Выбрать главу

‘Ik ken je niet, ik heb over je gehoord,’ antwoordde Will kalm. ‘Je hebt hier in de buurt nogal een reputatie.’

‘Reputatie, mijn rug!’ zei Buttel snerend. ‘Nooit hebben ze iets kunnen bewijzen! En dat zal ze niet lukken ook!’

‘Nee, want je schijnt nooit levende getuigen achter te laten als je een van je smerige zaakjes doet!’ En snel voegde Will daaraan toe: ‘Nou, wat moet je van ons? Wat doe jij stiekem op mijn veranda zo laat op de avond?’

Even keek Buttel verdwaasd. De bevelende toon waarop Will gesproken had verraste hem natuurlijk nogal. Hij was per slot de enige die gewapend was, toch? Die kleine Jager — nu hij hem nog eens goed bekeek eigenlijk niet meer dan een jochie — had helemaal niets. Er leek een mes aan zijn riem te hangen, maar Buttel wist zeker dat hij hem aan zijn speer zou rijgen voordat hij dat mes zelfs uit de schede kon trekken. En wat dat blondje betrof, voor haar dolk was hij al helemaal niet bang.

‘Ik kom mijn hond ophalen,’ zei hij ten slotte. ‘Ik hoorde dat je haar gestolen had, en ik wil haar terug.’ Hij keek naar het dier terwijl hij dat zei, en dat liet zich nog platter op haar buik zakken en begon nog harder te grommen.

‘Hou je bek, jij!’ schreeuwde hij, maar de hond begon alleen nog maar harder te grommen en ontblootte nu al haar tanden.

‘Nou, je kunt inderdaad heel goed met haar overweg,’ zei Will. Hij maakte een klein gebaar naar de hond en ze hield onmiddellijk op.

‘Knap!’ schamperde Buttel, nu pas echt boos. ‘Hoog tijd dat ik haar wat manieren bijbreng, zoals ik laatst ook al geprobeerd heb. De teef probeerde me te bijten en toen heb ik haar een lesje geleerd dat haar zal heugen!’

‘Met die grote speer van je zeker?’ vroeg Alyss. ‘Wat ongelooflijk dapper van je!’ Ze stond nonchalant tegen de stoel geleund waar ze op had zitten eten en nam de man voor haar koeltjes op. Will moest in zichzelf lachen om haar totale onverstoorbaarheid. Maar Buttel daarentegen werd nog bozer dan hij al was.

‘Ik zou maar wat dimmen, meid!’ riep hij. ‘Jij, met je stomme zakmes en je geheime boodschapjes!’ Hij sprak zachter en ging verder: ‘Je hebt een geheime opdracht voor je jagermannetje hier, nietwaar? Ik wed dat ik wel iemand kan vinden die een paar centen overheeft om dat te horen!’

Will en Alyss keken elkaar snel even aan. Dat ontging Buttel niet, en hij ging met groeiend zelfvertrouwen verder: ‘O ja, ik hoorde jullie wel stiekeme plannetjes maken. Jagers en boodschappers van de koning, altijd druk met geheimpjes, nietwaar? Jullie moesten eens leren wat minder luid te praten als John Buttel in de buurt is, dat moesten jullie!’

Hij voelde zich nu weer meester van de situatie en was blij dat hij hun arrogante zorgeloosheid had weten te doorbreken. Hij wist nu dat hij iets belangrijks gehoord had toen hij achter de deur stond te luisteren, en zijn misdadigersbrein was onmiddellijk begonnen te bedenken hoe hij daar een slaatje uit zou kunnen slaan. Jarenlange ervaring had hem geleerd dat als iemand iets geheim wilde houden, er ook altijd wel iemand te vinden was die wilde betalen om het te weten.

‘Ach, wat vervelend nu,’ zei Alyss, ‘hij heeft blijkbaar gehoord wat wij zeiden.’

Buttel schoot in de lach. ‘Ik heb jullie gehoord, ja, en d’r is niks wat jullie daaraan kunnen doen.’

Alyss leek even na te denken over wat hij gezegd had. Daarna zei ze, op droge toon: ‘Nee, inderdaad. Afgezien van je vermoorden dan natuurlijk.’

En terwijl ze dat zei flipte ze haar dolk andersom, greep hem bij de punt en trok in één vloeiende beweging haar arm omhoog en naar achteren. Buttel draaide zich meteen naar haar om en dook ter verdediging in elkaar, zijn speer klaar om toe te steken…

Maar het enige dat hij nog hoorde was een vreemd geluid — sis-klonk! — gevolgd door een pijnlijke schok in zijn beide handen toen Wills Saksische mes uit zijn bontgevoerde schede tevoorschijn sprong. Het maakte een strakke kapbeweging en raakte zijn speer net achter de stalen punt.

Zo zwaar als een bijl, zo scherp als een scheermes sneed het speciaal behandelde staal door de essenhouten speer, als was deze van kaas gemaakt. De zware speerpunt viel met een metalen klank op de stenen vloer van de boshut en Buttel staarde verbijsterd naar zijn machtige speer, die nu gereduceerd was tot een ongevaarlijke en haast gewichtloze stok. Hij kreeg net een halve seconde de tijd om daarover na te denken voordat Will met een enkele stap dicht bij hem kwam en hem met het zware bronzen gevest een flinke klap tegen zijn slaap gaf.

