Выбрать главу

‘Naar mijn gevoel heeft Vandaele ze niet allemaal op een rij,’ zei Van In.

‘Dat kunt u wel zeggen, commissaris. Waarom denkt u anders dat ik mezelf heb aangegeven?’

‘Dat heb ik me inderdaad afgevraagd.’

‘Ik was bang voor Jos Brouwers.’

Aerts schetste een beeld van de huurmoordenaar die Vandaele op hem had afgestuurd.

‘Waarschijnlijk vreesde Vandaele dat ik iets zou loslaten over de moord op Dani.’

‘De transseksueel,’ vulde Van In aan.

Aerts zweeg.

‘Kende u haar van vroeger?’

‘Nee. Op een dag verscheen Dani in de Cleopatra en polste of ik werk voor haar had. Ze beweerde dat ze dringend geld nodig had voor een borstcorrectie.’

Aerts trok een vies gezicht alsof hij net een hap rotte vis had genuttigd.

‘Was ze zo lelijk?’

‘Integendeel, commissaris.’

‘U nam haar dus in dienst.’

‘Ja.’

‘En voldeed ze?’

‘En of ze voldeed,’ zei Aerts bitter. ‘U moet weten, commissaris dat voor een meisje bij ons kon beginnen, ik…’

Zijn stem stokte. Geen enkele regisseur zou er ooit in slagen het begrip afschuw zo pregnant in beeld te brengen.

‘U bent dus met hem naar bed geweest.’ Van In schakelde met opzet over op het mannelijk voornaamwoord. Aerts kreeg het moeilijk.

‘En, was het goede seks?’

Soms zijn woorden kwetsender dan fysiek geweld. In dit geval fungeerde die laatste opmerking als een brandijzer in een open wonde. Van In zag hoe Aerts zijn vuisten balde. Zijn kneukels trokken wit weg.

‘Er staan twee agenten voor de deur, mijnheer Aerts. In uw plaats zou ik rustig blijven zitten.’

Van In moest toegeven dat hij van het spel genoot. Niets verschaft meer voldoening dan het uitoefenen van macht op een medemens. Dat euforische gevoel ligt aan de basis van ieder totalitair regime. Maar als rechtgeaard democraat zag Van In zich verplicht zijn eigen grenzen te verkennen. Alleen wie de verleiding van de dictatuur heeft geproefd, kan weerstand bieden aan de lokroep van uiterst-rechts.

‘U bent er dus ingetuind,’ zei Van In minder scherp.

Aerts staarde wezenloos voor zich uit. De stress van de voorbije twee dagen begon zijn tol te eisen. Een askegel van twee centimeter lang dreigde van zijn sigaret te vallen. Van In reikte hem een asbak aan en schonk de kopjes opnieuw vol.

‘Ja,’ zei hij mat.

Van In kon zich voorstellen hoe Aerts zich voelde.

‘Gaat u verder, mijnheer Aerts. Wat is er daarna gebeurd?’

‘De volgende avond kreeg ik Provoost en Brys over de vloer. Ze waren in een uitgelaten stemming en eisten het beste vlees dat voorhanden was.’

‘En toen liet je Dani opdraven.’

Aerts knikte.

‘Terwijl u wist dat…’

‘Provoost en Brys waren arrogante snobs. Ze behandelden me al jaren als het vuil van de straat.’

‘En u wilde hun een loer draaien.’

Aerts dronk gulzig van de koffie en stak een nieuwe sigaret op. De confrontatie met het verleden maakte hem depressief. Provoost en Brys hadden zijn hele leven gedomineerd. Als kind al mocht hij hun vuile klussen opknappen en op de middelbare school lieten ze geen gelegenheid onbenut om hem te kleineren. Steek nog eens een scheet in brand, William. Er ligt een vlieg in mijn soep. Wedden voor honderd frank dat William die zal opeten? Provoost en Brys betaalden hem een pils voor elke heldendaad. Toen Aerts op zijn achttiende besloot naar de universiteit te gaan, lieten ze hem vallen als een baksteen. Kinderen van arbeiders dienden de kost te verdienen met hun handen, hoonden ze. Na een rampzalig semester trok Aerts naar Amsterdam en belandde er in het drugmilieu. Vier jaar later keerde hij als een rijk man naar Brugge terug, waar hij zijn fortuin verbraste. Nu mochten anderen scheten in brand steken, insecten vreten of in hun blote bast over het marktplein draven. In die periode ontmoette hij Linda en samen beproefden ze hun geluk in de Cleopatra. Meester Vandaele haalde hem met veel trompetgeschal binnen. Alles ging relatief goed tot Provoost en Brys weer ten tonele verschenen.

‘Mijnheer Aerts, luistert u nog?’

Van In reikte hem een nieuwe sigaret aan.

