Blaine dacht dat Potter alleen maar rondgeleid werd door het hele schip. Hij vond dat een goed idee, want als de indringer vijandig mocht blijken te zijn, zou de jongen zich wellicht in het donker en onder wisselende zwaartekracht door het schip moeten kunnen bewegen en daarvoor diende hij volkomen vertrouwd met de MacArthur te zijn. Maar Staley had kennelijk meer in gedachten. Het drong tot Blaine door, dat ze zijn aandacht probeerden te trekken. ‘Ja, meneer Staley?’
‘Dit is cadet Gavin Potter, meneer,’ zei Staley. ‘Hij heeft me iets verteld dat voor u van belang is om te horen, vind ik.’
‘Goed, voor de dag ermee.’ Iedere afleiding van die hoge zwaartekracht was welkom.
‘Er was een kerk bij ons in de straat, meneer, in het boerendorp op Nieuw-Schotland waar ik vandaan kom.’ Potter had een zachte, lage stem, en hij sprak zorgvuldig, zodat er bij hem slechts een zweempje te bespeuren viel van die zware Schotse tongval waardoor bijvoorbeeld Sinclairs spraak zich zo onderscheidde.
‘Een kerk, juist ja,’ zei Blaine bemoedigend. ‘Geen orthodoxe kerk, neem ik aan —’
‘Nee, meneer. Een Kerk van Hem. Het lidmaatschap is niet groot. Een vriend en ik zijn eens voor de grap naar binnen geslopen.’
‘Hebben ze jullie gesnapt?’
‘Ik weet dat ik dit nogal stuntelig vertel, meneer. Maar waar het om gaat is — Er was daar een hele grote vergroting van een oude holo van Murchesons Oog met de Kolenzak op de achtergrond. Het Gezicht van God, precies als op de ansichtkaarten. Alleen zag het er op deze afbeelding heel anders uit. Het Oog was daarop veel helderder dan het nu is, en het was blauwgroen in plaats van rood. Met een rode stip aan de rand.’
‘Het zou oorspronkelijk een schilderij geweest kunnen zijn,’ opperde Blaine. Hij haalde zijn zakcomputer te voorschijn, krabbelde ‘Kerk van Hem’ op het schrijfraam, en drukte toen de knop voor informatie in. Er kwam een verbinding tot stand tussen het doosje in zijn hand en de bibliotheek in het geheugen van de scheepscomputer, en de ene regel inlichtingen na de andere begon over het kleine beeldschermpje te glijden. ‘Hier staat dat volgens het geloof van de Kerk van Hem de Kolenzak, met dat ene rode oog, werkelijk het Gezicht van God is. Zouden ze het misschien geretoucheerd hebben om het oog er indrukwekkender te laten uitzien?’ Rod liet zijn stem nog steeds geïnteresseerd klinken; wanneer de cadetten straks klaar waren met hun verhaal kon hij ze altijd nog de les lezen over het verspillen van zijn tijd. Als ze zijn tijd inderdaad verspilden … ‘Maar —’ zei Potter.
‘Meneer —’ zei Staley, te ver naar voren leunend in zijn stoel. ‘Een tegelijk. Meneer Staley?’
‘Ik heb het niet alleen maar aan Potter gevraagd, meneer. Ik heb navraag gedaan bij luitenant Sinclair. Hij zegt dat zijn grootvader hem verteld heeft dat de Splinter eens helderder geweest was dan Murchesons Oog, en dat hij toen heldergroen van kleur was. En zoals Gavin die holo beschrijft — nou, meneer, sterren stralen nou eenmaal niet alleen maar één enkele kleur uit. En dus —’
‘Des te meer reden om aan te nemen dat ze die holo geretoucheerd hadden. Maar vreemd is het wel met die indringer die rechtstreeks vanuit de Splinter op ons afkomt…’
‘Licht,’ zei Potter op gedecideerde toon.
‘Het lichtzeil!’ riep Rod uit, plotseling iets beseffend. ‘Bravo! Goed gedacht.’ De hele bemanning van de brug draaide zich om, om naar de kapitein te kijken. ‘Renner! Zei je daarnet niet dat die indringer sneller gaat dan eigenlijk het geval zou moeten zijn?’
‘Jawel, meneer,’ antwoordde Renner vanaf zijn post aan de andere kant van de brug. ‘Als hij tenminste gelanceerd werd vanaf een bewoonbare planeet in een kringloop rond de Splinter.’
‘Zouden ze daarvoor een batterij laserkanonnen gebruikt kunnen hebben?’
