Выбрать главу

Naast hem zat zijn tegenwoordige vrouw ernstig te praten. Zij werd in 1637 geboren als Mary Rutherford en stierf in 1674 als Lady Warwickshire. Zij was een Engelse, maar kwam uit een eeuw, die driehonderd jaar later dan de zijne was, zodat er in hun houding en handelingen vele verschillen waren. Burton dacht niet dat zij nog veel langer bij elkaar zouden blijven.

Kazz lag languit op het dek met zijn hoofd in de schoot van Fatima, een Turkse vrouw, die de Neanderthaler veertig dagen tevoren tijdens een etensstop had ontmoet. Frigate zei dat er aan Fatima een steekje los scheen te zitten. Dat was zijn verklaring voor de bezetenheid, die deze vrouw van een bakker uit Ankara in de zeventiende eeuw, voor Kazz aan de dag legde. Zij vond alles aan hem stimulerend maar van zijn zware behaardheid raakte zij helemaal in extase. Iedereen was er erg mee ingenomen, Kazz wel het meest. Tijdens hun lange tocht had hij nog geen enkele vrouw van zijn eigen soort gezien, hoewel hij van het bestaan van enkelen had gehoord. De meeste vrouwen waren bang voor zijn harige en dierlijke uiterlijk en hij had vóór Fatima geen vast vrouwelijk gezelschap gehad.

De kleine Lev Ruach leunde tegen het voorschot van het ‘voorkasteel’, waar hij bezig was uit het leer van een hoornvis een katapult te maken. Naast hem stond een tas, waarin ongeveer dertig stenen zaten, die hij in de laatste twintig dagen had opgepikt. Aan zijn andere kant zat Esther Rodriguez, die onophoudelijk ratelde, waarbij zij haar lange, witte tanden liet zien. Zij was de opvolgster van Tanya, die Lev op de kop had gezeten nog voor De Hadji afvoer. Tanya was een erg aantrekkelijke en gracieuze vrouw, maar zij was altijd bezig haar mannen te ‘hervormen’. Lev was er achter gekomen dat zij haar vader, haar oom, twee broers en twee echtgenoten ‘hervormd’ had. Zij probeerde met Lev hetzelfde te doen en gewoonlijk met luide stem, zodat de andere mannen in haar omgeving van haar advies konden profiteren. Op een dag toen De Hadji op het punt stond uit te zeilen, was Lev aan boord gesprongen, had zich omgedraaid en gezegd: ‘Vaarwel, Tanya. Ik kan jouw gedram niet meer verdragen. Zoek iemand anders, die volmaakt is.’

Tanya had naar adem gesnakt, was bleek geworden en was in een luid geschreeuw tegen Lev losgebarsten. Naar haar mondbewegingen te oordelen, schreeuwde zij nog steeds, lang nadat De Hadji buiten bereik van haar stem was gevaren. De anderen lachten en feliciteerden Lev, maar hij glimlachte alleen maar droevig. Twee weken later had hij in een gebied waar overwegend voorhistorische Libiërs woonden, Esther, een jodin uit Sephardi, uit de vijftiende eeuw, ontmoet.

‘Waarom probeer je je geluk niet eens met een niet-joodse?’ had Frigate gezegd.

Lev had zijn smalle schouders opgehaald. ‘Dat heb ik al geprobeerd maar vroeg of laat krijg je een enorme ruzie en dan verliezen ze hun zelfbeheersing en noemen je een smerige jood. Joodse vrouwen doen precies hetzelfde, maar van hen vind ik het niet zo erg.’

‘Luister eens, vriend,’ zei de Amerikaan. ‘Er zijn miljarden niet-joden langs De Rivier, die nog nooit van een jood gehoord hebben. Zij kunnen geen vooroordelen hebben. Probeer één daarvan.’

‘Ik hou me liever bij de ellende, die ik ken.’

‘Je bedoelt dat je er aan vastzit,’ zei Frigate. Burton vroeg zich soms af waarom Ruach op de boot bleef. Hij had nooit meer gezinspeeld op ‘de Jood, de Zigeuner en de Islam’, hoewel hij Burton vaak naar andere aspecten van zijn verleden vroeg. Hij was vriendelijk genoeg maar had een bepaalde ondefinieerbare terughoudendheid. Hoewel hij klein was, stond hij in het gevecht zijn mannetje en hij was van onschatbare waarde geweest doordat hij Burton judo, karate en judako geleerd had. Zijn droefgeestigheid, die als een dun waas om hem heen hing, zelfs wanneer hij lachte of vrijde, kwam volgens Tanya door geestelijke wonden. Deze waren veroorzaakt door verschrikkelijke ervaringen in Duitse en Russische concentratiekampen, tenminste dat had hij verteld. Tanya had gezegd dat Lev droevig geboren was. Hij had alle droefheidsgenen door overerving uit de tijd dat zijn voorvaderen nog onder de wilgen van Babylon zaten, meegekregen.

