‘Natuurlijk is het echt.’ Cersei griste hem de brief uit handen. Ze brak de was en ontrolde het perkament.
Tyrion sloeg haar gade terwijl ze las. Zijn zuster had zich de zetel van de koning toegeëigend — hij vermoedde dat Joffry, net als Robert, zelden de moeite nam om raadsvergaderingen bij te wonen — dus hees Tyrion zich op de stoel van de Hand. Dat leek hem niet meer dan gepast.
‘Dit is absurd,’ zei de koningin ten slotte. ‘Mijn vader stuurt mijn broer om namens hem in deze raad zitting te nemen. Hij gebiedt ons, Tyrion als Hand des Konings te aanvaarden, tot het tijdstip dat hij zich persoonlijk bij ons kan voegen.’
Grootmaester Pycelle streelde zijn golvende witte baard en knikte gewichtig. ‘Het komt mij voor dat een woord van welkom op zijn plaats zou zijn.’
‘Inderdaad.’ De kalende Janos Slink met zijn zware kaken leek sterk op een kikker, een zelfingenomen, omhooggevallen kikker. ‘Wij hebben u hard nodig, heer. Overal opstand, dat naargeestige teken aan de hemel, ongeregeldheden op straat…’
‘En wiens schuld is dat, heer Janos?’ haalde Cersei uit. ‘Uw goudmantels hebben tot taak de orde te bewaren. En wat jou betreft, Tyrion, jij zou ons op het slagveld beter kunnen dienen.’
Hij lachte. ‘Nee, dank je, voor mij geen slagvelden meer. Ik zit beter in een stoel dan op een paard en ik heb liever een wijnkelk in mijn hand dan een strijdbijl. En de roffelende trommen dan, de zon die op de wapenrustingen blinkt en de fraaie rossen die dansen en snuiven? Tja, van de trommen kreeg ik hoofdpijn, van de blinkende zon op mijn wapenrusting raakte ik aan de kook als een najaarsgans, en die fraaie strijdrossen schijten overal. Niet dat je mij hoort klagen. Vergeleken met de gastvrijheid die mij in de Vallei van Arryn ten deel viel, ben ik dol op trommen, paardenvijgen en muggenbeten.’
Pinkje lachte. ‘Goed gezegd, Lannister. Een man naar mijn hart.’
Tyrion glimlachte hem toe, terwijl hij moest denken aan een zekere dolk met een heft van drakenbeen en een lemmet van Valyrisch staal. Daar moeten we maar eens een gesprekje over hebben, en gauw ook. Hij vroeg zich af of heer Petyr dat onderwerp even vermakelijk zou vinden. ‘Alstublieft,’ zei hij tegen hen, ‘sta mij toe u van dienst te zijn, op mijn eigen kleine wijze.’
Cersei herlas de brief. ‘Hoeveel man breng je mee?’
‘Een paar honderd. Voornamelijk de mijne. Vader wilde de zijne ongaarne afstaan. Hij is per slot van rekening oorlog aan het voeren.’
‘Wat hebben we aan die paar honderd man van jou als Renling tegen de stad optrekt, of als Stannis van Drakensteen uitvaart? Ik vraag om een leger en mijn vader stuurt een dwerg. De koning benoemt de Hand, met instemming van de raad. Joffry heeft onze vader benoemd.’
‘En onze vader heeft mij benoemd.’
‘Dat kan hij niet. Niet zonder Joffs toestemming.’
‘Heer Tywin zit met zijn krijgsmacht in Harrenhal, voor het geval je de kwestie met hem wilt opnemen,’ zei Tyrion hoffelijk. ‘Heren, misschien wilt u mij een onderhoud onder vier ogen met mijn zuster toestaan?’
Varys wriggelde overeind en glimlachte op die zalvende manier van hem. ‘Wat moet u naar uw zusters lieflijke stemgeluid verlangd hebben. Heren, alstublieft, vergun hun enkele ogenblikken samen. De plagen van ons zwaarbeproefde rijk zullen nog wel even duren.’
Janos Slink stond aarzelend op en Grootmaester Pycelle gewichtig, maar ze deden het wel. Pinkje was de laatste. ‘Wil ik de hofmeester zeggen dat hij kamers in Maegors Veste klaarmaakt?’
‘Mijn dank, heer Petyr, maar ik zal gebruik maken van heer Starks voormalige vertrekken in de Toren van de Hand.’
Pinkje lachte. ‘U hebt meer moed dan ik, Lannister. U weet hoe het onze laatste twee Handen vergaan is?’
‘Twee? Als het uw bedoeling is mij bang te maken, waarom zegt u dan niet vier?’
