Выбрать главу

Plotseling zonk de zon onder de bergkam. Een lichte schaduw viel over hem en binnen een paar minuten was het hele dal in schemering gehuld. De hemel bleef echter lange tijd helder blauw en het briesje waaide met dezelfde sterkte aan. De vochtige lucht werd wat koeler. Burton en de Neanderthaler lieten het lichaam liggen en liepen in de richting van de stemmen van de anderen.

Deze stonden bij de graalsteen waarover Brontich had verteld. Burton vroeg zich af of er nog meer aan de voet van de berg op afstanden van ongeveer vijftienhonderd meter opgesteld waren. Aan deze ontbrak echter de graal in de middelste uitsparing. Misschien betekende dit dat hij nog niet operationeel was, maar hij dacht het niet. Men kon aannemen dat Wie ook deze graalstenen had neergezet, de gralen in de centrale uitsparing van de graalrotsen aan de rand van de rivier had geplaatst, omdat de herrezenen deze het eerst zouden gebruiken.

Tegen de tijd, dat zij de in het binnenland geplaatste stenen vonden, zouden zij weten hoe zij deze moesten gebruiken.

De gralen werden op de uitsparingen in de buitenste cirkel opgesteld. De eigenaars stonden of zaten eromheen te praten, maar waren met hun gedachten bij de gralen. Allen vroegen zich af wanneer — en misschien wel of — de volgende blauwe vlammen naar buiten zouden komen. Veel van hun gesprekken ging over de honger die zij leden. De rest was voornamelijk speculatie hoe zij hier gekomen waren, Wie hen hier had neergezet, waar Zij waren en wat Hun plannen met hen waren. Een paar spraken over hun leven op aarde.

Burton ging onder de brede en dicht met bladeren bedekte takken van de knoestige, zwarte ‘ijzerboom’ zitten. Net als alle anderen, met uitzondering van Kazz, voelde hij zich moe. Zijn lege maag en gespannen zenuwen weerhielden hem ervan in te sluimeren, ofschoon de rustige stemmen en het geritsel van bladeren daartoe wel uitnodigden. Het kleine dal, waarin de groep wachtte, bestond uit een vlakke ruimte op één punt waar vier heuvels samenkwamen en zij was met bomen omzoomd. Ofschoon het hier donkerder was dan op de heuveltoppen, leek het ook wat warmer te zijn. Toen na enige tijd de schemering en de kilte toenamen, organiseerde Burton een brandhoutsprokkelgroepje. Zij gebruikten de messen en handbijlen om vele volwassen bamboeplanten om te hakken en hopen gras bijeen te brengen. Met de witgloeiende draad van de aansteker stak Burton een vuurtje van bladeren en gras aan. Deze waren groen en het vuur veroorzaakte dus veel rook en brandde met moeite totdat het bamboe erop gelegd werd. Plotseling deed een explosie hen opspringen. Enkele vrouwen gilden. Zij waren vergeten de graalsteen in het oog te houden. Burton draaide zich net op tijd om en zag de blauwe vlammen ongeveer zeven meter hoog oplaaien. De hitte van de ontlading werd zelfs door Brontich, die op ongeveer acht meter afstand stond, gevoeld. Toen stierf het geluid weg en zij staarden naar de gralen. Burton was het eerste bovenop de steen. De meesten van hen waagden zich liever niet te snel na de vlammenuitbarsting op de rots. Hij tilde het deksel van zijn graal op, keek erin en juichte van blijdschap. De anderen klommen naar boven en openden hun eigen graal. Binnen één minuut zaten zij bij het vuur gulzig te eten waarbij zij opgetogen naar elkaar riepen, aanwezen wat zij gevonden hadden, lachten en schertsten. De zaken stonden er tenslotte niet zó slecht voor. Wie hier ook verantwoordelijk voor was, had de zorg voor hen op zich genomen.

Er was voedsel in overvloed, zelfs na een hele dag vasten, of zoals Frigate het uitdrukte: ‘Waarschijnlijk na een halve eeuwigheid vasten.’ Hij bedoelde hiermee, zoals hij aan Monat uitlegde, dat er geen peil op te trekken viel hoeveel tijd er tussen het jaar 2008 en vandaag verstreken was. Deze wereld was niet in één dag gebouwd en de voorbereiding van de mensheid op de verrijzenis moest meer dan zeven dagen geduurd hebben, vooropgesteld natuurlijk, dat dit alles met wetenschappelijke middelen en niet door bovennatuurlijke tot stand was gebracht.

