‘De vraag om het onderzoek in de doofpot te stoppen komt van niemand minder dan de minister van Buitenlandse Zaken. Hij vreest dat het onderzoek naar een langvergeten moord zijn partij geen goed zal doen.’
‘De klootzak,’ fulmineerde Hannelore. ‘Hij kwam destijds ook zijn pijp uitkloppen in de Love.’
Beekman schrok van haar taalgebruik.
‘Naar verluidt zijn er nog andere politici actief geweest,’ zei hij voorzichtig.
‘En die moeten nu gespaard worden.’
Indien Hannelore Beekman niet zo hoog had gewaardeerd, was ze nu boos opgestapt.
‘Ik vraag me eerlijk gezegd af wat jij van die rotzooi denkt, Jozef.’
‘Technisch gezien is de procureur-generaal mijn directe overste,’ zei hij met een flauwe glimlach.
Hannelore was blij dat ze niet boos was weggelopen.
‘Technisch,’ gniffelde ze. ‘Dat belooft voor de toekomst.’
Beekman mocht dan onconventioneel overkomen, ambitieus was hij zeer zeker.
‘Begrijp me niet verkeerd, Hannelore. Officieel kan ik je niet helpen. Integendeel. Normaal zou ik je op de vingers moeten tikken.’
‘Ik ben zwanger, Jozef. Voor je het weet, klaag ik je aan wegens kindermishandeling.’
Beekman kon het niet laten een blik op haar buik te werpen.
‘Dat beweer je nu al drie maanden. In ons vak hebben we bewijzen nodig.’
Hannelore vond het een aardig compliment.
‘Wat als we met echte bewijzen op de proppen komen?’
Beekman glimlachte.
‘Officieel kan ik niet veel doen, maar officieus krijg je carte blanche. Het kan me niet schelen wie er bij de zaak betrokken is. Bel me als er iets uit de bus komt en ik zweer je dat ik West-Vlaanderen op zijn kop zet.’
‘Ook als de minister erbij betrokken is?’
‘Als daarvoor argumenten zijn, zal ik geen moment aarzelen de nodige stappen te zetten.’
‘En als de procureur-generaal zijn veto stelt?’
Beekman snoof verachtelijk.
‘De magistratuur is niet meer wat zij geweest is, Hannelore. Als jij voor gefundeerd bewijsmateriaal zorgt, zal mijnheer de procureur-generaal gauw een toontje lager zingen.’
‘Van In zal blij zijn wanneer hij dat hoort,’ lachte Hannelore. Ze drukte Beekman de hand en liep haastig naar buiten. Het werd tijd dat ze zelf in actie schoot.
Hield de rijkswacht ervan af en toe een showtje op te voeren of wilden ze per se aantonen dat hun wagenpark dringend aan vernieuwing toe was? Die vraag stelde Van In zich toen een vooroorlogse, gepantserde truck de binnenplaats van het politiecommissariaat opreed. William Aerts werd geboeid en onder begeleiding van twee stoere gendarmes in gevechtskledij naar binnen gebracht.
Pas toen Van In de nodige documenten had ondertekend, ontdeden ze Aerts van zijn boeien. Van In bedankte de rijkswachters en loodste Aerts naar een verhoorkamer op de derde verdieping. Zoals alle ruimtes waarin mensen ondervraagd worden, blonk ook deze kamer niet uit door een knusse inrichting. Er stonden een metalen tafel, drie stoelen en een mechanische schrijfmachine. De compacte Sony-bandopnemer en een thermoskan koffie zorgden voor een modern tintje.
‘Gaat u zitten, mijnheer Aerts.’
William liet zich in een stoel zakken. Hij zag er uitgeput uit na een slapeloze nacht op een harde brits. Van In schonk twee koppen koffie in en zette de bandopnemer aan.
‘De verloren zoon is dus terug,’ zei hij sarcastisch. ‘Ik hoop dat dit onderhoud de moeite loont.
Aerts richtte zijn hoofd op. Hij wreef over zijn stoppelbaard en nam de politieman in een korte flits op.
‘Zal ik beginnen bij het begin, commissaris?’
Van In knikte, spoelde de band terug, controleerde de kwaliteit van de opname en duwde opnieuw de startknop in. Daarna leunde hij achterover en gebaarde Aerts dat hij van wal kon steken.
Het eerste deel van het verhaal was weinig relevant. Aerts had de Cleopatra overgenomen van Vandaele en er een luxehoerentent van gemaakt. Belangrijke gasten kregen echter een speciale behandeling in de Love. Dat verliep discreet en veilig. Aerts werkte uitsluitend op commissie en hoefde zelden professionele meisjes te leveren. Dat gebeurde pas op het ogenblik dat de voorraad vrijwilligers uitgeput was.
