Выбрать главу

Herb knikte instemmend. Dat zou geld uitsparen — drie jaar blokkade-dienst, en dan naar huis, waar hij Commodore zou worden van Nieuw-Chicago’s Thuisvloot. Eerst zouden ze de Alderson-motoren opnieuw in de Defiant laten installeren: ze zou zijn vlaggeschip zijn, wanneer hij met haar naar huis terugkeerde. Een paar jaar blokkadedienst was slechts een geringe prijs voor de dingen die het Keizerrijk daar tegenover stelde.

Dat hebben we allemaal aan de Splinters te danken, dacht Herb. Zonder hen zouden we elkaar nu nóg bevechten. Er waren nog steeds werelden die geen deel wensten uit te maken van het Keizerrijk, en die zouden er altijd zijn ook, maar in de Trans-Kolenzak-Sector verliep de unificatie gesmeerd, en er werd meer onderhandeld dan gevochten. En dat allemaal dank zij de Splinters.

Een naam trok Herb Colvins aandacht. Heer Roderick Blaine, Voorzitter van de Buitengewone Keizerlijke Commissie — Colvin keek omhoog naar die vertrouwde plek aan de wand, waar de Defiant na haar gevecht met de MacArthur opgelapt was. Die reparatie was door Blaines prijsbemanning verricht, en ze hadden uitstekend werk gedaan. Hij is een bekwame kerel, moest Colvin met enige tegenzin toegeven. Maar erfelijkheid is nog steeds een rare manier om leiders uit te kiezen. De rebellendemocratie in Nieuw-Chicago had er anders ook niet veel van terechtgebracht destijds. Hij keerde weer terug tot de brief die hij van Grace ontvangen had.

Heer Blaine had er weer een nieuwe erfgenaam bij, zijn tweede. En Grace maakte zich verdienstelijk in dat Instituut, dat Vrouwe Blaine opgericht had. Zijn vrouw was opgetogen vanwege het feit dat ze dikwijls met Vrouwe Sally kon praten, en ook omdat ze zelfs op het landgoed uitgenodigd was om naar de kinderen te komen kijken…

De brief ging verder, en Colvin las hem plichtsgetrouw van begin tot eind, maar het kostte hem wel enige inspanning. Zou ze er dan nooit genoeg van krijgen met de aristocratie te dwepen? Op het gebied van de politiek zullen we het wel nooit eens worden, dacht hij, en vol genegenheid keek hij weer naar haar portret. God, wat mis ik je — Er klonken belsignalen door het schip, en Herb propte de brieven in een la van zijn schrijftafel. Het was tijd om aan de slag te gaan; morgen zou commodore Cargill aan boord komen voor een vlootinspectie. Bij het vooruitzicht daarvan wreef Herb zich de handen. Ditmaal zou hij die Keizerlijken eens laten zien hoe de boel hoorde te lopen aan boord van een schip. De winnaar van deze inspectie zou bij het volgende verlof extra tijd aan wal krijgen, en hij was van plan zich daarvan meester te maken voor zijn bemanning.

Toen hij opstond zag hij door de patrijspoort een kleine, geelwitte lichtstip schitteren. Een dezer dagen, dacht Herb. Op een goede dag zullen we daar naar binnen gaan. Met behulp van al dat talent dat het Keizerrijk aan het werk gezet heeft om naar een oplossing voor het probleem te zoeken, zullen we heus wel een manier weten te vinden om de Splinters te regeren.

En hoe zullen we onszelf dan noemen? vroeg hij zich af. Het Keizerrijk van Mensen en Splinters, misschien? Hij grinnikte, en verliet zijn kajuit om zijn schip te gaan inspecteren.

Huize Blaine was een groot landgoed met beschutte tuinen die overschaduwd werden door bomen, zodat hun ogen tegen het felle zonlicht beschermd werden. Hun vertrekken waren zeer geriefelijk, en de Bemiddelaars waren inmiddels gewend geraakt aan de alomtegenwoordige Mariniers die hen bewaakten. Zoals altijd behandelde Iwan hen zoals hij zijn eigen Krijgers behandelen zou. En er was werk te doen. Ze hadden dagelijkse besprekingen met de wetenschapsmensen van het Instituut, en voor de Bemiddelaars waren daar nog de kinderen van het echtpaar Blaine om zich mee te vermaken. De oudste kon al een paar woorden Taal spreken en even goed gebaren lezen als een jonge Meester. Ze hadden het geriefelijk, maar het was toch nog altijd een kooi; en ’s nachts zagen ze het schitterende, rode Oog en die kleine Splinter daarin. De Kolenzak stond hoog aan de nachtelijke hemel. Hij zag eruit als een Meester met een kap op, die aan één oog blind was. ‘Ik ben bang,’ zei Jock. ‘Voor mijn familie, mijn beschaving, mijn ras, en mijn wereld.’

