‘Is dat niet een beetje extreem?’ vroeg Horvath. ‘Nee, meneer,’ zei Sir Traffin met klem. ‘Richard is er in de eerste plaats op bedacht ervoor te zorgen dat de buitenaardsen noch het Langston-veld, noch de Alderson-aandrijving in handen zullen krijgen, en daar ben ik het volledig mee eens.’
‘Maar als ze — laten we nu eens aannemen dat ze de MacArthur overmeesteren?’ vroeg Horvath.
Admiraal Cranston blies een lange sliert blauwe pijprook uit. ‘Dan zal de Lenin de MacArthur wegvagen uit de ruimte.’ Blaine knikte. Zo iets had hij al vermoed.
‘Er zal een goeie officier voor nodig zijn om een dergelijke beslissing te nemen,’ merkte Sir Traffin op. ‘Wie had u gedacht het bevel over de Lenin te geven?’
‘Admiraal Lavrenti Kutuzov. We hebben gisteren een schip met een koerier uitgezonden om hem te gaan halen.’
‘De Slager!’ Met een klap zette Horvath zijn glas op de tafel en woedend wendde hij zich tot de onderkoning. ‘Uwe Hoogheid, ik protesteer! Van alle mannen in het Keizerrijk is hij wel de slechtste keus! U weet toch zeker, dat Kutuzov de man was die — die destijds de planeet Istvan gesteriliseerd heeft. Van alle geestelijk gestoorde schepsels is de — Meneer, ik smeek u deze beslissing ongedaan te maken. Een man zoals die zou — Begrijpt u het dan niet? Deze buitenaardse wezens zijn intelligent! Dit zou het grootste moment van onze hele geschiedenis kunnen zijn en nu wilt u een expeditie uitzenden onder bevel van een beestmens die alleen maar met zijn reflexen denkt! Het is eenvoudig waanzinnig.’
’ ’t Zou nog veel waanzinnigerr zijn, ’n expeditie uit te zenden onderr bevel van iemand als gij,’ antwoordde Armstrong. ’k Bedoel dat nie als ’n belediging, doctorr. Maarr ge ziet deze buitenaarrdse wezens als vrrinden; ge bekijkt de mogelijkheden alleen maarr van de gunstige kant. De gevaarr’n ziet ge nie. Tis mogelijk dat m’n vrrinden en ik d’rr te veel zien, maarr ’k heb lieverr dat ik ongelijk krrijg dan gij.’
‘Maar de Raad…’ protesteerde Horvath zwakjes. ‘Dit is geen geval voor de Raad,’ verklaarde Merrill. ‘Het beteft hier de Territoriale Defensie van het Imperium, zoals dat heet. Een kwestie van de Veiligheid van het Rijk en wat dies meer zij, weet u. Het zal interessant zijn te zien wat het Keizerlijk Parlement op Sparta daarover te zeggen heeft. Maar als vertegenwoordiger van Zijne Majesteit in deze sector heb ik al een besluit genomen.’
‘O, juist.’ Een ogenblik zat Horvath er terneergeslagen bij, maar toen klaarde hij weer op. ‘Maar u heeft gezegd dat de MacArthur aangepast zou worden aan de behoeften van de wetenschapsmensen, en dat we een complete wetenschappelijke expeditie mochten uitrusten.’ Merrill knikte. ‘Ja. Laten we hopen dat Kutuzov niets te doen krijgt. Het is aan jullie ervoor te zorgen dat hij niet hoeft in te grijpen. Hij gaat alleen maar mee als voorzorgsmaatregel.’ Blaine schraapte voorzichtig zijn keel.
‘Zeg ’t maarr, jong,’ zei Armstrong.
‘Ik vroeg me af wat er met mijn passagiers diende te gebeuren, meneer.’
‘Tuurlijk, dat is waar ook,’ antwoordde Merrill. ‘Die nicht van senator Fowler, en die Handelsvent. Denk je dat ze mee zouden willen?’
‘Van Sally — uh, juffrouw Fowler weet ik dat wel zeker,’ antwoordde Rod. ‘Ze heeft al twee kansen voorbij laten gaan om door te reizen naar Sparta en ze heeft tot dusverre dagelijks de deur platgelopen bij het hoofdkwartier van de Admiraliteit.’
‘ ’n Studente in de antropologie,’ mompelde Merrill. ‘Als ze wil, laat haar dan maar meegaan. Het zal geen kwaad kunnen de Liga voor Menselijkheid te laten zien dat het geen strafexpeditie is die we uitsturen, en ik kan me geen betere manier bedenken om hun dat duidelijk te maken. Vanuit ’n politiek standpunt bezien een goeie zet. En wat doen we met die Bury?’
