‘Schaderapport, kapitein,’ meldde Cargill vanuit zijn post in het achterschip. ‘Er komt een hoop energie het Veld binnen. Veei te veel, en het hoopt zich verdomd snel op zonder dat er iets van afvloeit ergens naartoe. Als het geconcentreerd was zou het gaten in ons branden, maar gezien de manier waarop het momenteel over ons heenspoelt kunnen we het misschien nog wel tien minuten uithouden.’
‘Kapitein, laat ik een boog maken, zodat we achter het zeil uitkomen,’ zei Renner. ‘Onze tastapparatuur aan de zonkant werkt tenminste nog en ik kan onthouden waar die capsule zich bevond —’
‘Laat maar. Stuur ons regelrecht door het zeil heen,’ beval Rod. ‘Maar we weten niet —’
‘Dat was een bevel, meneer Renner. En mag ik u eraan herinneren dat u zich in een Marineschip bevindt.’
‘Tot uw orders, meneer.’
Het Veld vertoonde een steenrode kleur en begon steeds roder te worden; maar rood was niet gevaarlijk. Voorlopig nog niet, tenminste. Terwijl Renner het schip manoeuvreerde zei Rod terloops: ‘Misschien neemt u aan dat de buitenaardsen gebruik gemaakt hebben van een onwaarschijnlijk sterk materiaal. Is dat zo?’
‘Dat behoort tot de mogelijkheden, meneer.’ De MacArthur kwam met een schok in beweging; ze konden nu niet meer terug. Renner scheen zich schrap te zetten, alsof hij een schok verwachtte. ‘Maar hoe sterker dat materiaal is, meneer Renner, des te dunner zullen ze het verspreid hebben om een maximum hoeveelheid zonlicht te kunnen opvangen in verhouding tot het gewicht ervan. Als ze over een bijzonder sterk soort garen beschikken, dan zullen ze het dun geweven hebben om meer vierkante kilometers per kilo eruit te halen, nietwaar? En zelfs als ze later een paar vierkante kilometer zeil moch-len verliezen door meteoorstenen, zouden ze nog altijd in het voordeel zijn, waar of niet? En dus zullen ze het net sterk genoeg gemaakt hebben.’
‘Ja, meneer,’ riep Renner verheugd uit. Hij liet het schip met een acceleratie van vier gees naar voren springen, Cal pal achter hen houdend; hij grijnsde vervaarlijk en hij zette zich niet langer schrap tegen de botsing die komen ging.
Nou, die heb ik tenminste overtuigd, dacht Rod; en hij zette zich schrap tegen de botsing die komen ging. Het Langston-veld was nu geel van de hitte.
En toen vertoonden de schermen aan de zonkant plotseling alleen nog maar zwart, op de groen-hete rand van MacArthurs eigen Veld na, en een rafelig, verblindend wit silhouet, daar waar de MacArthur zich door het zeil van de indringer heengescheurd had. ‘Verrek, we hebben er niks van gevoeld!’ lachte Rod. ‘Meneer Renner. Hoeveel tijd hebben we nog, voordat we in de zon terechtkomen?’
‘Vijfenveertig minuten, meneer. Tenzij we er iets aan doen.’
‘Alles op zijn tijd, meneer Renner. Houd u ons maar in de positie waarin we nu zijn, en op gelijke afstand.’ Rod drukte op een andere knop van de intercom om zich in verbinding te stellen met de Vuurleidingsofficier. ‘Crawford! Mik eens wat licht op dat zeil en probeer de kabels te vinden waarmee het aan de capsule bevestigd zit. Ik wil de capsule van die parachute losgesneden hebben voor ze ons opnieuw onder vuur kunnen nemen!’
‘Tot uw orders, meneer.’ Crawford scheen in zijn nopjes bij dit vooruitzicht.
Er waren alles bij elkaar tweeëndertig kabels: vierentwintig langs de rand van dat ronde spiegelweefsel en nog eens een ring van acht dichter bij het midden. Konisch verlopende vervormingen in het weefsel verrieden waar ze zich bevonden. De achterkant van het zeil was zwart; onder de geconcentreerde aanval van de laserbatterijen in het voorschip spatte het in damp en stofdeeltjes uit elkaar. En toen was het zeil los; golvend en rimpelend kwam het naar de MacArthur toe zweven. Opnieuw joeg het schip er dwars doorheen, alsof het lichtzeil slechts uit vierkante kilometers vloeipapier bestond…
En de capsule van de indringer vloog nu stuurloos verder in vrije val, recht op een F8 zon af.
‘Nog vijfendertig minuten tot de botsing met de zon,’ zei Renner ongevraagd.
‘Dank u, meneer Renner. Luitenant Cargill, neem de besturing over. U gaat die capsule op sleeptouw nemen.’
En Rod voelde een wilde innerlijke blijdschap toen hij Renners verbijsterde gezicht zag.
