‘Hoe bedoel je?’
‘We kunnen het wapen niet in beslag nemen. We kunnen er geen onderzoeken mee doen, zonder toe te geven dat wij onbevoegd haar woning zijn binnengedrongen. En dan bezegelen we ons eigen lot.’
Vledder grijnsde.
‘Het is dus in feite zinloos?’
De Cock schudde zijn hoofd.
‘Niet helemaal. Als we het geluk zouden hebben om een Nagant revolver in haar woning aan te treffen, dan laten we dat wapen rustig liggen, maar concentreren onze aandacht wel geheel op Marie van den Heuvel… in de hoop sporen of aanwijzingen te vinden waarmee we wettelijk gezien wel voor de dag kunnen komen.’
Vledder snoof.
‘Ik wil die gok toch wagen. Als wij geen opening in deze zaak kunnen vinden, dan moeten we er een forceren. Ik wil dat rotte gevoel kwijt dat wij in deze zaak…’
De jonge rechercheur stokte, omdat er op de deur van de grote recherchekamer werd geklopt.
Vledder riep: ‘Binnen.’
De deur ging open en in de deuropening stond een jonge vrouw. De felrode, doch slobberige regenkleding die zij droeg, compleet met een modieuze zuidwester, verhulde haar uitbundige vormen nauwelijks.
Toen ze de zuidwester afnam, golfde een weelde van goudblond haar tot op haar schouders. Bijna zwevend, met een zware aktetas bungelend aan haar rechterhand, trad ze naderbij. Bij het bureau van De Cock bleef ze staan en glimlachte.
De oude rechercheur voelde hoe zijn hart weer onstuimig begon te kloppen.
‘Goedemiddag!’ riep hij opgewekt. ‘Welkom, Josee van de Weetering.’
Ze lachte en toonde een parelend gebit.
‘U hebt een goed geheugen voor namen.’
De Cock had willen zeggen, dat hij ook een goed geheugen had voor uitbundige vormen en proporties, maar hij bedwong zich.
Vledder kwam ineens overeind en ging aan een ander bureau zitten. De oude rechercheur zag het, maar reageerde niet. Hij keek op naar Josee van de Weetering en wees naar de stoel naast zijn bureau.
‘Ga zitten,’ sprak hij vriendelijk.
Josee van de Weetering nam plaats en zette de zware aktetas op haar knieën.
‘Mevrouw Van Nibbixwoud heeft u gebeld dat ik zou komen?’ vroeg ze.
De Cock knikte.
‘Een slotenman,’ sprak hij samenvattend, ‘heeft het bureau van Hendrik Zuiderman opengepeuterd en u en mevrouw Van Nibbixwoud hebben, zonder toezicht van het overige personeel, de inhoud geïnspecteerd.’
Josee van de Weetering keek hem verwonderd aan.
‘Hoe weet u dat mevrouw Van Nibbixwoud het personeel heeft weggejaagd?’
De Cock lachte.
‘Een geheim agent,’ antwoordde hij ontwijkend. ‘Wij hebben overal oren en ogen.’
Josee van de Weetering keek hem even wantrouwend aan en trok daarna haar schouders op.
‘Mevrouw Van Nibbixwoud wilde voorkomen, dat… mochten wij in het bureau van Zuiderman iets bijzonders aantreffen… daarvan ook maar iets naar buiten zou uitlekken. Wij vertrouwen erop, dat ook u niets aan de openbaarheid prijsgeeft, wat de naam van ons reclamebureau kan schaden.’
De Cock gniffelde.
‘Ik geef alleen iets prijs aan die geblinddoekte dame met haar zwaard en weegschaal.’
‘Justitie?’
‘Precies.’
Josee van de Weetering knikte gelaten.
‘Oké, dat is uw plicht.’
De Cock glimlachte.
‘En,’ riep hij vrolijk, ‘hebben jullie in het bureau van Hendrik Zuiderman bijzonderheden aangetroffen?’
Josee van de Weetering maakte een droef gebaar.
‘Die Zuiderman blijkt achteraf een vreemde, achterdochtige man. Dat had ik beslist niet verwacht. Sinds de dood van de heer Van Nibbixwoud noteerde hij vrijwel alles wat er in het kantoor van ons reclamebureau gebeurde… werktijden… bezoeken van opdrachtgevers… opmerkingen van het personeel.’
‘Een soort dagboek.’
‘Ja, een soort kroniek.’
De Cock hield zijn hoofd iets schuin.
‘Porno gevonden?’
