‘Zou jij niet elke kans grijpen om je te verzoenen met Melsasser?’ vroeg Orion zacht.
Meroboth was op deze vraag blijkbaar niet bedacht. Hij aarzelde slechts een seconde, en dat was genoeg voor Orion om verder te gaan. ‘Fodan en Gir komen terug, Meroboth. Ik zal alles doen wat ze vragen, want zij zijn mijn zonen. Ik houd van ze, meer dan van wat of wie ook. Ik heb al een zoon verloren. Dat zal me geen tweede keer gebeuren.’
Meroboth zweeg lang. Cyane zag de pijn en de vertwijfeling in zijn gezicht. Orion had hem op een kwetsbaar punt gepakt. Ze wist dat de oude man nu een moeilijke beslissing moest nemen. Meroboth was misschien de enige die precies begreep wat de Elfenkoning nu doormaakte. Maar als hij zijn levenslange vriend trouw bleef, zou hij feitelijk Tronador erkennen als nieuwe machthebber in Elfenland.
Meroboth had een beslissing genomen. Hij deed een stap naar achteren. ‘Dan laat je me geen keus, Orion,’ zei hij.
Orion knikte. Beide mannen leken ervan doordrongen dat hun jarenlange vriendschap hier ten einde kwam.
Langzaam liep Meroboth naar achteren. Hij nam zowel lichamelijk als gevoelsmatig afstand van de koning. ‘We zitten in dezelfde situatie, Orion. Hoe wij beiden ermee omgaan zal bepalen of we dit overleven en daarom vrees ik voor jou het ergste.’
‘Als ik sterf dan sterf ik in ieder geval in bijzijn van mijn zonen,’ antwoordde Orion.
Meroboth schudde zijn hoofd en draaide zich om. Met grote stappen beende hij naar de poorten van de zaal.
Cyane wierp nog een blik op Orion, die waardig naast zijn troon stond, en rende toen Meroboth achterna. De oude man zweeg terwijl hij in hoog tempo terugliep naar de kleinere ruimte waar de anderen nog steeds wachtten. Hij smeet de deur open en begaf zich snel naar de tafel. ‘Tiron, hoeveel mannen zitten er in de groep van Dinang?’ vroeg hij.
‘Ongeveer honderdvijftig.’
‘Ga ze halen en breng die Nio bij mij,’ gebood Meroboth.
Snel verdween Tiron uit de kamer. De oude man wendde zich tot Wananka, die onrustig naast de tafel stond. ‘Je vader is bereid Elfenland aan Tronador uit te leveren. Wat doe jij?’ vroeg hij.
Cyane keek naar de kleine en kwetsbaar ogende prinses. Ze aarzelde geen moment. ‘Dat kan ik niet toestaan,’ zei ze meteen. ‘En er zijn er hier meer die daar zo over denken.’
‘Verzamel ze,’ gebood Meroboth.
Wananka knikte en rende de deur uit.
‘Ik neem aan dat het gesprek niet zo goed verliep,’ informeerde Sirus droog.
‘We zijn hem kwijt. ‘Meroboth plofte lusteloos op een van de stoelen neer. ‘En weet je wat nog het ergste is, Sirus?’
De grote Nudoor keek zijn vriend vragend aan.
‘Ik kan het hem niet eens kwalijk nemen. Ik had bijna op het punt gestaan hetzelfde te doen.’
Cyane liep naar de oude man toe en legde haar hand op zijn schouder. Hij keek dankbaar op. Ze knikte hem toe. Ze had altijd gedacht dat het Melsaran was die het meest onder deze situatie leed. De vrolijke en levenslustige Meroboth toonde weinig tekenen van verdriet. Ze begreep nu dat ook hij gebukt ging onder de scheiding van zijn broers.
‘Wat gaat er nu gebeuren?’ vroeg Sirus.
‘We gaan Wananka op de troon helpen,’ kondigde Meroboth aan. ‘Het is de enige manier om te voorkomen dat Elfenland in handen van Tronador komt.’
‘En dat wil je doen voordat Fodan en Gir hier zijn,’ begreep Sirus.
Meroboth knikte.
‘Juist ja. ‘Sirus stond op. ‘Misschien moesten we nog maar wat oefenen, Cyane,’ zei hij.
Uren wachtten ze in de kleine zaal op dat wat komen ging. Sirus liet Cyane alle hoeken van het vertrek zien en wees haar op haar fouten. Kritisch keken Meroboth, Ikor en Giffor toe.
Cyane ontdekte dat de Fee een zeer kundig zwaardvechter was. Hij leek bereid haar advies te geven, ook al ging dat afstandelijk en koel. Hij bleef zitten en liet het aan Sirus over bepaalde bewegingen voor te doen. Toch was ze hem dankbaar.
