Niettemin heeft de mens de tijd nodig zoals een vis het water nodig heeft. Als hij het niet heeft vindt hij het wel uit en voor Burton was het dus 14 juli, 5 n.V.
Maar net als vele anderen had Collop een tijdrekening die vanaf het jaar van zijn aardse dood liep. Voor hem was het 1667 n.C. Hij geloofde niet dat zijn Lieve Here Jezus er de brui aan had gegeven. Integendeel, deze Rivier was de Jordaan en dit dal de vallei achter de schaduw van de dood. Hij gaf toe dat het leven na de dood niet zo was als hij had verwacht. Toch was het in veel opzichten een veel glorieuzer plek. Zij vormde het bewijs van de alomvattende liefde van God voor Zijn schepping. Hij had alle mensen die alles bijeengenomen zo’n gift in het geheel niet verdienden, een kans gegeven. Als deze wereld niet het nieuwe Jeruzalem was dan was het toch een plaats die voor de bouw ervan voorbestemd was. Hier moesten de bouwstenen, die de liefde voor God en de specie die Zijn Liefde voor de mens was, in de oven en de werkplaats van de planeet van het Rivierdal bereid worden.
Burton lapte deze geloofsvoorstelling aan zijn laars maar vatte desondanks genegenheid voor de kleine man op. Collop was oprecht. Het vuur van zijn zachtmoedigheid werd niet met bladeren uit een boek of leerstukken uit de theologie gevoed. Hij handelde niet onder de druk van een opgelegd geloof. Zijn vlam brandde uit een bron die uit zijn eigen wezen opwelde en dit wezen bestond uit liefde. Liefde zelfs voor de minst aan-trekkelijken, de zeldzaamste en moeilijkste soort liefde.
Hij vertelde Burton iets over zijn aardse leven. Hij was dokter en boer geweest, een liberaal met een onwankelbaar vertrouwen in zijn geloof, maar niettemin vol vragen over zijn geloof en de maatschappij van zijn tijd. Hij had een pleidooi voor godsdiensttolerantie geschreven, dat in zijn tijd zowel lof als vervloeking had uitgelokt en bovendien was hij een dichter geweest, die gedurende korte tijd veel bekendheid genoot maar daarna vergeten werd.
‘Mijn gedichten mogen in vergetelheid zijn geraakt maar de waarheid ervan niet,’ zei hij tegen Burton. Hij zwaaide met zijn arm om de heuvels, De Rivier, de bergen en de mensen aan te duiden. ‘Zoals je ziet als je je ogen opendoet en niet volhardt in die koppige mythe van jou, dat dit het werk der handen van mensen zoals wij is.’
‘Of, aangenomen datje veronderstelling juist is,’ vervolgde hij, ‘blijft het een feit dat deze Ethici alleen maar het werk van Hun Schepper uitvoeren.’
‘Ik vind die andere versregels van je mooier,’ zei Burton.
Collop voelde zich gestreeld maar wist niet dat Burton de versregels op andere wijze uitlegde dan door de dichter was bedoeld.
‘Gijzelf bestemt Uw levenslot.’
Dit betekende dat hij op een of andere manier de Donkere Toren moest binnendringen, de geheimen van de Ethici moest ontsluieren en Hun scheppingen tegen Hen moest keren. Hij voelde geen dankbaarheid omdat Zij hem een tweede leven hadden geschonken. Hij was gekrenkt omdat Zij dit zonder zijn toestemming hadden gedaan. Als Zij dankbaarheid wilden innen, waarom hadden Zij hem dan niet verteld waarom Zij hem een nieuwe kans gegeven hadden? Wat voor reden hadden Zij om Hun motieven geheim te houden? Hij zou de reden aan het licht brengen. De vonk die Zij in hem hadden aangeblazen zou tot een laaiend vuur worden dat Hen zou verzengen.
