Выбрать главу

Een knap staaltje verhoortechniek. Neem je belangrijkste getuige en zorg ervoor dat die zich tegen je keert. Als je je zaak in de eerste belangrijke uren om zeep kunt helpen, scheelt dat je later een hoop tijd en papierwerk.

Ze sloot het gesprek af met een paar dreigementen en stuurde de man weg. ‘Stomme indiaan,’ mopperde ze toen hij buiten gehoorsafstand was.

‘Niet iedereen is hetzelfde, inspecteur,’ zei ik. ‘Zelfs campesinos niet.’ Ze draaide zich om en liet haar blik langzaam over me heen gaan terwijl ik me afvroeg waarom ze dat deed. Was ze vergeten hoe ik eruitzag? Maar uiteindelijk verscheen er een brede glimlach op haar gezicht. Ze mocht me echt, de idioot.

‘Hola, Dexter. Wat doe jij hier?’

‘Ik hoorde dat jij hier was en kon me gewoon niet beheersen. Alsjeblieft, inspecteur, wanneer gaan we trouwen?’

Ze giechelde. De andere rechercheurs binnen gehoorsafstand wisselden een blik met elkaar en keken toen de andere kant op. ‘Ik koop nooit schoenen voordat ik ze heb gepast,’ zei LaGuerta. ‘Hoe goed ze er ook uitzien.’ En hoewel ik ervan overtuigd was dat ze dat meende, verklaarde het nog niet waarom ze haar tong langs haar tanden liet gaan terwijl ze het zei. ‘Ga nu maar weg. Je leidt me af. Ik heb belangrijk werk te doen.’

‘Dat zie ik,’ zei ik. ‘Heb je de dader al gepakt?’

Ze snoof. ‘Je lijkt wel een reporter. Die klojo’s krijg ik zo meteen op mijn dak.’

‘Wat ga je tegen hen zeggen?’

Ze keek naar het hoopje lichaamsdelen en fronste haar wenkbrauwen. Niet omdat de aanblik haar hinderde. Wat ze zag, was haar carriere, en ze probeerde te bedenken wat ze straks tegen de pers zou zeggen.

‘Dat het alleen een kwestie van tijd is voordat de moordenaar een fout maakt en we hem dan pakken…’

‘Wat inhoudt,’ zei ik, ‘dat hij tot nu toe nog geen fouten heeft gemaakt, dat je geen enkel spoor hebt en dat je moet wachten totdat hij nog een slachtoffer maakt voordat je iets kunt doen?’

Ze bleef me even strak aankijken. ‘Fris mijn geheugen eens op. Waarom mocht ik je ook alweer?’

Ik haalde mijn schouders op. Ik had geen idee, maar waarschijnlijk wist ze het zelf ook niet.

‘Wat we hebben is nada y nada. Die Guatemalteek…’ Ze wierp een vuile blik naar de weglopende indiaan. ‘… heeft het lijk gevonden toen hij het vuilnis van het restaurant buitenzette. Hij herkende de vuilniszakken niet en heeft er een opengemaakt om te zien of er iets bruikbaars in zat. En toen vond hij het hoofd.’

‘Kiekeboe,’ zei ik zacht.

‘Wat?’

‘Niks, laat maar.’

Ze keek om zich heen en fronste haar wenkbrauwen, misschien in de hoop dat er ergens een aanwijzing te voorschijn zou springen en zij die kon neerschieten.

‘En dat is alles. Niemand heeft iets gezien of gehoord. Niks. Ik zal moeten wachten totdat jouw collega-nerds klaar zijn voordat ik meer weet.’

‘Inspecteur,’ zei een stem achter ons. Korpschef Matthews kwam op ons af lopen in een wolk Aramis-aftershave, wat inhield dat de pers ieder moment kon arriveren.

‘Hallo, commissaris,’ zei LaGuerta.

‘Ik heb agent Morgan gevraagd mee te werken aan het onderzoek,’ zei hij en LaGuerta kromp ineen. ‘In haar hoedanigheid van undercoveragente heeft ze bronnen binnen de prostitutiegemeenschap die kunnen bijdragen aan het vinden van een oplossing.’ De man sprak als een grammaticaboek. Hij had te veel jaren rapporten geschreven.

‘Commissaris, ik weet niet of dat echt nodig is,’ zei LaGuerta.

Hij knipoogde en legde zijn hand op haar schouder. Personeelsmanagement is een kunst. ‘Ontspan je, inspecteur. Ze zal jou als leider van het onderzoek op geen enkele manier in de weg lopen. Ze neemt alleen contact met je op wanneer ze iets te melden heeft. Over getuigen en dat soort dingen. Haar vader was een verdomd goede politieman. Afgesproken?’ Zijn blik dwaalde af en werd toen gericht op iets aan de andere kant van het parkeerterrein. Ik keek en zag het busje van Channel 7 News aankomen. ‘Als jullie me willen excuseren,’ zei Matthews. Hij trok zijn das recht, plooide zijn gezicht in een serieuze uitdrukking en liep op het busje af.

