Als een kreupele hond stuntelde Van In de trap af. In de keuken gooide hij twee bruistabletten in een glas water en stopte hij een paar sneetjes brood in de broodrooster. Warme toast met boter en smeerkaas, een niet te versmaden maaltijd voor wie vijf jaar kotstudent was geweest.
Van In nam zijn medicijn voor de spiegel in de woonkamer. Hij zag er belachelijk uit in een pyjama waarvan de broek ontbrak. Om zijn heupen floreerden de pondjes weer als champignons na een zwoele regenbui. Zelfs met een stuk in de kraag en een hoofd dat smeekte om afgehakt te worden, vond hij dat erg.
De broodrooster kwam net als Van In moeilijk op gang. Het duurde een eeuwigheid voor de toasts uit het toestel opwipten. Meer uit verveling dan uit interesse luisterde Van In naar de telefoonbeantwoorder. Het controlelampje lichtte op. Iemand had hen gisteren blijkbaar gebeld.
‘Hallo, commissaris Van In. U spreekt met mevrouw Neels. Carine is spoorloos verdwenen en ik maak me ongerust. Mijn nummer is 337173. Belt u me alstublieft op.’
Klik.
Het duurde ruim vijf seconden voor Van In de draagwijdte van die boodschap kon inschatten. In de keuken bleef het mechanisme van de broodrooster haperen. De geur van verschroeide toast verspreidde zich door het huis.
Van In spoelde de band terug en luisterde opnieuw naar de noodoproep. Hij liep naar de trap en schreeuwde luidkeels om assistentie. Hannelore reageerde alert. Daar had zijn geschreeuw echter niets mee te maken. Ze stond op omdat ze dacht dat het huis in de fik stond.
‘Kom snel,’ riep Van In.
Hannelore peuterde de zwartgeblakerde sneden uit de broodrooster, terwijl Van In haar de opname liet beluisteren.
‘Trek jij maar een broek aan,’ zei ze ernstig. ‘Ik vrees dat we in de problemen zitten.’
Vijf minuten later reden Hannelore en Van In met de Twingo door de verlaten straten van Brugge, in de richting van de Daverlostraat.
‘Ik had haar nochtans verboden verdere actie te ondernemen,’ zei Van In sip.
‘Zulke operaties improviseer je niet, Pieter Van In. Ik hoop voor jou dat het meisje niets overkomen is.’
‘Als ze mijn instructies heeft opgevolgd, kan er niets gebeurd zijn,’ hield Van In koppig vol. ‘Misschien is ze wel een nacht met haar liefje gaan stappen.’
Hannelore wierp hem een vernietigende blik toe. ‘Jij weet evenveel van vrouwen af als een Indiër van hamburgers,’ snauwde ze.
Aan de Gentpoortbrug maakte ze een scherpe bocht naar rechts.
‘Het is nummer 117,’ zei Van In.
William Aerts mengde zich tussen de mensen die in de hal van het luchthavengebouw stonden te wachten. De kans dat je in een wriemelende massa een bekend gezicht herkent, is tamelijk klein. Hij schrok dan ook toen hij aan de balie van Air Malta Brouwers een geanimeerd gesprek zag voeren met een volslanke stewardess. Er moest iets misgelopen zijn bij Amand waardoor de oude vos lont geroken had. Aerts raakte niet in paniek, maar zocht koortsachtig naar een oplossing. Hij kocht een krant en ging naast twee rugzaktoeristen op de grond zitten. Vanuit die positie hield hij Brouwers scherp in het oog. Het meisje achter de balie tikte de gegevens in die Brouwers haar verstrekte. Aerts zag haar knikken. Waarschijnlijk verscheen op dat moment zijn naam op het scherm. Toen het meisje Brouwers vijf minuten later een ticket overhandigde, wist hij dat zijn vermoeden klopte. Straks zaten ze samen in hetzelfde toestel. Een andere vlucht nemen leek zinloos. Brouwers zou niet vertrekken voor hij er zeker van was dat zijn prooi was ingescheept. Als hij een andere ontsnappingsroute verzon, verhoogde hij de kans dat de exrijkswachter hem zou isoleren en afmaken. Op een vliegtuig was Aerts relatief veilig en in Zaventem zou hij zich onmiddellijk aanmelden bij de luchthavenbrigade, een plan waarvan Brouwers niet op de hoogte was. Aerts raadpleegde een van de grote klokken in de hal. Het duurde nog een halfuur voor ze inscheepten en dat was ruim voldoende voor een practical joke.
