Выбрать главу

‘Jawel, meneer. Haar oom dineert vaak bij ons thuis aan het Hof van Crucis, maar haar had ik in geen jaren gezien… totdat ik haar hier in het gevangenenkamp aantrof. Hoe maakt ze het nu?’

‘Niet al te best,’ zei Cziller. De grijns verdween van zijn gezicht. ‘We sturen haar naar huis en ik hoef u niet te vertellen, dat u haar met de nodige voorzichtigheid dient te behandelen. Ze blijft bij u aan boord tot Nieuw-Schotland, of anders helemaal tot aan Sparta, als ze dat mocht wensen. Dat moet ze zelf maar zien. Maar met uw andere passagier ligt de zaak heel anders.’

Rod keek op, een en al aandacht. Cziller keek naar Plechanov die hem toeknikte, en vervolgde toen: ‘Het is Zijne Excellentie, de Handelsman Horace Hussein Bury, tevens Magnaat en President van de Keizerlijke Autonetische Industrieën, en verder speelt hij ook nog een of andere belangrijke rol in het Keizerlijk Genootschap van Handelslieden. Hij blijft de hele reis bij u, tot aan Sparta toe, en daarmee bedoel ik letterlijk dat hij ook werkelijk aan boord van uw schip blijft, begrijpt u?’

‘Nee, niet helemaal, meneer,’ antwoordde Rod.

Plechanov snoof. ‘Cziller heeft zich anders duidelijk genoeg uitgedrukt. We denken dat Bury de hand in deze opstand heeft gehad, maar we hebben niet voldoende bewijzen om hem in preventieve hechtenis te kunnen nemen. Hij zou daartegen in hoger beroep gaan bij de Keizer. En dus hebben we gedacht, goed, dan sturen we hem maar naar Sparta als gast van de Marine. Dan kan hij daar in hoger beroep gaan. Maar met wie kan ik hem veilig meesturen, Blaine? Hij bezit miljoenen. Nog méér zelfs. Hoeveel mannen zouden zich niet laten omkopen als hun een hele planeet werd aangeboden? En Bury is tot zo’n aanbod in staat.’

‘Ik — jawel, meneer,’ zei Rod.

‘En kijk niet zo onthutst, verdomme,’ blafte Plechanov. ‘Ik heb niemand van mijn officieren van corruptie beticht. Maar het is een feit dat jij nog rijker bent dan Bury. Jou zou hij zelfs niet in de verleiding kunnen brengen. En dat is de voornaamste reden waarom ik jou het commando over de MacArthur geef, opdat ik me geen zorgen zal hoeven maken over onze rijke vriend.’

‘Ik begrijp het. Niettemin wel bedankt, meneer.’ En reken maar dat ik u tonen zal dat u zich niet in mij vergist hebt, dacht hij. Plechanov knikte, alsof hij Blaines gedachten kon lezen. ‘Misschien dat er toch een goede marineofficier in je steekt. Hier is je kans. Ik heb Cziller hier nodig om me te helpen deze planeet te besturen. De opstandelingen hebben de Gouverneur-Generaal vermoord.’

‘Meneer Haruna, vermoord?’ Rod stond versteld. Hij kon zich die gerimpelde oude heer nog goed herinneren, die al meer dan honderd jaar oud was geweest toen hij bij Rod thuis op bezoek kwam — ‘Hij is een oude vriend van mijn vader.’

‘Hij is niet de enige die ze vermoord hebben. Ze hadden de hoofden op pieken gespietst en voor het Regeringsgebouw in de grond gestoken. Iemand was op het idee gekomen dat het volk dan langer zou blijven doorvechten. Dat ze dan bang zouden zijn om zich aan ons over te geven. Nou, ze hebben er nu alle reden voor om bang te zijn. Om op jouw overeenkomst met die Stone terug te komen, waren er nog andere voorwaarden?’

‘Jawel, meneer. De afspraak gaat niet door als hij mocht weigeren onze Inlichtingendienst zijn medewerking te verlenen. Ik heb hem ertoe verplicht alle samenzweerders met name te noemen.’

Plechanov wierp Cziller een veelbetekenende blik toe. ‘Zet je mensen aan het werk, Bruno. Dat is tenminste een goed begin. Oké, Blaine, zie dat je zo snel mogelijk je schip in orde krijgt en maak dan dat je weg komt.’ De Admiraal stond op; het onderhoud was afgelopen. ‘Je zultt wel een hoop te doen hebben, kapitein. Aan de slag dus maar.’