Monat was een ander droevig geval, hoewel hij zich er soms geheel van kon losmaken. De Tau Cetaan bleef naar iemand van zijn eigen soort uitkijken, naar één van de dertig mannen en vrouwen, die door de lynchbende aan stukken waren gescheurd. Hij gaf zichzelf niet veel kans. Dertig op een geschat aantal van vijfendertig- tot zesendertig miljard, die verspreid waren langs een Rivier, die misschien meer dan vijftien miljoen kilometer lang was, maakte het onwaarschijnlijk dat hij er ooit één zou zien. Maar er was hoop. Alice Hargreaves zat voor het voorkasteel, zodat alleen de bovenkant van haar hoofd te zien was en keek naar de mensen op de oevers wanneer de boot dichtbij genoeg kwam om individuele gezichten te kunnen onderscheiden. Zij zocht naar haar man Reginald, haar drie zoons en haar vader en moeder, zusters en broers en ieder ander dierbaar bekend gezicht. Stilzwijgend werd aangenomen dat zij de boot zou verlaten zodra dit gebeurde. Burton had geen commentaar geleverd, maar hij voelde pijn in zijn borst als hij eraan dacht. Hij wilde dat zij wegging maar tegelijkertijd wilde hij het niet. Als zij uit zijn gezichtsveld verdween, zou zij tenslotte ook uit zijn geest verdwijnen. Het was onvermijdelijk maar hij wilde het onvermijdelijke niet. Zijn gevoel voor haar was hetzelfde als voor zijn Perzische liefde en als hij haar verloor zou hij dezelfde levenslange kwelling weer ondergaan. Toch had hij nooit met één woord over zijn gevoel voor haar gesproken. Hij praatte en schertste met haar, toonde voor haar een bezorgdheid waaraan hij zichzelf ergerde omdat zij er niet op reageerde en kreeg haar tenslotte zover dat zij zich in zijn gezelschap ontspande, dat wil zeggen, zij ontspande zich als anderen erbij waren. Als zij alleen waren, verstrakte zij weer.

Sedert die eerste nacht had zij nooit meer droomgum gebruikt. Hij had het driemaal gebruikt en toen zijn deel opgespaard en tegen andere artikelen geruild. De laatste keer dat hij het gebruikt had in de hoop op een ongewoon wilde vrijpartij met Wilfreda, was hij teruggeworpen in de afschuwelijke ziekte, die ‘kleine ijzers’ heette, een ziekte die hem gedurende zijn expeditie naar het Tanganyikameer bijna het leven had gekost. Speke was in de nachtmerrie voorgekomen en hij had Speke gedood. Speke was bij een jacht-’ongeluk’ omgekomen, waarvan iedereen dacht dat het zelfmoord was, ook al had men dat niet gezegd. Speke, die door wroeging gekweld werd omdat hij Burton verraden had, had zichzelf doodgeschoten, maar in de nachtmerrie had hij Speke gewurgd op het moment, dat Speke zich over hem heenboog om te vragen hoe hij het maakte. Juist toen het droombeeld vervaagde had hij Speke’s dode lippen gekust.

HOOFDSTUK 14

Hij had altijd geweten dat hij Speke tegelijkertijd liefhad en haatte en met recht haatte, maar de wetenschap van zijn liefde was erg vluchtig geweest en drong zich slechts zelden aan hem op, zodat het weinig invloed op hem had gehad. Tijdens zijn door het droomgum veroorzaakte nachtmerrie was hij zo door afschuw vervuld bij het besef dat ver onder zijn haat liefde lag, dat hij het had uitgeschreeuwd. Hij was wakker geworden en bemerkte dat Wilfreda aan hem schudde en wilde weten wat er was gebeurd. Toen Wilfreda nog op aarde was had zij opium gerookt of het in haar bier gedronken, maar na één kennismaking met het droomgum was zij te bang om er nog meer van te gebruiken. Haar angst kwam doordat zij de dood van haar jongste zuster, die aan tuberculose overleden was, opnieuw had gezien, terwijl zij tegelijkertijd haar eerste ervaring als hoer opnieuw doormaakte.