‘Ge studeerrt dus cultuur-rele evolutie,’ hoorde hij Sinclair op ernstige toon zeggen, ‘en da’s misschien wel verrstandig ook. Maarr zou d’rr nie ook ’n fysieke evolutie plaatsgehad kunnen hebben? ’t Eerrste Keizerrrijk was errg grroot, en ’t had ’n wijd verrsprreide en dunne bevolking, wat genoeg rruimte overrliet voorr zo ongeveerr alles wat ge u maarr bedenken kunt. Is ’t nie mogelijk dat we errgens in een of andrre verrgeten uithoek van ’t oude Keizerrrijk ’n planeet vol superrmannen zullen vinden?’
De beide cadetten keken plotseling geïnteresseerd op. Bury vroeg, ‘Wat zou een fysieke evolutie van menselijke wezens voor resultaten kunnen opleveren, vrouwe?’
‘Aan de universiteit hebben ze ons geleerd dat evolutie van intelligente wezens niet mogelijk was,’ zei ze. ‘Samenlevingen beschermen hun zwakkere leden. Beschavingen plegen rolstoelen en brillen en gehoorapparaten te gaan maken, zodra ze over het nodige gereedschap daarvoor beschikken. En wanneer zo’n samenleving oorlog gaat voeren, moeten de mannen over het algemeen een lichamelijke keuring met goed gevolg doorstaan, voordat het hun zelfs maar tóégestaan wordt hun levens te riskeren. Ik veronderstel dat het ertoe bijdraagt de oorlog te winnen.’ Ze glimlachte. ‘Maar het laat maar bitter weinig ruimte over voor het voortbestaan van de sterksten.’
‘Maar veronderstel,’ opperde Whitbread, ‘veronderstel nu eens dat een beschaving zelfs nog verder teruggeworpen werd dan die van Makassar? Helemaal terug tot volslagen barbaarsheid: knuppels en vuur. Dan zou er wel degelijk evolutie plaatsvinden, niet waar?’ Drie glazen wijn hadden Sally’s sombere bui overwonnen en ze ging er gretig op in over aangelegenheden te praten die met haar beroep te maken hadden. Haar oom had haar dikwijls gezegd dat ze te veel praatte voor een dame en ze probeerde zich in toom te houden, maar wijn deed deze voornemens altijd teniet — wijn en een gewillig gehoor. Het was een heerlijk gevoel na al die weken van leegte. ‘Zeker,’ zei ze. ‘Totdat er een samenleving ontstond. Er zou sprake zijn van natuurlijke selectie, totdat genoeg mensen zich aaneensloten om elkaar te beschermen tegen hun omgeving. Maar dat heeft tijd nodig. Meneer Whitbread, er bestaat een wereld waar ze rituele kindermoorden plegen. De ouderen onderwerpen daar alle kinderen aan een onderzoek en doden degenen die niet aan hun maatstaven van volmaaktheid voldoen. Je kunt dat niet precies evolutie noemen, maar toch zou je op die manier wel enige resultaten kunnen verkrijgen — behalve dan dat het niet lang genoeg de kans gekregen heeft.’
‘Men fokt paarden. En ook honden,’ merkte Rod op. ‘Ja. Maar ze hebben geen nieuwe soort gekweekt. Nog nooit. En samenlevingen zien geen kans lang genoeg vaste regels te handhaven om ooit werkelijke veranderingen in het menselijk ras teweeg te kunnen brengen. Als je een miljoen jaar later terugkomt — Maar er zijn natuurlijk wel opzettelijke pogingen geweest om supermannen te kweken. Zoals in het Sauron-stelsel, bijvoorbeeld.’
Sinclair maakte een grommend geluid. ‘Die beesten,’ stootte hij uit. ‘Zij waarr’n ‘t, die de Afscheidingsoorrlogen begonnen en bijna hadden ze ons allemaal om zeep gebrracht.’ Hij zweeg plotseling, toen cadet Whitbread zijn keel schraapte.
Sally stortte zich in de ontstane stilte. ‘Dat is ook al zo’n stelsel waar ik geen sympathie voor kan voelen. Ook al zijn ze nu loyale staatsburgers van het Keizerrijk…’ Ze keek om zich heen. Ze hadden allemaal een vreemde uitdrukking op hun gezicht, en Sinclair probeerde zijn gezicht te verbergen achter het wijnglas dat hij voor zijn mond achterover liet kieperen. Het hoekige gezicht van cadet Horst Staley zag eruit alsof het uit steen gehouwen was. ‘Wat is er aan de hand?’ vroeg ze.
Het bleef een hele tijd stil. Eindelijk zei Whitbread: ‘Meneer Staley komt uit het Sauron-stelsel, vrouwe.’
‘Het — het spijt me,’ bracht Sally uit. ‘Tja, heb ik me daar even een blunder gemaakt! Heus, meneer Staley, ik…’
‘Als mijn adelborsten daar niet tegen kunnen, kan ik ze aan boord van mijn schip niet gebruiken,’ zei Rod. ‘En u was trouwens niet de enige die een blunder maakte.’ Veelbetekenend keek hij Sinclair aan. ‘We mogen de mensen niet beoordelen naar wat hun thuisplancet honderden jaren geleden heeft gedaan.’ Verdomme. Dat klinkt wel erg hoogdravend. ‘Maar wc hadden hel over evolutie. Wat wilde u ook alweer zeggen?’