7. De Gekke Eddie-verkenner
‘Maar —’ zei Renner, naar de groeiende omvang van Cal wijzend, die zich aftekende op de beeldschermen van de brug. Maar voordat hij verder nog iets zeggen kon sprong de MacArthur vooruit onder een acceleratie van zes gees; ditmaal was er geen sprake van een geleidelijke overgang. De naalden van de schokmeters sloegen wild uit, terwijl het schip recht op de dreigende, gigantisch voor hen opdoemende zon af schoot.
‘Kapitein?’ Boven het oorverdovende geruis uit dat het bloed in zijn oren maakte, hoorde Blaine de stem van zijn Eerste Officier, die hem opriep van de brug in het achterschip. ‘Kapitein, hoeveel schade kunnen we verdragen?’
Het kostte hem grote inspanning te spreken. ‘Kan niet schelen hoeveel, mits we het halen naar huis,’ hijgde Rod.
‘Akkoord.’ Cargills bevelen klonken door de intercom. ‘Meneer Potter! Is het hangardek klaar voor het luchtledige? Zijn alle sloepen geborgen en verzekerd?’
‘Ja, meneer.’ Gezien het feit dat ze zich nog altijd in staat van gevechtsbereidheid bevonden was dit een overbodige vraag, maar Cargill was een man die geen risico’s nam.
‘Open de hangardeuren,’ beval Cargill. ‘Kapitein, we zouden de luiken van het hangardek wel eens kunnen verspelen.’
‘Kan me niet verdommen.’
‘Ik zal de capsule met de nodige haast aan boord moeten brengen; er is geen tijd om onze snelheid eraan aan te passen. We zullen schade oplopen —’
‘U heeft de leiding over de besturing, luitenant. Voer uw orders uit.’ Er hing een rode nevel om hem heen op de brug. Rod knipperde met zijn ogen, maar het waas was er nog steeds; het zat niet in de lucht, maar op zijn netvlies. Zes gees was te veel om lang te verdragen. Als iemand soms flauwviel — nou, die zou dan de spannendste ogenblikken mislopen.
‘Kelley!’ blafte Rod. ‘Wanneer we straks het schip omdraaien, ga dan met je Mariniers naar het achterschip en hou je gereed om alles te onderscheppen wat er uit die capsule te voorschijn mocht komen! En zodra het zover is, zou ik maar meteen in beweging komen als ik jou was. Cargill zal niet op je wachten met accelereren.’
‘Tot uw orders, meneer.’ Zes gees, en Kelleys ruwe, raspende stem klonk nog precies als altijd.
De capsule zweefde drieduizend kilometer voor hen uit, onzichtbaar voor zelfs het scherpste stel ogen, maar gestadig groter wordend op de beeldschermen van de brug, gestadig maar langzaam, veel te langzaam, precies zoals Cal veel te snel scheen te groeien. Zes gees, vier minuten lang. Vier minuten van een folterende kwelling en toen toeterden de waarschuwingssignalen weer door het schip. Ze kregen enkele gezegende ogenblikken respijt. Kelleys Mariniers klauterden door het schip, vallend en duikend in de lage, veranderende zwaartekracht terwijl de MacArthur honderdtachtig graden kantelde. Er zouden zich geen acceleratiebedden bevinden daar in het achterschip, waar de Mariniers hun posten zouden betrekken rond het hangardek. Er hingen vlechtwerken van geweven banden in de gangen waarin de mannen konden gaan hangen om zich op hun plaats te houden, en in de hangarruimte zelf hingen nog weer andere mannen als vliegen in een spinneweb, met hun wapens in de aanslag — klaar voor wat?
De waarschuwingssignalen klonken weer, en de schokmeters sloegen weer uit toen de MacArthur al afremmend op de capsule aanstuurde. Met grote inspanning draaide Rod aan de knoppen van zijn beeldscherm. Daar had je het hangardek, koud en duister, en de binnenzijde van het beschermende krachtveld van het schip tekende zich wazig af als een oppervlak van een onwaarschijnlijk zwarte kleur. Mooi zo, dacht hij. Er is dus geen hitte-accumulatie van betekenis. Meer dan voldoende capaciteit om de door de eventuele rotatie van de capsule veroorzaakte energie op te vangen en de klap van de botsing te verzachten tot iets dat de MacArthur zou kunnen doorstaan. Zes gees gedurende acht minuten, het maximum dat de bemanning zou kunnen verdragen. En toen bevond de indringer zich niet langer vóór hen, toen de MacArthur een bocht maakte en er zijwaarts naartoe viel. De verpletterende acceleratie hield op en nu was er alleen nog maar een lage zijdelingse acceleratie voelbaar, nu Cargill de stuw-motoren aan bakboord inschakelde om hun onstuimige duik naar de capsule af te remmen.