Everdine maakte een schouderbeweging.
‘Om haar studie te bekostigen.’
‘Bij Lovable?’
‘Ja.’
‘Wie is Lovable?’
Het duurde even voor Everdine antwoordde.
‘Mijn man en ik.’
De Cock keek verrast op.
‘U en uw man?’
Everdine knikte.
‘Wij verzorgen de contacten voor de meisjes. De aanvragen komen bij ons binnen. Uiteraard kunnen en mogen de meisjes ook zelf contacten leggen.’
De Cock dacht na.
‘Houden u en uw man een administratie bij?’
Everdine schudde haar hoofd.
‘Wij proberen de veiligheid van de meisjes zoveel als doenlijk te garanderen, dat wel, maar wij bewaren geen namen en adressen van onze contacten. De bedoeling is dat de privacy van de mannen die gebruikmaken van een callgirl, niet wordt aangetast.’
De Cock knikte begrijpend.
‘Hoe verliep uw ontdekking vanmiddag?’
Everdine de Bruijn zuchtte.
‘Ik kreeg al een angstig voorgevoel toen ik de deur van haar woning open trof. De situatie was vrijwel gelijk als bij mijn bezoek aan Henriëtte Vermeer in de Haarlemmer Houttuinen.
Ook toen stond alles open.’
‘Waarom liep u nu niet weg.’
‘Ik vond dat ik het bij Henriëtte Vermeer niet goed had gedaan,’zei Everdine hoofdschuddend. ‘Dat heb ik u al opgebiecht. Hoewel de schok nu groter was, mijn relatie tot Marianne was veel intiemer, voelde ik mij nu sterker.’
‘Waarom bezocht u Marianne vanmiddag?’
Everdine spreidde haar handen.
‘Om afscheid van haar te nemen.’
De Cock fronste zijn wenkbrauwen.
‘Afscheid?’
Everdine knikte.
‘Marianne had te kennen gegeven dat ze met haar werk als callgirl voor Lovable stopte. Ze was van plan om naar Amerika te gaan om daar haar studie voort te zetten.’
De Cock trok een denkrimpel in zijn voorhoofd.
‘Marianne van Hoogwoud,’overpeinsde hij hardop, ‘financierde hier haar studie door als callgirl te werken. Wilde ze zich in Amerika ook als callgirl aandienen?’
Everdine schudde haar hoofd.
‘Marianne speelde al jaren in de staatsloterij. Ze kreeg voor elke trekking altijd zeven loten opgestuurd. Er was nooit wat voor haar bij. Daarover beklaagde zij zich vaak. Maar bij de laatste trekking won ze plotseling een prijs van vierhonderdduizend gulden. Met dat geld zou ze haar studie in Amerika gaan financieren.’
Everdine liet haar hoofd weer zakken. Haar lange zwarte haren gleden als een gordijn voor haar gezicht.
‘Ik was zo blij voor haar,’sprak ze snikkend. ‘Ik heb haar een paar maal gekust en gefeliciteerd. Ik gunde het haar zo.’
De Cock zuchtte.
‘Het was achteraf toch niet zo’n gelukkig lot.’Everdine schudde haar hoofd.
‘Het leven is soms zo gemeen, zo bitter, zo ongelooflijk triest, dat je er alleen maar om kan janken.’
Ze maakte haar handtasje open, nam daaruit een gouden armband en hield die omhoog.
‘Close forever… die kwam ik haar tot afscheid brengen.’
14
Toen De Cock de volgende morgen na een lange verkwikkende nachtrust — hij lag om tien uur al in bed — de grote recherchekamer binnenstoof, trof hij Vledder tot zijn verbazing niet op zijn vertrouwde stek achter zijn computer.
Op het blad van zijn eigen bureau trof hij een briefje met de tekst:
Beste Jurrian,
Ik ben met Ben Kreuger van de dactyloscopische dienst naar de Brouwersgracht naar de woning van Marianne van Hoogwoud. Hij had mij nodig voor de sleutel. Kijk intussen de processen-verbaal na, die ik tot nu over de affaire van de callgirls heb opgemaakt. Als het kan ontwijk Buitendam. Hij liep vanmorgen rond met een gezicht van zeven dagen storm. En dat belooft niet veel goeds.
Op het moment dat commissaris Buitendam met een rood hoofd briesend op de grote recherchekamer verscheen, frommelde De Cock snel het briefje tot een prop en wierp het in de prullenbak.