‘Vier?’ Pinkje trok een wenkbrauw op. ‘Zijn de Handen vóór heer Arryn dan gruwelijk aan hun eind gekomen in die Toren? Ik vrees dat ik te jong was om erg veel aandacht aan hen te besteden.’
‘Aerys Targaryens laatste Hand vond de dood bij de plundering van Koningslanding, al betwijfel ik dat hij genoeg tijd had om zich in de Toren te vestigen. Hij was slechts twee weken Hand. Zijn voorganger werd verbrand. En de twee daarvoor stierven dakloos en berooid in ballingschap en prezen zich daarom gelukkig. Ik denk dat mijn heer vader de laatste Hand is geweest die Koningslanding verliet met zijn naam, zijn bezittingen en zijn lichaamsdelen volledig intact.’
‘Bijzonder boeiend,’ zei Pinkje. ‘Des te meer reden waarom ik de kerker als slaapplaats zou verkiezen.’
Misschien krijg je je zin wel, dacht Tyrion, maar hij zei: ‘Moed en dwaasheid zijn verwant, dat heb ik althans gehoord. Welke vloek er ook op de Toren van de Hand rust, ik ben hopelijk klein genoeg om erdoor over het hoofd gezien te worden.’
Janos Slink lachte, Pinkje glimlachte en Grootmaester Pycelle volgde hen met een ernstige buiging naar buiten.
‘Ik hoop dat vader je niet helemaal hierheen heeft gestuurd om ons lastig te vallen met geschiedenislessen,’ zei zijn zuster toen ze alleen waren.
‘Wat heb ik toch naar jouw lieflijke stemgeluid verlangd,’ verzuchtte Tyrion tegen haar.
‘Wat verlang ik er toch naar de tong van die eunuch met een gloeiende tang uit te rukken,’ beet Cersei terug. ‘Is vader gek geworden? Of heb jij die brief soms vervalst?’ Ze las hem opnieuw, met stijgende ergernis. ‘Waarom zou hij mij met jóü opzadelen? Ik had gewild dat hij zelf zou komen.’ Ze verfrommelde heer Tywins brief. ‘Ik regeer namens Joffry, en ik had hem een koninklijk bevel gestuurd!’
‘En dat heeft hij genegeerd,’ merkte Tyrion op. ‘Hij heeft een tamelijk groot leger, dus kan hij dat doen. En hij is de eerste niet. Of wel soms?’
Cersei’s mond verstrakte. Hij zag dat ze een kleur kreeg. ‘Als ik beweer dat deze brief een vervalsing is en jou in de kerker smijt, zal niemand dat negeren, dat beloof ik je.’
Nu begaf hij zich op dun ijs, wist Tyrion. Eén verkeerde stap en hij zakte erdoor. ‘Niemand,’ beaamde hij minzaam, ‘en vader wel het allerlaatst. Die met het leger. Maar waarom zou je me in de kerker smijten, lieve zus, nadat ik dat hele eind gereden heb om jou te helpen?’
‘Aan jouw hulp heb ik geen behoefte. Ik had bevolen dat vader moest komen!’
‘Ja,’ zei hij kalm, ‘maar eigenlijk is het Jaime die je wilt.’
Zijn zuster beschouwde zichzelf als geslepen, maar hij was samen met haar opgegroeid. Haar gezicht was een open boek voor hem, en wat hij daar nu op las was woede, vrees, en wanhoop. ‘Jaime…’
‘… is evenzeer mijn broer als de jouwe,’ onderbrak Tyrion haar. ‘Steun me, en ik beloof je dat we Jaime vrij en ongedeerd terug zullen krijgen.’
‘Hoe?’ wilde Cersei weten. ‘Die jongen van Stark en zijn moeder zullen niet licht vergeten dat we heer Eddard hebben onthoofd.’
‘Dat is waar,’ beaamde Tyrion, ‘maar je hebt zijn dochters toch nog?
Ik zag de oudste met Joffry op het binnenplein.’
‘Sansa,’ zei de koningin. ‘Ik heb het doen voorkomen dat ik het jongste wicht ook heb, maar dat is niet waar. Na Roberts dood heb ik Meryn Trant gestuurd om haar in te rekenen, maar die ellendige dansmeester van haar kwam tussenbeide en het meisje nam de benen. Sindsdien heeft geen mens haar meer gezien. Waarschijnlijk is ze dood. Er zijn die dag heel wat mensen omgekomen.’
Tyrion had op allebei de meisjes Stark gehoopt, maar eentje moest dan maar genoeg zijn. ‘Vertel me dan nu maar wat over onze vrienden in de raad.’