2. De passagiers

Horace Hussein Chamoen al Shamlan Bury wees de laatste paar artikelen aan die hij op reis mee wilde nemen en daarna stuurde hij de bedienden weg. Hij wist dat ze even buiten de deur van zijn suite zouden gaan zitten wachten, klaar om de rijkdommen die hij achterliet onder elkaar te verdelen, maar het amuseerde hem hen te laten wachten. De opwinding van het stelen zou hen des te gelukkiger maken. Toen het vertrek leeg was, schonk hij zichzelf een groot glas wijn in. Het was spul van slechte kwaliteit, dat binnengesmokkeld was nadat de blokkade was begonnen, maar hij merkte het nauwelijks. Wijn was officieel verboden op de planeet Levant, wat betekende dat de horden wijnverkopers hun klanten en zelfs rijke klanten, zoals de familie Bury, alles aansmeerden wat maar een beetje alcohol bevatte. Horace Bury had eigenlijk nooit echt de smaak te pakken gekregen van dure sterke dranken. Hij kocht ze alleen maar om te laten zien hoe rijk hij was en om zijn gasten te onthalen, maar zelf nam hij overal genoegen mee. Met koffiesoorten lag de zaak echter heel anders. Hij was klein van postuur, evenals de meeste mensen van Levant, met donkere, scherpe gelaatstrekken en een haviksneus, donkere, doorborende ogen, snelle bewegingen en een opvliegend temperament, maar dat laatste vermoedde alleen zijn naaste omgeving. Nu hij alleen was, stond hij zichzelf een nijdige frons toe. Op zijn schrijfbureau lag een telex van admiraal Plechanovs schrijvers en het kostte hem geen moeite de werkelijke betekenis te begrijpen van die formeel beleefde zinnen, waarin hij uitgenodigd werd New Chicago te verlaten en waarin het. betreurd werd dat er geen passage beschikbaar was in een niet-militair ruimteschip. De Marine koesterde verdenkingen tegen hem en ondanks de wijn voelde hij een kille woede in zich opkomen, die hem de baas dreigde te worden. Maar uiterlijk bleef hij kalm, terwijl hij daar aan zijn schrijfbureau zat en verschillende zaken op zijn vingers aftelde.

Wat kon de Marine tegen hem aanvoeren? Daar waren de verdenkingen van de Marine Inlichtingendienst, maar bewijzen hadden ze niet. Verder was daar de gebruikelijke haat die de Marine tegen Keizerlijke Handelslieden koesterde en die nog verergerd werd, dacht hij, door het feit dat sommige leden van de Marinestaf joden waren, en alle joden haatten Levantijnen nu eenmaal. Maar de Marine kon onmogelijk over werkelijk bewijsmateriaal beschikken, want dan zouden ze hem niet als gast aan boord van de MacArthur laten gaan. Nee, eerder geketend. Dat betekende dat Jonas Stone tot dusverre gezwegen had.

Zwijgen mocht hij dan ook wel. Bury had hem honderdduizend kronen betaald, met de belofte dat hij nog meer zou krijgen. Maar hij had geen vertrouwen in Stone: twee avonden geleden had Bury met zekere lieden gesproken in het lager liggende gedeelte van de Kosciuskostraat en hun vijftigduizend kronen betaald, en het zou nu niet lang meer duren of Stone zou voor eeuwig zwijgen. Als hij in zijn graf lag, mocht hij geheimen fluisteren zoveel hij wilde.

Was er nog iets anders dat gedaan moest worden? vroeg hij zich af. Nee. Wat komen moest, moest komen. Allah zij geprezen… Hij trok een lelijk gezicht. Dat soort gedachten kwam als vanzelf bij hem op, en hij verachtte zichzelf erom en schold zichzelf uit voor bijgelovige dwaas. Zijn vader moest Allah maar loven voor de dingen die hij bereikt had; het geluk viel slechts die man ten deel, die niets aan het toeval overliet; precies zoals er maar weinig dingen waren die hijzelf ongedaan gelaten had in zijn negentig standaardjaren. Levant was onder het bewind van het Keizerrijk gekomen toen Horace tien jaar oud was en in het begin had het slechts geringe invloed uitgeoefend. In die tijd had het Keizerrijk een andere politiek gevoerd en de planeet was erin opgenomen met een status die bijna gelijk was aan die van werelden, wier ontwikkeling verder gevorderd was. Horace Bury’s vader had al spoedig beseft dat het voordelen kon opleveren tot het Keizerrijk te behoren. Door een van diegenen te worden die zich door de Keizerlijken lieten gebruiken om de planeet te besturen, had hij onmetelijke rijkdommen weten te vergaren: voor geld had hij de mensen audiënties bij de gouverneur bezorgd en met gunstige rechterlijke uitspraken geleurd als een marktkoopman, maar steeds op een voorzichtige manier, steeds ervoor zorgend dat het anderen waren, die zich de toorn van de onverbiddelijke Keizerlijke functionarissen op de hals haalden.