De Cock bezag het met een glimlach. Hij wierp zijn oude hoedje naar de kapstok, lachte omdat hij weer eens had gemist en wurmde zich uit zijn regenjas. Daarna raapte hij zijn gevallen hoedje op en slenterde naar zijn bureau.
Vledder liet zijn vingers rusten en keek op.
‘Je bent laat.’
Het klonk bestraffend.
De Cock gniffelde.
‘Een oude man heeft zijn nachtrust nodig. Heb jij vannacht niet geslapen?’
Vledder grinnikte.
‘Ik heb toen ik thuis kwam Adelheid[6] gebeld. Die had voor een speciale opdracht nachtdienst aan het hoofdbureau. Ik heb haar gevraagd om mij op tijd te wekken.’ De jonge rechercheur glimlachte fijntjes. ‘Dat heeft ze vanmorgen gedaan… persoonlijk.’
De Cock trok zijn wenkbrauwen samen.
‘En toch was je op tijd op bureau?’ vroeg hij verwonderd.
Vledder zuchtte.
‘Dat moest wel. Ik heb Ben Kreuger naar de Herengracht gestuurd om het bureau van Hendrik Zuiderman dactyloscopisch te onderzoeken. Ik heb gebeld met dokter Rusteloos over het tijdstip van de gerechtelijke sectie op het lijk van Christiaan Adriaansen. En ik heb contact opgenomen met de politie in Leiden met het verzoek om uit te kijken naar de verdwenen Albert van den Heuvel.’
‘En?’
Vledder grijnsde.
‘Ze namen het daar nogal luchtig op. Het schijnt dat studenten bepaald niet hokvast zijn. Ze veranderen dikwijls van adres en verdwijnen soms voor een poosje uit het zicht.’
‘Heb je op de ernst van de situatie gewezen?’
Vledder knikte.
‘Op hun verzoek heb ik een opsporingsbericht op de telex gezet.’
De Cock fronste zijn wenkbrauwen.
‘Toch geen OAV?[7]’
Vledder schudde zijn hoofd.
‘Dat durfde ik nog niet aan. Ik heb alleen de opsporing van zijn verblijfplaats verzocht. Moeder Van den Heuvel mag dan wel denken dat haar zoon uit wraak Hendrik Zuiderman en Christiaan Adriaansen heeft vermoord, maar wij hebben daarvoor nog geen spatje bewijs.’
De grillige accolades rond de mond van De Cock vormden een droevige grijns.
‘Ik had vannacht wel met de bedroefde moeder Van den Heuvel te doen. Ik heb nog een moment met de gedachte gespeeld om met haar naar Leiden te rijden om die jongen te gaan zoeken.’
Vledder keek hem lachend aan.
‘Soms ben jij toch een sentimentele oude dwaas,’ sprak hij hoofdschuddend. ‘Waar wil je midden in de nacht gaan zoeken in een stad, die je helemaal niet kent?’
De Cock maakte een afwerend gebaar.
‘Ik heb alleen gespeeld met de gedachte om naar Leiden te gaan, meer niet.’
Vledder sloeg plotseling geschrokken zijn hand voor de mond.
‘Ver… eh, vergeten,’ stamelde hij.
‘Wat?’
Vledder duimde over zijn schouder.
‘Commissaris Buitendam stond vanmorgen om negen uur al naast mijn bureau. Je moest onmiddellijk bij hem komen.’ De jonge rechercheur blikte op zijn polshorloge. ‘Dat was één uur en twintig minuten geleden.’
Commissaris Buitendam, de lange, statige politiechef van bureau Warmoesstraat, wenkte hem met een slanke hand naderbij.
‘Heeft Vledder jou niet verteld,’ vroeg hij verrast, ‘dat jij onmiddellijk bij mij moest komen?’
De Cock schudde zijn hoofd.
‘Het is hem blijkbaar ontschoten,’ sprak hij achteloos. ‘Ik denk dat hij het niet zo belangrijk heeft gevonden.’
Op het vale gezicht van Buitendam verschenen lichte blosjes. Hij wees naar de stoel voor zijn bureau.
‘Ga zitten, De Cock,’ sprak hij geaffecteerd.
De oude rechercheur schudde zijn hoofd.
‘Ik blijf liever staan.’
‘Zoals je wilt.’ De commissaris zweeg even om indruk te maken, strekte zijn rug en ademde diep.
‘Hoewel jouw gedrag, De Cock, in het verleden dikwijls enige correctie behoefde, heb ik jou in de meeste gevallen ongestoord je gang laten gaan.’
De commissaris hield opnieuw een kleine pauze en kuchte.