‘U wilde dus weerwraak nemen?’

‘Wat had u in mijn plaats gedaan, commissaris?’

Van In glimlachte. In dit land liepen grotere klootzakken dan Aerts rond.

‘En u bracht het gezelschap naar de Love?’

‘Inderdaad, commissaris.’

Van In kon zich de rest van het verhaal min of meer voorstellen. Alle stukjes van de puzzel vielen mooi in elkaar.

‘Nog geen uur later belde Brys me op. Hij klonk zenuwachtig. Ik had wel de indruk dat hij bloednuchter was. Hij smeekte me onmiddellijk naar de Love te komen. Er was iets verschrikkelijks gebeurd.’

‘Ze hadden Dani vermoord.’

‘Brys bezwoer me dat het een ongeluk was. Na een explosief triootje had Dani bekend dat hij eigenlijk een man was. Provoost was razend geworden. Er ontstond een gevecht. Dani viel met haar hoofd op de rand van het bed. Ze stierf ter plekke.’

‘Ik veronderstel dat u de ware identiteit van Dani kent?’

‘Wat bedoelt u daarmee, commissaris?’

‘Zegt de naam Desmedt u iets?’

Als de verbijstering op zijn gezicht geveinsd was, verdiende Aerts terecht een Oscar.

‘Dani Desmedt?’

‘Dani Desmedt van de lagere school, mijnheer Aerts. Herinnert u zich de prop en de wasknijper nog?’

‘Dat kan niet,’ zei Aerts beslist. ‘Ik zou hem zeker…’

‘… herkend hebben,’ vulde Van In ironisch aan.

Het bleef even stil.

‘Nu begrijp ik het,’ stamelde Aerts. ‘Daarom reageerde Provoost zo furieus. Een mooiere wraakneming voor het leed dat ze zijn tweelingbroer hadden aangedaan, had Dani zich niet kunnen wensen.’

‘U wist dus echt niet hoe de vork in de steel zat?’ vroeg Van In verwonderd.

Dat was duidelijk een overbodige vraag. Het gezicht van Aerts sprak boekdelen.

‘Laat maar. Vertelt u me liever wat er verder gebeurd is.’

Aerts schraapte zijn keel. Hij klopte de sigarettenas van zijn broek alsof hij het verleden van zich af wilde schudden.

‘Toen ik tien minuten later arriveerde, verkeerde Provoost in alle staten. Hij had Vandaele gecontacteerd en die eiste dat ik het lijk in de Hoge Venen zou gaan dumpen.’

‘En dat hebt u niet gedaan?’

‘Wat dacht u? Dit was mijn kans om de heren met gelijke munt te betalen.’

‘Dus begroef u Dani op het terrein van de Love.’

‘Had u het risico gelopen om voor honderdduizend frank een lijk naar de Ardennen te brengen?’

‘U wilde meer.’

Van In haalde de laatste sigaret uit het pakje. Toen hij Aerts begerig zag kijken, belde hij de meldkamer en stuurde een agent om een nieuwe voorraad rookgerei.

‘Ik geef toe dat ik Provoost en Brys heb gechanteerd. Ik stond onder zware financiële druk van Vandaele en Dani was toch dood. Daar kon niemand nog iets aan veranderen.’

‘U had geld nodig,’ knikte Van In vol medeleven. ‘Wist Vandaele dat u Brys en Provoost chanteerde?’

Aerts had de hele tijd een behoorlijk zelfverzekerde indruk gemaakt. Nu begon zijn onderlip te trillen.

‘Dat weet ik niet. Hij stuurde in ieder geval Brouwers op me af. Ik ken Vandaele goed. Niemand beledigt hem ongestraft. Voor verraad kent hij slechts één straf.’

‘Nemo me impune lacessit,’mompelde Van In.

‘Wat zegt u, commissaris?’

Van In dacht aan Het vat Amontillado van Edgar Allan Poe.

‘U vluchtte dus omdat het lijk op het terrein van de Love werd ontdekt, waaruit bleek dat u destijds uw plicht had verzuimd.’

Aerts knikte.

‘En door uzelf aan te geven, hoopte u op een milde straf.’

‘Ik doe een beroep op de wet, commissaris.’

Er werd geklopt. Een hulpagent overhandigde Van In een pakje Marlboro en een doos lucifers. Van In scheurde het bandje los en stak een sigaret op. De rest gaf hij aan Aerts.

‘Ik zal u een voorstel doen, mijnheer Aerts. Straks laat ik u pen en papier bezorgen. Ik wil dat u het hele verhaal voor me opschrijft. Neemt u rustig de tijd, want de kans dat u dit gebouw binnen de vierentwintig uur verlaat, is behoorlijk klein. Daarna zal de onderzoeksrechter over uw lot beslissen.’