Josee van de Weetering nam de aktetas van haar knieën en zette die naast zich op de vloer.
‘Veel porno. Laden vol,’ sprak ze langzaam.
‘Ook kinderporno?’
Josee van de Weetering knikte.
‘Ook kinderporno.’
Ze zweeg even en keek De Cock aan.
‘Voor ik u daarvan iets laat zien,’ ging ze verder, ‘moet ik u namens mevrouw Van Nibbixwoud zeggen, dat zij zich van de handelingen van Hendrik Zuiderman volkomen distantieert. Ze heeft nooit opdracht gegeven tot het vervaardigen van de rommel die wij in zijn bureau op ons kantoor aan de Herengracht hebben aangetroffen.’
Ze bukte zich, maakte de aktetas open en nam daaruit een map met foto’s, die zij De Cock overhandigde.
‘Ronduit schunnig.’
De oude rechercheur bekeek de foto’s aandachtig. Het waren kleurenfoto’s van folio formaat waarop steeds een naakte Christiaan Adriaansen was te zien in gezelschap van een lichtgebouwd jongetje van rond de twaalf jaar.
De Cock wees naar het jochie.
‘Is dat Albert van den Heuvel?’
Josee van de Weetering schudde haar hoofd.
‘Albert van den Heuvel als model, dat is jaren geleden. Dit zijn recente foto’s. We kunnen dat zien aan het fotopapier, dat wij nog maar kort… sinds een paar maanden in ons reclamebureau gebruiken.’
‘Wie is dat kereltje?’
Josee van de Weetering zuchtte.
‘Vermoedelijk heet hij Freddy van Alshoven. Kort voor de dood van Hendrik Zuiderman heeft mevrouw Van Nibbixwoud via een advocaat een claim binnen gekregen van een man, die beweert de vader te zijn van een jongetje, dat door personeel van reclamebureau Het Intellect voor het vervaardigen van kinderporno werd gebruikt.’
De Cock fronste zijn wenkbrauwen.
‘Daar heeft mevrouw Van Nibbixwoud,’ sprak hij verwonderd, ‘mij niets van gezegd.’
Josee van de Weetering maakte een verontschuldigend gebaar.
‘Mevrouw Van Nibbixwoud heeft aanvankelijk niet gereageerd op die claim… ze heeft hem ook niet ernstig genomen.’
‘Waarom niet?’
‘Ze begreep niet waarop de claim berustte… dacht aan een misverstand. Voorzover haar bekend, werd bij reclamebureau Het Intellect geen kinderporno gemaakt. De naam van een twaalfjarige Freddy van Alshoven, die in de claim werd genoemd, zei haar niets. Ze had die naam nooit, in geen enkel verband, horen noemen.’
‘Ze heeft geen navraag gedaan bij het personeel?’
Josee van de Weetering schudde haar hoofd.
‘Pas na de moord op Hendrik Zuiderman kwam mevrouw Van Nibbixwoud op de gedachte, dat hij wellicht in zijn oude fout was vervallen en opnieuw tot het vervaardigen van kinderporno was overgegaan… nu met een twaalfjarige Freddy van Alshoven als model. Daarover wilde ze eerst zekerheid. Vandaar dat wij zo geheimzinnig deden bij het openen van het bureau van Zuiderman.’
De Cock keek haar schattend aan.
‘Als ik die claim goed begrijp,’ formuleerde hij voorzichtig, ‘deed Hendrik Zuiderman het aan anderen voorkomen, dat hij kinderporno vervaardigde in dienst en in opdracht van reclamebureau Het Intellect?’
Josee van de Weetering knikte met toegeknepen lippen.
‘De schoft.’
Het kwam uit de grond van haar hart.
Toen Josee van de Weetering, door De Cock nagestaard, licht heupwiegend op haar rode laarsjes uit de grote recherchekamer was verdwenen, slaakte de oude rechercheur een diepe zucht. Zijn hart zakte weer naar een vertrouwd ritme.
‘Wijlen Van Nibbixwoud,’ memoreerde hij hardop, ‘noemde zijn secretaresse “ons mooi en lief Jozeetje” en de schatrijke Charles Vandenberg… groot, knap, romantisch en charmant… werd op haar verliefd en nam haar gretig tot zijn vrouw. Het lijkt een sprookje uit een Bouquet-reeks.’
Vledder ging aan de mijmeringen van De Cock voorbij. Hij verliet zijn vreemde plek en ging weer aan zijn eigen bureau zitten.