‘Goed zo, denk jij maar grote gedachten,’ zei Charlie. ‘Waarom zou je je machtige brein verspillen aan kléine dingen? Hoor eens hier —’ Haar stem en haar houding veranderden; ze wilde het over ernstige aangelegenheden hebben. ‘We hebben gedaan wat we konden. Dit Instituut van Sally is een onbenullig fiasco, maar we blijven eraan meewerken. We laten hun zien, hoe vriendelijk en ongevaarlijk en oprecht we zijn. En ondertussen is die blokkade een succes, en dat zal hij altijd blijven ook. Er zit geen enkel gaatje in.’

‘Toch wel,’ zei Jock. ‘Geen van die menswezens schijnt eraan te denken dat de Meesters het Keizerrijk door de normale ruimte zouden kunnen bereiken.’

‘Er ‘is geen gaatje,’ herhaalde Charlie. Ze bewoog twee armen, om haar woorden kracht bij te zetten. ‘Geen kans om uit te breken voor de volgende ineenstorting komt. Vervloekt! Wie zou er een nieuwe Gekke Gerrit-verkenner kunnen bouwen voordat de hongersnoden beginnen? En waarheen zouden ze die moeten sturen? Hierheen soms, hun wachtende vloten tegemoet?’ Ze maakte een minachtend gebaar. ‘Of de Kolenzak in misschien, in welke richting zich het hart van het Keizerrijk bevindt? Heb je wel eens gedacht aan de laserkanonnen die daarvoor nodig zouden zijn — en die veel sterker zouden moeten zijn om te compenseren voor het stof in de Kolenzak? Nee. We hebben gedaan wat we konden, en de Cyclussen zijn opnieuw begonnen.’

‘Wat kunnen we dan tegemoetzien?’ Jocks rechterarmen waren gevouwen, terwijl haar linker uitgestrekt was met open handpalm: gereed voor de aanval, en aldus een retorische onbarmhartigheid te kennen gevend. ‘Er zullen misschien vergeefse pogingen gedaan worden de blokkade te doorbreken. Verspilde energie. De ineenstorting zal er alleen maar door bespoedigd worden. En dan zal er een lange periode intreden, gedurende welke het Keizerrijk half en half zal kunnen vergeten dat we überhaupt bestaan.’

‘Er zullen nieuwe technologieën opkomen. Oorlogszuchtig, zoals opkomende technologieën dat altijd zijn. En die zullen van het bestaan van de mensheid afweten. Misschien is de kennis van het Veld bewaard gebleven, of misschien slagen ze erin het opnieuw uit te vinden. En wanneer ze het toppunt van hun macht bereikt hebben, voordat de achteruitgang begint, zullen ze Krijgers fokken en te voorschijn komen, alles veroverend: Splinter Alpha, de asteroïden, alles. En daarna zullen ze zich op het Keizerrijk storten.’

Charlie luisterde naar haar, na een haastige blik op de Meester geworpen te hebben. Onverstoorbaar lag Iwan daar naar het gekeuvel van de Bemiddelaars te luisteren, zoals Meesters dikwijls deden, en wat hij dacht liet zich onmogelijk raden.

‘Een veroveringsoorlog, ja,’ zei Jock. ‘Maar hoe meer vooruitgang ze tegen het Keizerrijk boeken, des te grondiger zal het Keizerrijk wraak nemen. Ze beschikken over voldoende aantallen daarvoor. Ondanks al hun gepraat over het beperken van bevolkingen, beschikken zij over de aantallen, en over de hele ruimte. Totdat wij kans zien geheel en al uit de menselijke ruimte te ontsnappen en ons voort te planten, zullen zij altijd in de meerderheid blijven. Ze zullen ons opgesloten houden totdat we ons te overmatig voortplanten en er een ineenstorting op volgt. En dan zullen ze ons uitroeien!’

Charlies knieën waren opgetrokken tegen haar buik, haar rechterarmen lagen strak tegen haar borst geklemd, en haar linkerarm lag beschermend over haar hoofd. Een baby, die op het punt stond geboren te worden in een wrede wereld. Haar stem klonk gedempt. ‘Als jij betere ideeën had, had je ze naar voren moeten brengen.’