De Cock gaf aan zijn gezicht een sombere expressie.
‘Ik ben echter bang, dat het nog lang kan duren voor ik hem of haar heb gevonden. Er zijn weinig aanwijzingen en ik tast volkomen in het duister over het motief.’
Van de Boogaard kneep zijn lippen op elkaar en liet zijn hoofd iets zakken. Na enkele seconden keek hij op.
‘Over de doden niets dan goeds.’
De Cock glimlachte.
‘Dat is een Oudhollands gezegde. In het Latijns: de mortuis nil nisi bene.’ De oude rechercheur schudde zijn hoofd. ‘Maar het biedt voor de doden geen enkele garantie.’
Het grapje ontging Alex van de Boogaard. De man zuchtte diep.
‘Ik kan u wellicht op weg helpen naar een moordenaar met een duidelijk motief.’
De Cock keek hem verwachtingsvol aan.
‘En?’
Van de Boogaard liet zijn hoofd opnieuw even zakken.
‘Albert… Albert van den Heuvel.’
De Cock reageerde geschrokken.
‘De rechten studerende zoon van Hendrik Zuiderman en Marie van den Heuvel?’
‘Inderdaad.’
De Cock trok rimpels in zijn voorhoofd.
‘Zoon Albert heeft een motief?’
‘Absoluut.’
‘Welk?’
Van de Boogaard gebaarde met trillende handen.
‘Een van de redenen dat ik een hekel aan Hendrik Zuiderman had, was het feit dat hij kinderporno maakte. En weet u wie zijn voornaamste model was?’
De Cock slikte.
‘Zijn zoon Albert?’
‘Ja,’ was het antwoord van de man. ‘Die jongen heeft daardoor een intense haat jegens zijn natuurlijke vader opgebouwd. Ik weet, dat hij zijn moeder wel eens heeft toevertrouwd, dat hij aan moord dacht.’
‘Moord op zijn vader.’
Van de Boogaard schonk De Cock een droevige grijns.
‘Schunnige fotootjes van dat joch zijn onder pedofielen nog volop in omloop.’
5
Vledder kwam traag en met hangende schouders de grote recherchekamer binnen. Zijn gezicht zag grauw. Met slome tred slofte hij naderbij. De Cock wachtte geduldig tot de jonge rechercheur zich in zijn stoel achter zijn bureau had laten zakken.
‘Hoe was de sectie?’ vroeg hij belangstellend.
Vledder zuchtte.
‘De sectie verliep prima.’ Hij tastte in een zijzak van zijn jack, pakte een plastic zakje en wierp dit De Cock toe. ‘Drie kogels. Dokter Rusteloos heeft ze diep uit het lichaam van Hendrik Zuiderman gepeuterd.’
De oude rechercheur bekeek de met bloed besmeurde kogels.
‘Een klein kaliber.’
Vledder knikte.
‘Ik schat zeven punt vijftig millimeter.’
De Cock hield een kogel tussen duim en wijsvinger.
‘Mogelijk een zeven tweeënzestig. Het zou mij niets verbazen als deze kogels met een Nagant zijn afgevuurd.’
‘Wat is een Nagant?’
‘Een stomme vraag.’
‘Hoezo… stom?’
De Cock maakte heftige armgebaren.
‘We hebben al eens een zaak gehad waarin zo’n Nagant een belangrijke rol speelde.’[5]
Vledder schudde zijn hoofd.
‘We hebben de laatste jaren zoveel zaken behandeld,’ sprak hij vermoeid. ‘Dat kan ik mij niet meer herinneren.’
De Cock ademde diep.
‘De Nagant is de mooiste en zeker de interessantste revolver ooit gemaakt. Een door de Belgische constructeur Vervier ontworpen revolver sans déperdition de gaz. De kogel is bij dat wapen geheel in de hulswand opgenomen. Die hulswand vormt bij het vuren een geheel met de loop, waardoor geen gas ontsnapt… vandaar revolver sans déperdition de gaz.’
Vledder fronste zijn wenkbrauwen.
‘Je hebt er bijzondere munitie voor nodig?’
‘Absoluut.’
‘Dat kan ons misschien helpen.’
De Cock stemde daarmee in.
‘Als we bij een huiszoeking munitie voor een Nagant vinden, kunnen we staan juichen.’