‘Ik zou het niet weten, meneer.’
‘Kijk maar eens of hij mee wil,’ zei Merrill. ‘Admiraal, u heeft zeker geen passend schip beschikbaar dat toevallig naar de Hoofdplaneet gaat, hè?’
‘Geen schip waaraan ik die man zou willen toevertrouwen,’ antwoordde Cranston. ‘U heeft immers zelf gelezen wat er in Plechanovs rapport stond.’
‘Ja, dat is zo. Nou, dr. Horvath wilde immers Handelslieden meenemen. Ik denk zo, dat Zijne Excellentie de kans om erbij te zijn wel verwelkomen zal… zeg hem maar dat anders de mogelijkheid bestaat dat een van zijn concurrenten uitgenodigd wordt. Dat zal wel voldoende zijn, hè? Ik heb nog nooit een koopman ontmoet die niet bereid was door de hel te gaan om een voorsprong op de concurrentie te krijgen.’
‘Wanneer vertrekken we, meneer?’ vroeg Rod.
Merrill haalde de schouders op. ‘Dat hangt van Horvaths mensen af. Er zal nog een hoop gedaan moeten worden, neem ik aan. De Lenin zou over ongeveer een maand hier moeten zijn. Ze pikken Kutuzov onderweg op. Ik zou niet weten waarom je daarna niet zou kunnen vertrekken zodra je van mening bent dat de MacArthur klaar is voor de reis.’
11. De Kerk van Hem
Bij een snelheid van honderdvijftig kilometer per uur viel er in de monorailcabine slechts een onderdrukt sissend geluid te horen. Het gedrag van Kevin Renner vertoonde veel overeenkomst met dat van een toerist. Hij zat naar opzij geleund met zijn hoofd tegen het venster van doorzichtig plastic aan om deze voor hem vreemde wereld beter te kunnen zien. Op zijn magere gezicht lag een ongecompliceerde glimlach.
Staley zat aan het middenpad en het was alsof hij in de houding zat. Potter zat tussen hen in.
Het drietal was niet met verlof; ze hadden momenteel geen dienst maar konden ieder ogenblik teruggeroepen worden door middel van hun zakcomputers. Op de scheepswerven van Nieuw-Schotland waren arbeiders op dat moment bezig de restanten van de landingssloepen van de wanden van het hangardek van de MacArthur te schrapen en onder Sinclairs toezicht nog andere, meer uitgebreide reparatiewerkzaamheden te verrichten. Sinclair zou speciaal Potter ieder ogenblik nodig kunnen hebben en Potter fungeerde als hun inheemse gids. Het was mogelijk dat Staley daaraan dacht, maar zijn stramme houding was geen teken van ongemak. Hij had het best naar zijn zin. Het was nu eenmaal de manier waarop hij altijd zat.
Het landschap werd doorsneden door vreemde, scherpe lijnen. Je zag nu eens de typische groene lappendeken van bebouwde akkers en dan weer een levenloos landschap dat je bijna een maanlandschap zou hebben kunnen noemen, behalve dan dat het hier verzacht en afgeplat was door erosie. Het was vreemd een brede rivier zich onbezorgd te zien slingeren door een landschap dat van bebouwde akkers ineens in een woestijn overging. Nergens was enig onkruid te zien. Niets groeide in het wilde weg. Het stukje bos dat ze op dat moment passeerden had dezelfde scherp omlijnde begrenzing en ordelijke indeling als de brede stroken met bloembedden die ze even tevoren gepasseerd waren. ‘Nieuw-Schotland wordt nu al driehonderd jaar door jullie bewoond,’ zei Renner. ‘Waarom verkeert het dan nog steeds in deze toestand? Je zou verwachten dat er zich inmiddels een laag bovengrond gevormd zou hebben en dat het zaad zich naar alle windstreken verspreid zou hebben. En dat er hier en daar een wildernis ontstaan zou zijn.’
‘Hoe vaak ziet ge ’t gebeurren dat bebouwde grrond op ’n gekoloniseerrde planeet in ’n wilderrnis veranderrt? Doorr onze ganse geschiedenis heen hebben de mensen zich altijd snellerr uitgebrreid dan de bovengrrond.’ Plotseling ging Potter recht overeind zitten. ‘Zie, daarr voorr ons. We komen Quentins Patch binnen.’
De capsule minderde bijna ongemerkt vaart en kwam tot stilstand. Deuren klapten omhoog en een handjevol reizigers stapte uit. Het jonge drietal van de Marine toog op pad met Potter voorop. Potter huppelde bijna. Dit was zijn geboortedorp.