Aerts stond op en liep doodgemoedereerd naar de dichtstbijzijnde telefooncel. Via de internationale inlichtingendienst informeerde hij naar het nummer van de rijkswacht in Zaventem. Hij toetste het nummer in. De verbinding kwam binnen de tien seconden tot stand. Aerts vertelde eerste wachtmeester Dupain dat hij op de luchthaven van Lucqa door een landgenoot was aangeklampt, die hem had voorgesteld tegen betaling een pakje naar België mee te nemen. De man moest zogezegd wegens dringende zaken in Malta blijven. Aerts was natuurlijk niet op dat voorstel ingegaan, maar hij vond het toch verdacht dat diezelfde zakenman later dan toch een ticket had gekocht. Aerts gaf Dupain het vluchtnummer en een korte beschrijving van Brouwers. Toen hij inhaakte, straalde hij als een jonge renner die net zijn eerste kermiskoers heeft gewonnen.
Liliane Neels zat met roodbetraande ogen in de salon. De moeder van Carine vertelde in horten en stoten wat er gebeurd was.
‘Carine zei gisteren dat ze nog iets voor haar werk moest doen en dat het laat kon worden. Ik vroeg haar hoe laat. Rond middernacht, zei ze. Toen ik wilde weten waar ze naartoe ging, drukte ze haar wijsvinger op mijn lippen en zei dat ze nu onder de koffer werkte.’
Liliane Neels begon te snikken.
‘Ze wilde me zelfs niet uitleggen wat onder de koffer betekent.’
Van In keek een andere richting uit.
‘Undercover wil zeggen dat ze met een speciale opdracht belast is,’ hoorde hij Hannelore bloedernstig verklaren.
‘Misschien is een en ander wat uitgelopen,’ voegde ze eraan toe. ‘Carine is een zelfbewuste jonge vrouw. Ze loopt heus niet in zeven sloten tegelijk.’
‘Nee,’ lachte Liliane door haar tranen heen. ‘Dat heeft ze van wijlen haar vader.’
Van In vervloekte de manier waarop hij de zaak had aangepakt. Wroeging knaagde aan zijn ziel. Het zag ernaar uit dat hij een jonge meid in het verderf had gestort. Het speet hem nu zelfs dat hij Linda Aerts de daver op het lijf had gejaagd. De vrouw had een rotleven achter de rug en daar had hij nog een schepje bovenop gedaan.
‘Maakt u zich geen zorgen, mevrouw Neels. Ik geef u mijn woord dat we alles zullen doen om Carine op te sporen.
‘Dank u, mijnheer,’ zei Liliane Neels. ‘Ik hoop dat u haar snel terugvindt. Carine is het enige wat ik nog heb.’
Hannelore slikte de krop in haar keel weg.
Een kolonne van vier politiecombi’s en drie patrouillewagens reed met een gezapige snelheid over de Gistelsesteenweg. Geen zwaailichten en geen sirenes, had Van In gezegd. De Twingo sloot de rij. In minder dan een uur had Hannelore de procureur en de onderzoeksrechter ervan kunnen overtuigen een huiszoeking te bevelen in de gebouwen van vzw de Zorghe.
Voorbijgangers bleven verwonderd staan toen de karavaan politiewagens voorbijreed. Het leek allemaal zo onwezenlijk, zo zonder zwaailichten en sirenes.
Carine ontwaakte langzaam uit haar verdoving. Haar mond was kurkdroog. Ze wilde opstaan. Toen dat niet lukte, bukte ze zich voorover. Haar armen werden gehinderd door een rinkelende ketting. Paniek is een redeloos monster dat je plotseling overvalt. Carine rukte aan haar boeien en probeerde zich wanhopig los te rukken. Naarmate de verdoving wegebde, realiseerde ze zich wat er gisteren gebeurd was. Na de proefopnames was ze naar huis gereden. Ilse had haar vooraf de foto’s laten zien en die vielen best mee. Ze had contacten met diverse bladen en die betaalden hun mannequins goed. Zwart natuurlijk, gniffelde ze. Maar wat kan jou dat schelen? Je zit in de nesten en met de twintigduizend frank die je vanavond verdient, kan je een deel van je schulden afbetalen of jezelf eens lekker laten verwennen, voegde ze er met een knipoog aan toe. De vzw probeert mensen in moeilijkheden te helpen. Een mooie meid als jij hoeft haar geld niet met schoonmaken te verdienen. Wij, van de vzw, gaan ervan uit dat de gemakkelijkste weg om je doel te bereiken de beste is.
Carine was eerst van plan geweest bij Van In verslag uit te brengen en hem te vertellen dat in de Zorghe niets aan de hand was. Volgens haar was de vzw een bonafide instelling. Maar ze was bang dat Van In kwaad zou worden als hij hoorde dat ze zijn bevel had genegeerd. Dus was ze ‘s avonds toch op haar fiets naar de Zorghe gereden. Eigenlijk kon ze de beloofde twintigduizend frank ook best gebruiken. Die beslissing had Carine zich nu al duizend keer beklaagd.