gebeuren. Bovendien moeten we die spoortjes kunnen koppelen aan het tijdstip van de moord op Christiaan Adriaansen, anders hebben ze voor ons geen enkele waarde.’
De oude rechercheur maakte een hulpeloos gebaar.
‘En vertel eens… welk motief moeten wij mevrouw Van Nibbixwoud toedichten voor de moord op twee van haar employés?’
‘Twee?’
De Cock knikte.
‘Als Mathilde van Nibbixwoud Christiaan Adriaansen heeft omgebracht, dan is zij ook verantwoordelijk voor de moord op Hendrik Zuiderman.’
Vledder trok zijn schouders op.
‘Ik heb alleen geconstateerd, dat mevrouw Van Nibbixwoud haar voeten beweegt op een manier, die overeenkomt met de krassen in de vloerlak van de woning van Christiaan Adriaansen. Dat is alles. Ik weet beslist niet hoe andere mensen met hun voeten schuifelen.’
De jonge rechercheur lachte.
‘Daar heb ik nog nooit studie van gemaakt.’
De Cock schudde zijn hoofd.
‘Ik ook niet,’ gniffelde hij. ‘Ik heb in mijn gehele carrière nog nooit inzake een bewijsvoering met schuifelende voeten te maken gehad.’
Vledder keek even naar de vloer.
‘Het kwam zomaar in mij op om naar haar voeten te gaan kijken.’
‘Ik acht de poging om in het kantoor aan de Herengracht het bureau van Hendrik Zuiderman open te breken, van groter belang dan jouw krasspoortjes in de vloerlak van de woning van Adriaansen.’
‘Waarom?’
‘Omdat ik er bijna van overtuigd ben dat die poging is ondernomen door de man of vrouw, die ook verantwoordelijk is voor de twee moorden.’
Vledder ademde diep.
‘Ik vermoed dat jij gelijk krijgt. Omdat verdere sporen van braak ontbreken, moet die poging zijn ondernomen door een lid van het personeel.’
De Cock knikte instemmend.
‘Een personeelslid van het reclamebureau die beschikt over een sleutel van het kantoor en zonder braak of verbreking kon binnenkomen… uiteraard buiten kantoortijd. Ik neem niet aan dat hij of zij tijdens de braakpoging getuigen om zich heen wilde.’