Zelfs Gondolin keek geïnteresseerd naar haar verrichtingen. Alleen Sindra lag onder de tafel te slapen zoals het een gewone kat betaamt.
Elfenbedienden zorgden voor een uitgebreid diner toen de avond viel. Zowel Tiron als Wananka waren nog niet teruggekeerd en de spanning in de kleine groep steeg.
Ikor legde zijn zwarte leren zadeltas op tafel en opende hem. Hij haalde een setje van drie glimmende wapens te voorschijn. Ondanks haar afkeer voor de Fee kwam Cyane nieuwsgierig dichterbij. Het leken wel minuscule dolken. Ze hadden een gouden handvat en een vlijmscherp zilveren mes.
‘Wat zijn dat?’ vroeg ze.
Acht
Ikor keek op. Zijn zwarte pupilloze ogen gleden even over haar heen. ‘Dat zijn werpmessen.’
‘Werpmessen?’
‘Bedoeld om snel en efficiënt te doden van een afstand.’ Ikor pakte een van de drie messen op en bekeek het nauwkeurig. ‘Ze zijn gemaakt van een zorgvuldig berekend gewicht zilver. Iedere kenner weet precies hoe hard hij ermee moet gooien vanaf een bepaalde afstand.’
‘Ben jij een kenner?’ vroeg Cyane.
‘Dat zul je moeten afwachten. ‘De woorden klonken om de een of andere reden onheilspellend. Ze ging voor de zekerheid wat van de Fee vandaan.
Op dat moment ging de deur open. Tiron kwam binnen met in zijn kielzog twee verwaarloosd ogende Elfen. De oudste van de twee had kort blond haar met hier en daar een witte streng. De andere was wat gespierder dan zijn metgezel en droeg zijn lange haar in een staart. Hun kleding was vaal en oud en hing als vodden om hun magere lichamen.
‘Meroboth, dit zijn Nio en zijn zoon Pendaro. Zij zijn de huidige leiders van de groep van Dinang. De gehele groep is in de burcht bij de strijders van Wananka.’
Meroboth stond op om het tweetal te begroeten. Nio en Pendaro bogen hun hoofd eerbiedig voor de oude man. Toen hieven ze hun hoofd weer op en bekeken de anderen nieuwsgierig. Het duurde dan ook niet lang voordat ze Ikor hadden ontdekt. Nio tikte zijn zoon aan en ongerust staarden ze naar de Fee en toen naar Meroboth.
‘Rustig maar,’ zei de oude man. ‘Van Ikor hebben jullie voorlopig niets te vrezen.’
‘Tiron vertelde dat Orion overweegt de troon aan Fodan of Gir na te laten. ‘Nio wendde zich weer tot hem. ‘Dat mag niet gebeuren. Dan is al Dinangs werk voor niets geweest.’
‘Dat ben ik helemaal met je eens,’ zei Meroboth. ‘Ik denk dat Wananka een uitstekende kandidate zal zijn. Ze is moedig en standvastig. Dat ze een vrouw is, zullen jullie voor het gemak over het hoofd moeten zien.’
‘Wananka deelde Dinangs ideeën. Ze wilde alleen haar vader niet in de steek laten,’ vertelde Nio. ‘Dinang sprak altijd met veel waardering over zijn zuster. Ik zou het een eer vinden onder haar te dienen.’
‘Mooi. Dat is dan geregeld. ‘Meroboth wendde zich tot de anderen. ‘Laten we eens gaan kijken wat zich in de burcht afspeelt.’
Cyane zag dat Ikor zijn werpmessen zorgvuldig in zijn mantel opborg. Zijn zadeltas gooide hij over zijn schouder. Hij wachtte rustig tot de anderen ook zover waren.
Sirus draaide zich om naar Gondolin. ‘Misschien is het beter dat je hier blijft.’
Vastbesloten schudde ze haar hoofd. ‘Ik ga met jou mee.’
Sirus stak zijn hand naar haar uit en ze legde haar slanke vingers in de zijne. Ze glimlachte warm en liep naast hem de deur uit. Het was de eerste keer dat Gondolin ten opzichte van de groep liet merken wat ze voor de Nudoor voelde. Meroboth bekeek het tafereel verbaasd. Hij had beslist niet zien aankomen dat zijn vriend gevoelens kreeg voor de vrouw die hij als een lastpost beschouwde.
De anderen volgden het stel door de gangen naar buiten de grot in. Daar was het inmiddels druk geworden. Honderden Elfen liepen heen en weer. De meesten waren bewapend en keken eerbiedig op naar Meroboth. Anderen probeerden snel uit de gewapende bende te komen.
De massa viel collectief uiteen toen Wananka, plotseling omringd door een aantal lijfwachten, naar hen toe kwam. Haar gezicht stond verontrust. ‘Fodan en Gir zijn gearriveerd,’ meldde ze bezorgd.