Выбрать главу

‘Als je met “we” Deborah bedoelt, ja, dat hebben we,’ zei ik. ‘Ik heb haar beloofd dat ik een blik in het dossier zou werpen.’

‘Grmfl,’ zei Vince met zijn mond vol. ‘Goewoe bloeb duz kib.’

‘Vergeef me, meester,’ zei ik. ‘De taal die u spreekt is mij onbekend.’

Hij kauwde en slikte. ‘Ik zei dat er deze keer in ieder geval genoeg bloed is. Maar je staat toch aan de zijlijn. Ze hebben de klus aan Bradley gegeven.’

‘Mag ik het dossier zien?’

Hij nam weer een hap. ‘Ie waf nof ulluffuh…’

‘Ongetwijfeld, en in het Engels?’

Vince slikte weer. ‘Ik zei: hij was nog in leven toen zijn been eraf werd gehaald.’

‘Sommige mensen zijn echte volhouders, vind je niet?’

Vince nam de rondo tussen zijn tanden, pakte het dossier, stak het me toe en nam op hetzelfde moment een grote hap van de rondo.

Ik pakte het dossier aan en zei: ‘Ik moet gaan, voordat je weer iets probeert te zeggen.’

‘Te laat,’ riep hij me kauwend na.

Ik wandelde terug naar mijn kantoor en nam onderweg de inhoud van het dossier door. Gervasio Cesar Martez had het lijk gevonden. Hij was beveiligingsmedewerker en werkte voor Sago Security Systems. Hij werkte daar al veertien maanden en had geen strafblad.

Martez had het lijk gevonden om 22.17 uur en had meteen de directe omgeving afgezocht voordat hij de politie belde. Hij wilde de pendejo pakken die dit had gedaan, want mensen hoorden dit soort dingen niet te doen en zeker niet wanneer hij, Gervasio, dienst had. Dan was het alsof ze het hem hadden aangedaan, begrijpt u? Dus wilde hij dit monster zelf in de kraag vatten. Maar dat was helaas niet gelukt. Want hij had nergens een spoor van de dader gezien, dus had hij de politie maar gebeld.

De arme man had het persoonlijk opgevat. Ik had begrip voor zijn verontwaardiging. Een dergelijke brutaliteit kon niet worden getolereerd. Natuurlijk was ik ook heel blij dat zijn eergevoel mij genoeg tijd had gegeven om te ontsnappen. Ik, die altijd had gedacht dat moraliteit zinloos was.

Ik wilde mijn donkere kantoor binnen lopen maar botste tegen inspecteur LaGuerta op. ‘He,’ zei ze. ‘Zag je me niet?’ Maar ze ging niet opzij.

‘Ik ben geen ochtendmens,’ zei ik. ‘Mijn bioritme ontwaakt pas om een uur of twaalf.’

Van heel dichtbij keek ze naar me op. ‘Ik kan het niet aan je zien,’ zei ze.

Ik schoof langs haar heen naar mijn bureau. ‘Wat kan ik voor je doen?’ vroeg ik. ‘Kan ik een bijdrage leveren aan het majestueuze apparaat van de gezagshandhaving?’

Ze staarde me aan. ‘Je hebt een bericht,’ zei ze. ‘Op je antwoordapparaat.’

Ik keek naar mijn antwoordapparaat. Inderdaad, het lichtje knipperde. Deze vrouw was echt scherpzinnig.

‘Een of andere vrouw,’ zei LaGuerta. ‘Ze klinkt slaperig en gelukkig. Heb je soms een vriendin, Dexter?’ Haar stem had een uitdagende ondertoon.

‘Ach, je weet hoe het gaat,’ zei ik. ‘Vrouwen zijn tegenwoordig zo vooruitstrevend en als je zo knap bent als ik, verliezen ze onmiddellijk hun hoofd.’ Het was geen erg gelukkige woordkeuze, want terwijl ik het zei, moest ik denken aan het vrouwenhoofd dat kortgeleden naar me toe was geslingerd.

‘Kijk maar uit,’ zei LaGuerta. ‘Vroeg of laat blijft er een aan je plakken.’ Ik had geen idee wat ze daarmee bedoelde, maar het beeld was al verontrustend genoeg.

‘Je hebt ongetwijfeld gelijk,’ zei ik, ‘maar tot dan is het carpe diem.’

‘Wat?’

‘Dat is Latijn,’ zei ik. ‘Het betekent: “klachten alleen overdag, a.u.b.” ’

‘Wat denk je van die van de afgelopen nacht?’ vroeg ze opeens.

Ik liet haar het dossier zien en zei: ‘Ik wilde er net naar gaan kijken.’

‘Het is niet dezelfde dader,’ zei ze met een boze blik. ‘Die verdomde verslaggevers mogen zeggen wat ze willen. McHale is schuldig. Hij heeft bekend. Het kan dezelfde dader niet zijn.’

‘Toch lijkt het me een te groot toeval,’ zei ik. ‘Dat er tegelijkertijd twee van zulke moordenaars zouden rondlopen.’