‘Jazeker, waarom niet?’ Renner liet zijn stoel naar hen toe rollen. ‘In feite zou je kunnen lanceren met behulp van een kleine batterij en er daarna steeds meer kanonnen aan toevoegen, naarmate het schip zich verder en verder van je verwijderde. Dat levert je een enorm voordeel op. Als een van je kanonnen defect raakt, heb je hem bij de hand om hem thuis op je eigen planeet te repareren.’
Dat is zoiets als wanneer je je motor thuis zou laten,’ riep Potter uit, ‘terwijl je hem toch kunt gebruiken.’
‘Tja, er zijn natuurlijk wel problemen met de efficiëntie ervan. Het hangt ervan af, hoe strak je de straal gebundeld kunt houden,’ antwoordde Renner. ‘Jammer dat je hem niet kunt gebruiken om er ook mee af te remmen. Hebben jullie enige reden om aan te nemen —’ Ze begonnen de eerste stuurman van die variaties in de kleur van de Splinter te vertellen, en Rod liet hen aan elkaar over. Hemzelf kon dat niet veel schelen. Zijn probleem was wat de indringer nu zou gaan doen?
Ze waren nog maar twintig uur van het ontmoetingspunt verwijderd, toen Renner naar Blaine toe kwam en hem vroeg of hij de beeldschermen van de gezagvoerder mocht gebruiken. De man kon blijkbaar niet praten zonder via een beeldscherm met een computer in verbinding te staan. Als hij alleen maar zijn stem had om zich van te bedienen, zou hij geen woord kunnen uitbrengen. ‘Moet u eens kijken, kapitein,’ zei hij, een overzichtskaart van het plaatselijke sterrengebied op het beeldscherm te voorschijn toverend. ‘Hier is de indringer vandaan gekomen. Degenen die hem hebben gelanceerd, hebben daarvoor een laserkanon afgevuurd, of verscheidene laserkanonnen — waarschijnlijk een heel stel van die dingen, geplaatst op asteroïden, met spiegels om het brandpunt in te stellen — en dat hebben ze ongeveer vijfenveertig jaar lang volgehouden, zodat die indringer een straal had om zich op voort te bewegen. Die straal was rechtstreeks van de Splinter afkomstig, en dat is deze indringer ook.’
‘Maar dan zou dat toch ergens officieel opgetekend moeten staan,’ zei Blaine. ‘Iemand zou dan toch gezien moeten hebben dat de Splinter gebundeld licht uitzond.’
Renner haalde zijn schouders op. ‘Hoe betrouwbaar zijn meldingen van Nieuw-Schotland?’
‘Laten we maar eens kijken.’ Het nam slechts een paar seconden in beslag om te vernemen dat van Nieuw-Schotland afkomstige astronomische gegevens niet betrouwbaar geacht werden en dat dergelijke aantekeningen om die reden niet opgenomen waren in het computerarchief van de MacArthur. ‘Nou ja, niets aan te doen. Laten we maar aannemen dat u gelijk hebt.’
‘Maar dat is het hem nou juist: er deugt niets van, kapitein,’ wierp Renner tegen. ‘Want ziet u, het is mogelijk van richting te veranderen in de interstellaire ruimte. Wat ze hadden moeten doen, is —’ De nieuwe baan verliet de Splinter onder een geringe hoek ten opzichte van de oude. ‘Ook nu weer zweven ze het grootste deel van de afstand vrij door de ruimte. Maar op dit punt’ — waarop de indringer zich al een flink stuk voorbij Nieuw-Caledonië bevonden zou hebben —’laden we het schip op tot tien miljoen volt. Het magnetische achtergrondveld van de Melkweg doet het schip een halve slag draaien en nu nadert het het Nieuw-Caledonië-stelsel van achteren. En ondertussen heeft degene die de straal bediende die honderdvijftig jaar geleden uitgeschakeld. Maar nu schakelt hij hem weer in, en de sonde bedient zich van de straal om af te remmen.’
‘Weet u zeker dat dat magnetische veld die uitwerking zou hebben?’
‘Maar dat is toch natuurkunde van de middelbare school! En de interstellaire magnetische velden zijn terdege in kaart gebracht, kapitein.’
‘Tja, waarom hebben ze zich er dan niet van bediend?’
‘Ik wou dat ik het wist,’ riep Renner gefrustreerd uit. ‘Misschien hebben ze er gewoon niet aan gedacht. Misschien waren ze bang dat ze het uitzenden van die laserstralen niet lang genoeg zouden kunnen volhouden. Of misschien vertrouwden ze degenen niet, die ze achter moesten laten om ze te bedienen. Kapitein, we weten domweg niet genoeg van ze af.’