Op dat moment verloor John Buttel elke interesse in wat zich in de boshut afspeelde. Hij zakte door zijn knieën en gleed als een zak aardappelen bewusteloos op de grond.

‘Dat was een aardige truc!’ zei Alyss, ondanks alles onder de indruk van de snelheid waarmee Will had gereageerd. Ze draaide haar dolkmes weer om en stak het weg in de schede die verborgen zat in een speciaal daarvoor gemaakte plooi van haar jurk.

Even glimlachten ze alleen maar naar elkaar. De hond, die er niets van begreep, maakte klaaglijke geluidjes en Alyss boog zich voorover om haar even tussen de oren te kriebelen.

‘Ik wist niet dat jullie ook al moesten oefenen met messen werpen,’ zei Will en zij haalde nonchalant haar schouders op.

‘Dat hoeven we ook niet. Deze messen zijn veel te kwetsbaar om ze zomaar overal in te gooien, zoals jullie dat met die van jullie doen. Ik wilde die Buttel alleen maar afleiden, zodat jij kon doen wat je moest doen!’

Will liep naar de kast tegen de buitenmuur van zijn woning en rommelde wat in een van de laatjes. Alyss zag hoe hij een paar stukken koeienhuid tevoorschijn haalde en daarna naar de man op de grond liep. Hij rolde Buttel op zijn buik en trok zijn handen achter zijn rug. Ze keek belangstellend toe hoe hij de duimen door twee leren rondjes stak, en die daarna strak tegen elkaar trok door een stukje hout rond te draaien en vast te zetten. Met een groter exemplaar van diezelfde cirkels knoopte hij vervolgens ook de enkels van de man aan elkaar.

‘Ook een aardig trucje!’ zei ze weer. Hij keek tevreden naar zijn handenarbeid en knikte.

‘Dat zijn boeien die een van de andere Jagers heeft verzonnen. In de gaten doe je duimen of enkels, en met die stukken hout met een gleuf erin kun je ze zo vast draaien als je wilt — zonder dat je moeilijke knopen hoeft te leggen.’

Alyss nam haar wijnglas en ging schrijlings op haar stoel naar de bewusteloze Buttel zitten kijken. ‘Maar daarmee is het probleem nog niet opgelost. Wat doen we nu met hem?’

Will begon al te antwoorden, maar hield op toen hij besefte wat ze bedoelde.

‘Mijn opdracht,’ zei hij, ‘waar hij nu van weet!’

Alyss knikte. ‘Inderdaad. We hebben allemaal moeilijk zitten doen om ervoor te zorgen dat niemand zou denken dat je met een opdracht was weggestuurd. En nu zitten we met deze idioot, die natuurlijk tegen iedereen gaat lopen roepen wat hij denkt dat hij gehoord heeft.’

Will keek even naar Buttel, die nog steeds niet bij bewustzijn was gekomen. ‘Ik kan hem natuurlijk bij de baron in het gevang laten gooien. Hij heeft jou aangevallen, en een koerier van de koning aanvallen is een zware misdaad.’

Maar Alyss schudde van neen. ‘Geen sprake van. Dat is niet veilig genoeg. Dan heb je nog steeds de kans dat hij met andere gevangenen praat, of zelfs met de cipiers. En we moeten dit echt geheim houden, Will. Die stomme kerel ook! Misschien moeten we hem inderdaad maar onschadelijk maken, Will.’

Ze zei het met enige aarzeling, maar zo rustig dat Will een beetje schrok. Hij bekeek haar nu met andere ogen, en besefte ineens dat zijn oude vriendin ook een zware opleiding en training achter de rug had, misschien wel net zo zwaar als die van hem.

Ineens had hij een idee. Hij dacht aan wat zij eerder besproken hadden. ‘Ik denk niet dat dat nodig zal zijn,’ zei hij. ‘Ik heb een idee. Help me mijn paard te zadelen en dan vertel ik je wat het is.’

Gundar Hardslag leunde voorover in de rookkolom en sneed een stukje vlees voor zichzelf af van de bout die boven de houtskool hing. Voorzichtig blies hij over het hete vlees, nam een hap en knikte tevreden terwijl hij proefde. Bijna goed. Het was vlees van een rund dat nog maar een jaar oud was. Lekker mals en goed doorregen, en het smaakte al echt als rookvlees. Hij keek de open plek rond, daar waar de Wolfswolk aangemeerd lag. Overal om hem heen waren zijn mannen druk bezig met het aan stukken snijden van de ossen en die stukken dan houdbaar te maken door ze te roken. De schapen waren al klaar en in het zout gelegd. Over een paar uur was alles gereed, dacht hij. Dan zouden ze allemaal nog een paar uur slaap kunnen meepikken voor de vloed opkwam en ze konden vertrekken naar Skandia, over de Stormwitzee.