‘Dat — dat het voor een intelligent ras nagenoeg onmogelijk zou moeten zijn,’ zei ze. ‘Rassen evolueren om zich aan te passen aan hun omgeving. Een intelligent ras verander! die omgeving naar zijn eigen wensen. Zodra een ras intelligent wordt, houd! het blijkbaar op met te evolueren.’
‘Jammer dat we geen andere rassen kennen om ons mee te vergelijken,’ zei Bury luchtig. ‘Alleen maar een paar gefantaseerde.’ En hij vertelde een lang verhaal over een ontmoeting tussen een onwaarschijnlijk intelligente octopus en een centaur, en allen lachten. ‘Nou, kapitein, het was een heerlijk diner,’ zei Bury tot besluit. ‘Ja.’ Rod stond op en bood Sally zijn arm aan en ook de anderen kwamen overeind. Ze was weer stil toen hij haar door de gang naar haar kajuit bracht, en niet meer dan beleefd toen hij afscheid van haar nam. Rod keerde terug naar de brug. Er moesten nog een aantal reparaties vastgelegd worden in het brein van de scheepscomputer.
4. Prioriteit oc
Het reizen door de hyperruimte kan vreemd en frustrerend zijn. Er is maar een onvoorstelbare korte tijd voor nodig om de afstand tussen twee sterren af te leggen, maar aangezien de baan die elk paar sterren met elkaar verbindt, ofte wel de tramlijn (die nooit een volkomen rechte lijn is, maar die dicht genoeg benadert om haar als zodanig voor te stellen) slechts langs één kritieke lijn tussen die twee sterren bestaat, en de eindpunten van die banen zich ver van die afwijkingen in de ruimte bevinden die veroorzaakt worden door sterren en grote planetaire massa’s, volgt daaruit dat een schip het grootste deel van de tijd doorbrengt met van het ene eindpunt naar het andere te kruipen.
En wat nog erger is, niet ieder paar sterren is door tramlijnen met elkaar verbonden. De banen komen tot stand langs wisselende thermo-nucleaire lijnen van gelijkwaardige potentie, en de aanwezigheid van andere sterren in dit geometrische patroon kan verhinderen dat zo’n baan überhaupt bestaat. Bovendien zijn niet alle bestaande schakels in kaart gebracht. Ze zijn moeilijk te vinden.
De passagiers van de MacArthur kwamen tot de ontdekking dat het reizen aan boord van een keizerlijk oorlogsschip veel weg had van gevangenschap. De bemanningsleden hadden, zelfs wanneer ze geen dienst hadden, taken te verrichten en reparaties uit te voeren. De passagiers hadden eikaars gezelschap en het kleine beetje vertier dat de dagelijkse sleur bij de Marine hun toestond. Er was aan boord geen plaats voor faciliteiten voor vermaak, die je kon verwachten in luxe passagiersschepen.
Het was eentonig en saai. Tegen de tijd dat de MacArthur aan haar laatste Sprong toe was, begonnen de passagiers naar hun aankomst in het Nieuw-Caledonië-stelsel uit te zien als naar een bevrijding uit de gevangenis.
NIEUW-CALEDONIË: Zonnestelsel achter de Kolenzak, met een primaire zon van het type F8, die in de catalogus vermeld staat als Murcheson A. De verderop gelegen tweelingzon Murcheson B maakt geen deel uit van het Nieuw-Caledonië-stelsel. Murcheson A heeft zes planeten in vijf verschillende banen. Vier daarvan zijn binnenplaneten, gevolgd door een betrekkelijk brede hiaat die de brokstukken van een voormalige planeet bevat, en twee buitenplaneten die in een Trojaanse verhouding tot elkaar staan. De vier binnenplaneten dragen de namen Conchobar, Nieuw-Ierland, Nieuw-Schotland en Fomor, in volgorde gezien vanaf de zon, die plaatselijk Cal, of Ouw Cal, of ook wel ‘de Zon’ genoemd wordt. De beide middelste planeten zijn bewoond en werden beide geterraformeerd door wetenschapsmensen van het Eerste Keizerrijk nadat Jasper Murcheson die een bloedverwant van Alexander iv was, de Raad ervan had weten te overtuigen dat het Nieuw-Caledonië-stelsel de geschikte plaats zou zijn om een keizerlijke universiteit te vestigen. Wij weten thans dat het Murcheson er hoofdzakelijk om te doen was een bewoonde planeet te hebben in de buurt van de rode superreus die bekend staat als Murchesons Oog, en aangezien hij niet tevreden was met het klimaat van Nieuw-Ierland, stond hij erop dat ook Nieuw-Schotland geterraformeerd zou worden. Fomor is een betrekkelijk kleine planeet met nagenoeg geen atmosfeer en slechts weinig belangwekkende kenmerken. Wel groeien er echter verscheidene soorten zwammen en paddestoelen, die biologisch verwant zijn aan andere soorten die in de Trans-Kolenzak-Sector aangetroffen worden. De manier waarop deze naar Fomor overgebracht zouden kunnen zijn heeft aanleiding gegeven tot eindeloos twistgeschrijf in het Journaal van het Keizerlijk Genootschap van Xenobiologen, aangezien er geen andere vormen van leven bestaan die in het Nieuw-Caledonië-stelsel inheems zijn.