Hij vervloekte het noodlot dat hem naar een plek zo dicht bij de bron van De Rivier en dus zo dicht naar de Toren had gestuwd om hem een paar minuten later weerweg te voeren naar de een of andere plaats aan het midden van De Rivier, miljoenen kilometers van zijn doel verwijderd. Niettemin kon hij, nu hij er eenmaal was geweest, daar opnieuw komen. Niet per boot omdat de reis tenminste veertig jaar en waarschijnlijk zelfs langer zou duren. Hij kon er op rekenen dat hij duizend of meer keer gevangengenomen en in slavernij zou worden gevoerd. Als hij onderweg gedood werd, zou hij ver van zijn doel weer opgewekt kunnen worden en helemaal opnieuw moeten beginnen.
Aan de andere kant bestond de kans, gezien de schijnbare willekeur van de plaats van verrijzenis, dat hij nogmaals dicht bij de monding van De Rivier zou terechtkomen. Het was deze gedachte die hem deed besluiten weer aan boord van De Zelfmoord Express te stappen. Zelfs hoewel hij wist dat zijn dood maar tijdelijk zou zijn, vond hij het toch moeilijk de noodzakelijke stappen daartoe te nemen. Zijn verstand zei hem dat de dood het enige geldige reisbiljet vormde, maar zijn lichaam rebelleerde. De felle vasthoudendheid tot overleving van zijn lichaamscellen was sterker dan zijn wil.
Gedurende enige tijd rationaliseerde hij dit door voor te geven dat hij in de gebruiken en de taal van de prehistorische mensen waaronder hij leefde geinteresseerd was. Toen overwon de eerlijkheid en wist hij dat hij alleen maar excuses zocht om het grimmige ogenblik op te schuiven, maar desondanks ging hij niet tot handelen over.
Burton, Collop en Göring werden uit hun vrijgezellenhut gelaten om het normale leven van burger op te vatten. Elk van hen zocht onderkomen in een hut en had binnen een week een vrouw gevonden om mee te leven.
De Kerk van Collop stelde niet de eis van het celibaat. Een lidmaat kon een kuisheidseed afleggen als hij dat wilde, maar de Kerk ging er van uit dat mannen en vrouwen verrezen waren in lichamen die volledig het geslachtskenmerk van het oorspronkelijke lichaam behouden hadden. Het was overduidelijk dat de Scheppers der Verrijzenis de uitoefening van geslachtsverkeer in hun bedoelingen betrokken hadden. Het was een bekend feit — hoewel sommigen dit ontkenden — dat seks behalve voortplanting ook andere functies had. Dus, jongelui, ga je gang en rol maar in het gras.
Een ander gevolg van de onverbiddelijke logica van de Kerk — die overigens de Rede voor onbetrouwbaar uitkreet — was dat alle vormen van liefde geoorloofd waren zolang ze maar vrijwillig waren en geen wreedheid of dwang met zich brachten. De exploitatie van kinderen was verboden. Dit was overigens een probleem dat mettertijd zou ophouden te bestaan. Binnen een paar jaar zouden alle kinderen volwassen zijn.
Collop weigerde een hutgenote te nemen met als enig doel zijn seksuele spanningen te verlichten. Hij wilde alleen een vrouw waar hij van hield. Burton plaagde hem ermee en zei dat dit een gemakkelijke en daarom goedkope voorwaarde was.
Collop beminde de gehele mensheid en zou daarom theoretisch de eerste de beste vrouw moeten nemen die ja tegen hem zei.
‘Mijn vriend,’ zei Collop, ‘dit is in feite precies wat er gebeurd is.’
‘Is het dan alleen maar toeval dat ze mooi, hartstochtelijk en intelligent is?’ zei Burton.
‘Hoewel ik er naar streef meer dan menselijk te zijn, of liever, volledig mens te worden, ben ik maar al te menselijk,’ antwoordde Collop. Hij glimlachte. ‘Zou je willen dat ik me opzettelijk tot martelaar maakte door een lelijke helleveeg uit te zoeken?’
‘Dan zou ik hebben gedacht dat je zelfs nog gekker was dan ik nu ben,’ zei Burton. ‘Wat mij betreft, alles wat ik van een vrouw verlang, is schoonheid en aanhankelijkheid. Haar verstand kan me geen cent schelen. Bovendien heb ik een voorkeur voor blondjes. Er zit een snaar in me die sterk reageert op de vingers van een vrouw met goudblond haar.’