Burton’s graal leverde het volgende op: Een decimeter diep bakje gevuld met rundervlees, een klein, rond, donker broodje, boter, aardappelen en jus, sla met mayonaise van een onbekende maar heerlijke smaak. Bovendien was er een grote beker waarin een voortreffelijke soort whisky zat en nog een klein kopje met vier ijsblokjes erin.

Er was nog meer, des te prettiger omdat het onverwacht kwam. Een kleine meerschuimen pijp, een zakje pijptabak, drie panatelasigaren en een plastic zakje met tien sigaretten.

‘Zonder filter!’ zei Frigate.

Er was ook een kleine bruine sigaret waaraan Burton en Frigate roken waarna zij gelijktijdig zeiden: ‘Marihuana!’

Alice hield een kleine metalen schaar en een zwarte kam omhoog en zei: ‘Blijkbaar krijgen we ons haar terug want anders zouden deze niet nodig zijn. Wat ben ik blij! Maar... maar... verwachten ze echt dat ik dit gebruik?’ Zij hield een felrode lippenstift in haar hand.

‘Of ik soms?’ zei Frigate die een soortgelijk tubetje bekeek.

‘Zij zijn bijzonder praktisch,’ zei Monat, die een pakje om en om draaide waarin blijkbaar toiletpapier zat. Vervolgens haalde hij een met groene zeep gevulde bol te voorschijn.

Het vlees, dat Burton gekregen had, was erg mals ofschoon hij het liever wat minder doorbakken had gezien. Frigate klaagde er integendeel weer over, dat het niet mals genoeg was.

‘Blijkbaar bevatten deze gralen geen menu’s die op de individuele gebruiker zijn afgestemd,’ zei Frigate, ‘wat er vermoedelijk de oorzaak van is, dat de mannen ook lippenstift en de vrouwen pijpen krijgen. Het is massaproductie.’’

‘Twee wonderen op één dag,’ zei Burton, ‘dat wil zeggen als het wonderen zijn. Ik geef de voorkeur aan een rationele verklaring en ben van plan die te vinden ook. Ik geloof niet dat iemand ons voorlopig kan vertellen hoe we werden opgewekt. Maar misschien hebben jullie, mensen uit de twintigste eeuw, een redelijke theorie voor de schijnbaar magische verschijning van deze artikelen in een bus waarin voordien niets zat?’

‘Als je de buitenkant en de binnenkant van de graal met elkaar vergelijkt,’ zei Monat, ‘zul je zien dat er een diepteverschil van ongeveer vijf centimeter is. De dubbele bodem moet een molair circuit verbergen, dat in staat is energie in materie om te zetten. De energie wordt waarschijnlijk tijdens de ontlading uit de rots aangevoerd. Behalve de energie-materie convertor moeten er in de graal ook molaire sjablonen...? Vormen...? zitten, die de materie tot verscheidene combinaties van grondstoffen en mengsels samenvoegen. Ik kan deze veronderstelling gerust maken omdat we op mijn geboorteplaneet een soortgelijke convertor hadden maar niet in zo’n miniatuur uitvoering als deze, dat kan ik u wel verzekeren.’

‘Precies als op aarde,’ zei Frigate. ‘Vóór het jaar 2002 werd er al ijzer uit zuivere energie gemaakt, maar het was een te omslachtig en kostbaar procedé met een bijna microscopische productie.’

‘Goed,’ zei Burton. ‘Dit alles heeft ons tot dusverre niets gekost...’

Hij zweeg een ogenblik en dacht aan de droom die hij bij het ontwaken had gehad.

‘Betaal,’ had God gezegd. ‘Je bent schuldig voor het vlees.’ Wat had dat te betekenen gehad? Op aarde, in Triest in 1890, was hij in de armen van zijn vrouw gestorven en had om iets gevraagd... om wat? Chloroform? Iets. Hij kon het zich niet herinneren. Daarna, volledige vergetelheid. Vervolgens was hij in die nachtmerrieachtige ruimte wakker geworden en had dingen gezien, die niet op aarde en, voor zover hij wist, evenmin op deze planeet bestonden. Maar die ervaring was geen droom geweest.