‘U wist dus dat Vandaele zijn slachtoffers rekruteerde via de vzw Eigen Hulp.’
Aerts nam een slok van de koffie en vroeg of Van In een sigaret kon missen.
‘Daar bent u dus achter gekomen,’ grinnikte hij.
Van In nam zelf een sigaret en schoof het pakje door.
‘Hoe rijker ze zijn, hoe gieriger ze worden, commissaris. In de Love werd gratis geneukt. Iedere jonge vrouw die een beroep deed op de fondsen van de vzw kon haar schulden op twee manieren terugbetalen: in natura of contant.’
‘Mooie liefdadigheid,’ merkte Van In bitter op.
‘Van liefdadigheid was inderdaad geen sprake, commissaris. De vzw liet haar cliënten twee documenten ondertekenen. In het ene stond vermeld dat ze een bepaald bedrag cadeau hadden gekregen. Het andere was een schuldbekentenis voor datzelfde bedrag. Dat gold trouwens voor alle tussenkomsten van de vzw. Van oude wijven, verstokte dronkaards en brave huisvaders werd cash verwacht.’
Nu begreep Van In hoe de vzw erin geslaagd was zijn dubbele boekhouding te laten kloppen. De zogezegde giften waren in feite leningen die zwart werden teruggevorderd.
‘En niemand protesteerde daartegen.’
‘Sukkelaars houden zich gedeisd, commissaris. Iedereen die bij de vzw aanklopte, werd zorgvuldig doorgelicht. Het ging meestal om mensen die met een tijdelijk financieel probleem zaten en nergens anders terecht konden.’
‘Zoals daar zijn?’
Aerts glimlachte om de naïviteit van de commissaris. Ambtenaren met een vast salaris konden zich niet voorstellen wat het kruipvolk dat net onder de armoedegrens leefde ervoor over had om mee te kunnen draaien in de consumptiemaatschappij.
‘Steuntrekkers, mannen die gebukt gaan onder de last van onbetaalbare onderhoudskosten, gezinnen met torenhoge schulden, studenten zonder beurs en alleenstaande vrouwen,’ zei hij hoofdschuddend. ‘De vierde wereld hoef je niet alleen in de krottenwijken te zoeken. Honderdduizenden landgenoten leven op de rand van de financiële afgrond, terwijl ze in onopvallende buurten wonen en een normaal leven leiden. Ze verdienen net voldoende om zich een woning en een maaltijd te kunnen veroorloven. Wat ze overhouden besteden ze aan luxeproducten die ze zich eigenlijk niet kunnen permitteren. Dat is het soort van mensen aan wie de vzw renteloos geld leent: de eerlijke, arme burgers die hun schulden meestal terugbetalen.’
‘De mooie, alleenstaande vrouwen kregen de kans hun schulden in natura af te lossen.’
‘Dat klopt, commissaris.’
‘En daar profiteerde een aantal zakenvrienden van Vandaele van.’
‘Inderdaad,’ grinnikte Aerts. ‘Vandaele weet verdomd goed waar Abraham de mosterd vandaan haalt.’
Van In had de indruk dat Aerts oprecht was.
‘Als ik het goed begrijp, zamelde de vzw fondsen in voor het goede doel. Het geld werd officieel weggeschonken aan de minderbedeelden, maar officieus gerecupereerd via renteloze leningen.’
‘Ik kan uw volgende vraag wel raden,’ glimlachte Aerts. ‘U wilt natuurlijk weten wat er met dat witgewassen geld gebeurde.’
Van In wist waar de miljoenen naartoe stroomden, maar liet daar niets van merken.
Aerts schonk zichzelf een kop koffie in en nam een sigaret.
‘Lodewijk Vandaele is een idealist. Hij walgt van onze hedendaagse permissieve, ongeordende maatschappij. Hij streeft naar een samenleving waar iedereen zijn plaats kent en waar alles op wieltjes loopt.’
‘Het Singapore-model.’
‘Precies, commissaris. Singapore is zijn lichtend voorbeeld. Hij wilde van Vlaanderen een modelstaat maken en om dat te verwezenlijken, diende eerst de discipline hersteld. Het VLOK kon die droom verwezenlijken.’
‘Is dat niet een beetje hypocriet voor een pedofiel?’
Aerts schudde het hoofd. ‘U begrijpt het niet, commissaris. Vandaele ziet zichzelf als een kindervriend. Hij vindt de liefde tussen een kind en een volwassene puur en ongerept.’