LaGuerta haalde haar schouders op. ‘Dit is Miami. Dat soort gasten komt hier hun vakantie doorbrengen. Er lopen hier zo veel moordenaars rond. Ik kan ze niet allemaal pakken.’

Om u de waarheid te zeggen kon ze er niet een pakken, tenzij hij zich van een hoog gebouw wierp en door het open dak van haar auto naast haar op de passagiersstoel terechtkwam. Maar het leek me niet het juiste moment om dat tegen haar te zeggen. LaGuerta kwam dichter bij me staan en tikte met een donkerrode nagel op het dossier. ‘Je moet hierin iets zien te vinden, Dexter. Iets wat aantoont dat het niet dezelfde dader is.’

Er ging me een licht op. Ze werd onder druk gezet, vermoedelijk door korpschef Matthews, iemand die alles geloofde wat hij in de krant las zolang ze zijn naam maar juist spelden. En ze had behoefte aan munitie om terug te knokken. ‘Natuurlijk is het niet dezelfde,’ zei ik. ‘Maar waarom ben je bij mij gekomen?’

Ze staarde me enige tijd aan met half dichtgeknepen ogen, wat er nogal vreemd uitzag. Ik vermoed dat ze die blik had gezien in een van de films waar Rita me altijd mee naartoe sleepte, maar waarom LaGuerta die blik nu op mij toepaste, was me een raadsel. ‘Ik heb je de driedaagse laten bijwonen,’ zei ze. ‘Zelfs toen Doakes je de deur uit wilde schoppen. Ik heb ervoor gezorgd dat je kon blijven.’

‘Hartelijk bedankt.’

‘Omdat jij soms gevoel voor dit soort dingen hebt. Voor de seriemoordenaars. Dat zegt iedereen. Dat Dexter soms het juiste voorgevoel heeft.’

‘Is dat zo?’ zei ik. ‘Ik heb gewoon een of twee keer goed gegokt.’

‘En ik heb iemand in het lab nodig die iets voor me kan vinden.’

‘Waarom vraag je het dan niet aan Vince?’

‘Hij is niet zo leuk,’ zei ze. ‘Jij zult iets vinden, denk ik.’

Ze stond nog steeds verontrustend dichtbij, zo dichtbij dat ik haar shampoo kon ruiken. ‘Ik zal mijn best doen,’ zei ik.

Ze knikte naar het antwoordapparaat. ‘Ga je haar terugbellen? Je hebt nu geen tijd om achter de vrouwtjes aan te jagen.’

Ze was nog steeds niet achteruitgegaan en het duurde even voordat ik doorhad dat ze het over het bericht op mijn antwoordapparaat had. ‘Volgens mij jagen ze achter mij aan, inspecteur.’

‘Ha! Daar zou je wel eens gelijk in kunnen hebben.’ Ze keek me nog even strak aan, draaide zich toen om en liep weg.

Ik weet niet waarom maar ik keek haar na. Het ging helemaal vanzelf. En net voordat ze de hoek om liep, streek ze haar rok glad over haar heupen, draaide ze haar hoofd om en keek ze me nog een keer aan. Toen was ze weg, opgeslokt door de ondoorgrondelijke mysteries van de politiek binnen het politiedekorps.

En ik? De arme, verwarde Dexter? Wat kon ik anders doen? Ik liet me in mijn bureaustoel zakken en drukte op het afspeelknopje van het antwoordapparaat. ‘Hallo, Dexter. Met mij.’ Natuurlijk. En hoe vreemd het misschien ook mag klinken, de lome, enigszins schorre stem leek op die van Rita. ‘Mm… ik zat weer aan gisteravond te denken. Bel me terug, tijger.’ Zoals LaGuerta al had vastgesteld, klonk ze vermoeid en gelukkig. Ik had blijkbaar een nieuwe vriendin.

Waar zou deze waanzin eindigen?

18

Ik bleef zitten nadenken over de wrede ironie van het leven. Nadat ik zo veel jaren als solitair had geleefd, werd ik nu opeens van alle kanten belaagd door hongerige vrouwen. Deb, Rita, LaGuerta… blijkbaar waren ze geen van drieen in staat zonder mij verder te leven. Maar de enige persoon aan wie ik mijn tijd wilde besteden, was de onbekende die barbiepoppen in mijn koelkast achterliet. Was dit wel eerlijk?

Ik stak mijn hand in mijn zak en voelde het smalle, dunne object glaasje dat veilig opgeborgen zat in het afgesloten bewijszakje. Het zorgde ervoor dat ik me even iets beter voelde. Ik deed tenminste iets. En was de enige voorwaarde die je aan het leven mocht stellen niet dat het interessant was? Nou, dat was het in ieder geval wel, interessant, meer dan dat zelfs. Ik zou een jaar van mijn leven willen geven als ik meer te weten kon komen over deze ongrijpbare schim die me genadeloos treiterde met zijn elegante werk. Het was zelfs zo dat het korte intermezzo met Jaworski me bijna een jaar van mijn leven had gekost.