De oude rechercheur keek Vledder met een bezorgde blik aan.
‘Kun je je het echt niet meer herinneren? Jij bent destijds door onze eigen wapendeskundige over dat wapen ingelicht. Het ontwerp werd door de Luikse wapenfabriek Nagant gemaakt voor het Russische leger van voor negentien veertien.’
Vledder snoof.
‘Een paar dagen geleden.’
De Cock knikte.
‘Daarom. Voor de wapenliefhebber, en ik ken er velen, is een echte Nagant revolver een collectors item van ongekende waarde. Je zult er een fiks bedrag voor moeten neertellen.’
Vledder wuifde in de richting van het plastic zakje.
‘Ik had ze onmiddellijk naar onze technische dienst aan het hoofdbureau moeten brengen, maar daar had ik geen zin meer in.’
De Cock keek hem verwonderd aan.
‘Hoezo… geen zin?’
Vledder zwaaide geagiteerd.
‘Ik heb op de terugweg vanaf Westgaarde met elkaar zeker twee uur in de file gestaan. De ene file had zich nog niet opgelost of ik kwam alweer in een andere file terecht. Als we op het dak van de Warmoesstraat niet spoedig een helikopterplatform krijgen, dan kunnen we onze business in Amsterdam wel sluiten.’
De Cock lachte.
‘Onze business, zoals jij dat noemt, gaat gewoon door. Misdaad kent geen malaise.’
Vledder bromde.
‘Als ik ergens chagrijnig van word, dan is het hangen in de file. Dat werkt zo deprimerend op mij, dat ik vaak de neiging moet onderdrukken om zo uit de auto te stappen en lopend verder te gaan.’
De Cock glunderde.
‘Dat kun je niet maken.’
Vledder knikte nadrukkelijk.
‘Dat flik ik nog een keer,’ sprak hij ferm. ‘Als het verkeer in onze stad toch een chaos is, dan wil ik daar wel aan meewerken.’
De Cock negeerde de opmerking.
‘Was je vanmiddag nog op tijd voor de sectie?’
Vledder knikte.
‘Ik kon een heel eind achter een ambulancewagen met gillende sirene blijven plakken. Het was kantje boord. Toen ik binnen kwam was dokter Rusteloos al bezig om met een sonde de diepte van de kogelwonden af te tasten.’
‘Het hart geraakt?’
‘Duidelijk. Tweemaal. Bij een dergelijke verwonding volgt de dood bij een inwendige verbloeding heel snel.’
De jonge rechercheur zweeg even.
‘Wat kwam die dikke vent doen, die ik bij de deur bijna omver kegelde,’ ging hij verder.
De Cock glimlachte.
‘Dat was Alex van de Boogaard.’
De ogen van Vledder lichtten op.
‘De man van wie Josee van de Weetering ons vertelde?’
De Cock knikte.
‘Precies.’
‘Wat kwam hij biechten?’
De Cock maakte een nonchalant gebaar.
‘Hij heeft Hendrik Zuiderman niet vermoord.’
Vledder grinnikte.
‘Had jij verwacht dat hij onmiddellijk vrolijk ja zou roepen?’
De Cock schudde zijn hoofd.
‘Zeker niet vrolijk. Maar naar mijn gevoel heeft Alex van de Boogaard werkelijk niets met de dood van Hendrik Zuiderman te maken.’
De grijze speurder glimlachte.
‘Al wil ik hem voorlopig nog niet van ons lijstje met verdachten schrappen, want ook hij is een van die oudgedienden, die naar de begeerde post van manager lonken. Van de Boogaard is er zelfs van overtuigd dat hem die functie toekomt.’
‘Op basis waarvan?’
De Cock trok een grijns.
‘Zijn bijzondere verdienste voor het reclamebedrijf in het verleden.’
De oude rechercheur pauzeerde even en keek op.
‘Heb jij nog het dossier opgevraagd,’ veranderde hij van onderwerp,‘van de kinderpornozaak waarvoor Zuiderman en Marie van den Heuvel zijn veroordeeld?’
Vledder knikte.
‘Het zou naar ons worden opgestuurd.’
‘Je hebt het nog niet?’
‘Nee.’
De Cock plukte even aan zijn neus.
‘Ik ben benieuwd of in dat dossier de naam van Albert van den Heuvel voorkomt.’
Vledder keek hem verwonderd aan.