‘Daarbij gold de overweging,’ ging hij gedragen verder, ‘dat je als rechercheur vaak uiterst succesvol was… een feit, waarvoor ik mijn ogen niet heb willen sluiten.’
De Cock trok denkrimpels in zijn voorhoofd en spreidde zijn armen in een hulpeloos gebaar.
‘Waarom zo’n… zo’n omhaal van woorden?’ riep hij licht geprikkeld. ‘Zeg gewoon rechtuit wat u op het hart hebt. Als ik loftuitingen van u hoor, is dat op z’n minst het begin van een vermanende toespraak.’
Buitendam kuchte opnieuw.
‘Juist… heel juist, een vermanende toespraak… dat is het… dat wordt het.’
De Cock keek de politiechef onbewogen aan.
‘Ik wacht.’
Commissaris Buitendam raadpleegde een notitie voor zich op zijn bureau.
‘Ik ben gisteravond, vrij laat nog, benaderd door mevrouw Van Nibbixwoud van reclamebureau Het Intellect.’
‘Mathilde.’
Buitendam keek hem niet-begrijpend aan.
‘Mathilde?’
De Cock knikte.
‘Dat is haar voornaam.’
Buitendam gebaarde voor zich uit.
‘Mevrouw Van Nibbixwoud had ernstige kritiek op jouw werkwijze… op jouw houding ten opzichte van haar… op de nonchalance waarmee jij het verlies van twee van haar belangrijkste medewerkers tegemoet trad. Hun dood scheen jou nauwelijks te interesseren.’
De Cock glimlachte.
‘En de slang nu was listiger dan al het gedierte des velds.’
‘Waar slaat dat op?’
De Cock spreidde zijn armen.
‘Dit bijbelwoord kwam plotseling in mij op.’
‘Je bedoelt mevrouw Van Nibbixwoud?’
De Cock ontweek de vraag.
‘U gelooft haar?’
Buitendam schraapte zijn keel.
‘De grieven van mevrouw Van Nibbixwoud leken mij oprecht.’
De Cock fronste zijn wenkbrauwen.
‘En gegrond?’
‘Dat… eh, dat kan ik niet geheel beoordelen.’
De Cock grijnsde.
‘Maar u neemt haar grieven wel als basis voor een vermanende toespraak?’
Buitendam trok zijn gezicht strak.
‘Dat is mijn beoordeling.’
De Cock knikte traag.
‘En zoals gewoonlijk,’ sprak hij gelaten, ‘een foute beoordeling.’
Commissaris Buitendam kwam met een ruk uit zijn stoel overeind. Zijn gezicht zag rood en zijn lippen trilden.
Bevend strekte hij zijn arm naar de deur.
‘Eruit.’
De Cock ging.
10
Vledder bekeek het beteuterde gezicht van De Cock en grijnsde breed.
‘Was het weer zover?’
De oude rechercheur schudde zijn hoofd.
‘Die man,’ sprak hij afkeurend, ‘moet nodig een cursus leidinggeven volgen.’
‘Wat had hij nu weer?’
‘Mevrouw Van Nibbixwoud heeft gisteravond laat Buitendam gebeld.’
‘Waarover?’
De Cock ademde diep om zijn woede lucht te geven.
‘Mijn werkwijze,’ legde hij uit, ‘beviel haar niet. De dood van twee van haar belangrijkste medewerkers, zo klaagde zij, scheen mij nauwelijks te interesseren. Mijn optreden getuigde van een grove nonchalance. Kortom: scherpe kritiek op de manier waarop ik de zaak behandel.’
Het gezicht van Vledder kleurde.
‘Is dat wijf eeuwig…’
De Cock wuifde afwerend.
‘Met krachttermen bereik je niets.’
Vledder zwaaide.
‘Heb je commissaris Buitendam verteld,’ riep hij opgewonden, ‘dat mevrouw Van Nibbixwoud jarenlang oogluikend heeft toegestaan dat in de kantoren van haar reclamebureau aan de Herengracht afschuwelijke kinderporno werd vervaardigd?’
De Cock schudde zijn hoofd.
‘Dat leek mij niet de juiste tactiek,’ reageerde hij kalm. ‘Als ik aan het einde van deze affaire kan bewijzen dat zij medeschuldig is aan het vervaardigen van kinderporno, dan schakel ik de zedenpolitie wel in. De vraag die mij nu bezighoudt is… waarom doet ze dit… waarom die ongefundeerde kritiek? Wat wil ze daarmee bereiken?’
7
OAV = Verzoek tot Opsporing Aanhouding en Voorgeleiding mag alleen ten aanzien van een verdachte.