Het wezen, dat boven haar uit torende, maakte een grommend geluid en ontblootte zijn scherpe hoektanden.
“Wat voor paard is dit?” fluisterde ze naar Baylor.
Hij schudde afkeurend zijn hoofd.
“Dat is geen paard,” fronste hij, “maar een wild beest. Een freak. Heel zeldzaam. Het is een Solzor. Geïmporteerd uit de verste hoeken van Pandesia. De Heer Gouverneur moet hem als een trofee hebben gehouden. Hij kon het beest niet berijden – dat kon niemand. Solzors zijn wilde beesten, ze kunnen niet getemd worden. Kom – je verspild kostbare tijd. Terug naar de paarden.”
Maar Kyra bleef staan. Ze was aan de grond genageld, niet in staat om weg te kijken. Haar hart bonsde. Ze wist dat dit voor haar bestemd was.
“Ik kies deze,” zei ze tegen Baylor.
Baylor en de anderen snakten naar adem en staarden haar aan alsof ze gestoord was. Er volgde een verbijsterde stilte.
“Kyra,” begon Anvin, “je vader zou nooit toestaan – ”
“Het is mijn keus, of niet dan?” antwoordde ze.
Hij fronste en zette zijn handen op zijn heupen.
“Dat is geen paard!” hield hij vol. “Dat is een wild beest.”
“Het zou je doden,” voegde Baylor toe.
Kyra draaide zich naar hem om.
“Was jij niet degene die me vertelde dat ik op mijn gevoel moest vertrouwen?” vroeg ze. “Wel, dit is waar mijn instinct me heen heeft gebracht. Dit dier en ik horen bij elkaar.”
De Solzor trapte ineens tegen een andere houten staldeur aan, en de splinters vlogen alle kanten op. Kyra was verbijsterd. Het dier was wild en ongetemd en geweldig, te groot voor deze plek, te groot voor gevangenschap, superieur aan de anderen.
“Waarom zou zij hem mogen hebben?” vroeg Brandon, die naar voren liep en anderen uit de weg duwde. “Tenslotte ben ik ouder. Ik wil hem.”
Voor ze kon antwoorden, rende Brandon naar voren, alsof hij het dier wilde claimen. Hij sprong op zijn rug, en op dat moment begon de Solzor wild te bokken, en hij wierp hem af. Brandon vloog door de stallen en klapte tegen de muur aan.
Toen rende Braxton naar voren, alsof hij hem ook wilde claimen, en het dier zwaaide met zijn hoofd en sneed met zijn scherpe tanden in Braxtons arm.
Braxton gilde het uit en rende de stallen uit terwijl hij zijn bloedende arm vastgreep. Brandon krabbelde overeind en volgde hem op de hielen. De Solzor, die hem probeerde te bijten, miste hem maar net.
Kyra stond als aan de grond genageld, maar op de één of andere manier was ze niet bang. Ze wist dat het voor haar anders zou zijn. Ze voelde een connectie met dit beest, op dezelfde manier zoals ze dat bij Theos had gevoeld.
Kyra deed moedig een stap naar voren en ging recht voor het beest staan, binnen het bereik van zijn dodelijke tanden. Ze wilde de Solzor laten zien dat ze hem vertrouwde.
“Kyra!” schreeuwde Anvin bezorgd. “Ga terug!”
Maar Kyra negeerde hem. Ze bleef staan en keek het beest in zijn ogen.
Het beest staarde terug. Er rees een laag gegrom uit zijn keel, alsof hij nadacht over wat hij moest doen. Kyra trilde van angst, maar ze liet het niet aan de anderen zien.
Ze dwong zichzelf om moed te laten zien. Ze tilde langzaam een hand op, deed een stap naar voren, en raakte zijn dieprode vacht aan. Het dier begon luider te grommen en liet zijn tanden zien. Ze kon zijn woede en frustratie voelen.
“Maak zijn kettingen los,” beval ze de anderen.
“Wat!?” riep één van hen uit.
“Dat is niet slim,” riep Baylor. Er klonk angst in zijn stem.
“Doe wat ik zeg!” hield ze vol. Ze voelde een kracht in zich opwellen, alsof de wil van het beest door haar heen stroomde.
Achter haar renden soldaten naar voren met sleutels om zijn kettingen los te maken. Ondertussen bleef het beest haar aankijken met zijn boze ogen, grommend, alsof hij haar uitdaagde.