De commissaris wenkte autoritair.
‘Kom mee,’gebood hij kortaf.
De Cock liep gedwee achter de commissaris aan naar zijn kamer. Buitendam nam daar achter zijn immens grote bureau plaats. Hij keek De Cock met een strak gezicht aan.
‘Jij blijft staan?’vroeg hij nors.
De Cock knikte traag.
‘Inderdaad, ik blijf staan. Als ik naar de uitdrukking op uw gezicht kijk, lijkt mij dat het beste.’
Buitendam negeerde de opmerking. Hij tikte met een kromme vinger op het mutatierapport voor zich op zijn bureau.
‘Alweer een moord op een jonge vrouw!’riep hij kwaad. ‘Dat is al de derde binnen enkele dagen. Hoeveel moorden moeten er nog volgen voordat jij in actie komt?’
De Cock keek hem verwonderd aan.
‘Tot actie komt?’herhaalde hij niet-begrijpend.
Buitendam snoof.
‘Voor jij wat doet.’
De Cock reageerde onbewogen.
‘Geldt dit als een verwijt?’vroeg hij gelaten.
Buitendam knikte nadrukkelijk.
‘Meester Medhuizen, onze officier van justitie, heeft mij vanmorgen vragen gesteld… kritische vragen over de stand van het onderzoek.’
De Cock grijnsde.
‘Uiteraard,’sprak hij spottend, ‘hebt u toen geantwoord dat u de beste rechercheur van Amsterdam, Azië en omstreken, de zaak in behandeling had gegeven en dat daarmee de heer officier van justitie was verzekerd van de garantie dat de zaak snel zal worden geklaard.’
Buitendam snoof opnieuw.
‘Jij behoeft mij niet te zeggen,’brulde hij, ‘hoe ik een officier van justitie te woord dien te staan.’
De Cock maakte een afwerend gebaar.
‘Het was maar een suggestie… een vriendelijke aanwijzing hoe het zou kunnen. Ik heb vaak het idee dat tijdens uw onderhoud met leden van de justitie het venijn in uw teksten ver is te zoeken.’Commissaris Buitendam kwam uit zijn stoel overeind. Zijn gezicht zag rood en zijn neusvleugels trilden. Hij strekte zijn arm naar de deur.
‘Eruit.’
De Cock ging.
Toen de grijze speurder in de grote recherchekamer terugkwam, zat Vledder alweer achter zijn computer. De jonge rechercheur monsterde het gezicht van De Cock.
‘Was het weer zover?’
De oude rechercheur knikte lachend.
‘Het was kort maar hevig.’
‘Ik heb je nog zo gewaarschuwd.’
De Cock schudde zijn hoofd.
‘Dat moet je nooit meer doen met zo’n briefje. Als Buitendam het had gevonden…’Hij maakte zijn zin niet af.
‘Heb je vanmorgen nog contact gehad met de mensen van het Remmerdenplein?’
Vledder knikte.
‘De rechercheurs daar hebben naar mijn mening goed werk gedaan. Toen werd getipt dat Robert van Eijsden in Amsterdam was, hebben ze niet direct ingegrepen, maar hem eerst een tijdje gevolgd.’
‘Netjes,’zei De Cock met een glimlach. ‘Eerst toen ze de plek hadden ontdekt waar hij zich schuil hield, hebben ze hem gearresteerd. Op zijn schuilplaats hebben ze een heel arsenaal aan vuurwapens gevonden. Veelal revolvers van Amerikaanse makelij. De technische dienst is bezig te onderzoeken of een of meerdere van die wapens bij recente liquidatiemoorden is of zijn gebruikt. Men denkt daarbij onder meer ook aan de moord op Leonidas ter Abbestede.’
De Cock knikte.
‘De poging tot liquidatie, die wij aanvankelijk in onderzoek hadden.’
‘Precies.’
‘Wanneer mogen wij Robert van Eijsden verhoren?’
Vledder trok zijn schouders op.
‘Wanneer wij maar willen.’
De Cock glimlachte.
‘Hoe coulant.’
Vledder knikte.
‘Dat waren ze.
De Cock leunde in zijn stoel achterover.
‘Leverde het onderzoek van Ben Kreuger aan de Brouwersgracht nog iets op?’
Vledder schudde zijn hoofd.