‘Puta,’ mompelde LaGuerta.

Ik wist niet of ze daarmee op de situatie in het algemeen of op Deb doelde, maar het leek me een goed moment om me ook uit de voeten te maken, voordat LaGuerta zich herinnerde dat agent Puta mijn zus was.

Toen ik naar Deb toe liep, drukte Matthews de hand van Jerry Gonzalez van Channel 7. Jerry was in Miami en omgeving de autoriteit op het gebied van de ‘als het bloedt, scoort het goed’-journalistiek. Een man naar mijn hart. Alleen zou hij deze keer wel teleurgesteld worden.

Ik voelde een lichte huivering over mijn rug lopen. Helemaal geen bloed.

‘Dexter,’ zei Deborah, die haar best deed om als een politievrouw te klinken, hoewel ik kon horen dat ze opgewonden was. ‘Ik heb met commissaris Matthews gepraat. Hij laat me meedoen aan het onderzoek.’

‘Ik heb het gehoord,’ zei ik. ‘Pas maar op.’

Ze keek me aan. ‘Waar heb je het over?’

‘Over LaGuerta,’ zei ik.

Deborah snoof. ‘O, die,’ zei ze.

‘Ja, die. Ze mag je niet en ze wil je niet in haar onderzoek.’

‘Dat is haar probleem. Ze heeft haar orders van de commissaris.’

‘Ja, en ze staat nu al vijf minuten zwaar te denken aan hoe ze zich daaraan kan onttrekken. Dus zorg voor goede rugdekking, Deb.’

Ze haalde alleen haar schouders op. ‘Wat heb jij ontdekt?’ vroeg ze.

Ik schudde mijn hoofd. ‘Nog niks. LaGuerta is het spoor al bijster, maar Vince zei…’ Ik stopte. Zelfs praten erover leek al heel prive.

‘Wat zei Vince?’

‘Een ding, Deb. Een detail. Weet je wat dat betekent?’

‘Niemand zal het ooit weten als jij het niet zegt, Dexter.’

‘Er… er schijnt geen bloed meer in het lijk te zitten. Helemaal geen bloed meer.’

Deborah zei een minuut lang niets en dacht na. Het was geen zwijgen van ontzag, zoals ik het voelde. Ze dacht gewoon na. ‘Oke, zei ze ten slotte. ‘Ik geef het op. Wat betekent dat?’

‘Daar is het nog te vroeg voor,’ zei ik.

‘Maar je denkt wel dat het iets betekent?’

Het betekende een merkwaardig licht gevoel in mijn hoofd. Het betekende het jeukende verlangen om meer over de moordenaar te weten te komen. Het betekende een goedkeurend gegrinnik van de Zwarte Ruiter, die zich zo kort na de dominee koest had moeten houden. Maar dat was allemaal nogal moeilijk aan Deb uit te leggen, nietwaar? Dus zei ik alleen: ‘Dat zou kunnen, Deb. Wie zal het zeggen?’

Ze bleef me even recht aankijken en haalde toen haar schouders op. ‘Goed dan,’ zei ze. ‘Verder nog iets?’

‘O, ja, en niet zo weinig ook,’ zei ik. ‘Heel mooi snijwerk. Het zou bijna door een chirurg gedaan kunnen zijn. Tenzij ze iets in het motel vinden, wat niemand verwacht, is het slachtoffer ergens anders vermoord en later hier gedumpt.’

‘Waar?’

‘Een heel goede vraag. De helft van politiewerk bestaat uit het stellen van de juiste vragen.’

‘En de andere helft uit de antwoorden erop,’ zei ze tegen me.

‘Ja, nou… niemand weet nog waar, Deb. En ik heb alle forensische gegevens nog niet.’

‘Maar je begint al wel het juiste gevoel te krijgen?’ vroeg ze.

Ik keek haar aan en zij keek terug. Ik had al eerder voorgevoelens gehad. Ik had zelfs een zekere reputatie op dat gebied. Mijn voorgevoelens waren vaak heel goed. En waarom zouden ze dat niet zijn? Ik weet vaak hoe moordenaars denken, want zo denk ik zelf ook. Natuurlijk had ik het niet altijd bij het juiste eind. Soms zat ik er zelfs compleet naast. Het zou trouwens niet goed zijn als ik het altijd goed had. En ik wilde niet dat de politie alle seriemoordenaars zou pakken. Wat zou er dan van mijn hobby overblijven? Maar deze… Wat was de beste manier om betrokken te blijven bij deze zo interessante zaak?