Zodra hij los was, stampte het beest op de grond, alsof hij dreigde om aan te vallen.
Maar vreemd genoeg deed hij dat niet. In plaats daarvan bleef hij naar Kyra staren, en langzaam leek zijn woede te veranderen in tolerantie. Misschien zelfs wel in dankbaarheid.
Hij leek zijn hoofd iets te laten zakken; het was een subtiel gebaar, bijna onmerkbaar, maar ze zag het.
Kyra stapte naar voren, pakte zijn manen vast, en trok zich in één soepele beweging omhoog.
Iedereen snakte naar adem.
Eerst begon het beest te trillen en te bokken. Maar Kyra voelde dat het allemaal voor de show was. Hij wilde haar niet echt afwerpen – hij wilde alleen een punt maken, haar laten zien wie er de baas was. Hij wilde haar laten weten dat hij een beest uit de wildernis was, een beest dat door niemand getemd kon worden.
Ik wens je niet te temmen, zei ze in gedachten tegen het dier. Ik wil alleen je partner in de strijd zijn.
De Solzor kalmeerde. Hij steigerde nog steeds, maar niet meer zo wild, alsof hij haar hoorde. Niet lang daarna stopte hij met bewegen en stond hij perfect stil onder haar, zachtjes grommend naar de anderen, alsof hij haar wilde beschermen.
Kyra keek vanaf zijn rug neer op de anderen. Een zee van geschokte gezichten staarde haar met open mond aan.
Er verscheen een brede glimlach op Kyra’s gezicht. Ze voelde zich triomfantelijk.
“Dit,” zei ze, “is mijn keus. En zijn naam is Andor.”
Kyra reed stapvoets met Andor over de binnenplaats van Argos. Haar vaders mannen, allemaal geharde soldaten, stopten en keken haar vol bewondering na. Ze hadden duidelijk nog nooit zoiets gezien.
Kyra streelde hem zachtjes door zijn manen en probeerde hem te kalmeren terwijl hij zachtjes naar de mannen gromde. Hij keek dreigend op hen neer, alsof hij wraak wilde nemen voor het feit dat ze hem gekooid hadden. Kyra zat op het nieuwe lederen zadel dat Baylor voor haar had gehaald, en probeerde eraan gewend te raken dat ze nu zo hoog zat. Ze voelde zich machtiger op dit beest dan ze zich ooit had gevoeld.
Dierdre reed naast haar op een schitterende merrie die Baylor voor haar had uitgekozen. Met zijn tweeën reden ze door de sneeuw, tot Kyra in de verte haar vader in het oog kreeg. Hij stond haar bij de poorten op te wachten om haar uit te zwaaien, vergezeld door zijn mannen die ook vol angst naar haar opkeken. Ze zag de bewondering in hun ogen, en het gaf haar de moed die ze nodig had voor de reis die voor haar lag. Als Theos dan niet bij haar wilde terug keren, dan had ze in ieder geval nog dit geweldige beest onder zich.
Kyra steeg af toen ze haar vader bereikte. Ze leidde Andor aan de teugel verder en zag de bezorgde blik in haar vaders ogen. Ze wist niet of zijn bezorgdheid werd veroorzaakt door dit beest, of door de reis die voor haar lag. Zijn bezorgde blik stelde haar gerust, en deed haar beseffen dat zij niet de enige was die vreesde voor de toekomst, en dat hij toch om haar gaf. Hij wierp haar een korte blik toe die alleen zij kon herkennen: de liefde van een vader. Ze kon zien dat hij er moeite mee had om haar op deze missie te sturen.
Ze stopte voor hem, en iedereen werd stil terwijl de mannen zich om hen heen verzamelden.
Ze glimlachte naar hem.
“Maak u geen zorgen, Vader,” zei ze. “U heeft me geleerd om sterk te zijn.”
Hij knikte terug en deed of hij gerustgesteld was – maar ze kon zien dat dat niet het geval was. Hij was boven alles nog altijd een vader.
Hij keek op naar de licht.
“Als je draak nu maar voor je terug was gekomen,” zei hij. “Dan had je Escalon binnen een paar minuten kunnen doorkruizen. Of nog beter – hij had je op je reis kunnen vergezellen en iedereen die bij je in de buurt kwam levend kunnen verbranden.”
Kyra glimlachte somber.
“Theos is nu weg, Vader.”
Hij keek haar verwonderd aan.
“Voorgoed?” vroeg hij. Hij was bang om het te vragen, maar hij moest het weten.