Выбрать главу

‘Wat? ‘Sirus keek naar Meroboth. ‘Hoe kan dat?’

Ter draak, natuurlijk. Tronador houdt een aantal draken. Die beesten zijn razendsnel. Er moet hem veel aan gelegen zijn Elfenland bij zijn rijk te halen.’

‘We moeten voorkomen dat Fodan en Gir hun vader bereiken,’ merkte Sirus op.

Meroboth knikte.

‘Mijn leger staat klaar. ‘Wananka zag er verdrietig maar vastberaden uit.

Cyane kon alleen maar raden wat er in het meisje omging. Ze zou zich nu openlijk tegen haar vader en haar broers keren.

Meroboth draaide zich om en keek naar de paleisdeuren. Deze sloten zich langzaam. Een grote groep wachters ging ervoor staan.

Opeens klonk er een bevreesd gemompel door de gelederen. Door het volk heen brak een aantal in het zwart geklede Elfen met achter hen twee statige, rijk uitgedoste personen.

‘Fodan en Gir,’ zei Sirus. Hij had Gondolin naar een kleine erker in de wanden van de grot gebracht en stond nu naast Cyane.

De koningszonen hielden voor hen stil. De twee leken op elkaar. Natuurlijk waren ze blond en slank. Ze hadden echter pafferige gezichten waaruit hun welvaren bleek. Aan elk van hun vingers schitterde goud. Hun kleding was duur en handgemaakt. Fodan was gekleed in het groen en Gir droeg rood. Twee paar koele blauwe ogen gleden over het gezelschap en bleven rusten op Ikor.

‘Wel, wel,’ lispelde Fodan, de oudste. ‘Het is dus toch waar.’

‘Je hebt je aangesloten bij Meroboth,’ vulde Gir aan.

‘Dat klopt. ‘Ikor keek de twee Elfen recht aan.

‘Daar zal Tronador niet blij mee zijn,’ zei Fodan.

‘Dat kan me niet schelen,’ gaf Ikor hen te verstaan. Het gezicht van de Fee bleef even onbewogen als altijd.

‘En waar is die Morf?’ vroeg Fodan met een vlugge blik naar zijn broer.

Cyane onderschepte die blik en begreep de bedoeling van de Elfen. Ze konden geen wraak nemen op Ikor. De Fee was nog steeds te sterk voor hen, maar Ramart was een makkelijke prooi nu hij niet werd beschermd door Adanar of Ikor. Cyane herinnerde zich de onverschilligheid waarmee Ikor Ramart had bejegend en het gemak waarmee hij hem in Nudoria had achtergelaten. Ze vreesde voor het lot van de Morf.

Maar tot haar verbazing haalde Ikor zijn schouders op. ‘Ik zou het niet weten. Ik ben hem al weken geleden kwijtgeraakt.’

Cyane was niet de enige die verrast was door dit antwoord. Ook Sirus keek de Fee oplettend aan. Ikor had zijn ondoorgrondelijke blik al van de Elfen afgewend ten teken dat het gesprek wat hem betrof voorbij was.

Tijdens het korte gesprek was Wananka naar voren gedrongen. Dapper stond ze nu voor haar broers. Cyane bewonderde haar. Ze was klein en allesbehalve sterk, maar haar karakter maakte meer dan goed wat ze aan lichaamskracht tekortkwam.

‘Dag zusje,’ lispelde Fodan laagdunkend. ‘Dat is lang geleden.’

‘Te lang,’ zei Wananka met een duidelijk dubbele betekenis die haar broers echter ontging.

‘Het is jammer dat ons weerzien onder zulke trieste omstandigheden moet plaatsvinden,’ zei Gir.

‘Trieste omstandigheden waarvoor jullie direct verantwoordelijk zijn. ‘Wananka’s bleke gezicht leek gehouwen uit marmer.

Fodans blik verhardde zich. ‘Dinang heeft dit over zichzelf afgeroepen.’

Wananka deed een stap naar voren zodat ze vlak voor Fodan en Gir stond. Ze zette haar handen in haar zij en haar ogen spoten vuur. ‘Dinang is door jullie vermoord en dat vergeef ik jullie nooit. ‘Ze draaide haar hoofd en keek naar de grote massa Elfen die zich verzameld had. ‘Kijk!’ riep ze luid. ‘Dit zijn zei ‘Ze wees met een onbewust dramatisch gebaar naar haar broers. ‘Dit zijn de Elfen die Dinang hebben vermoord. Dit zijn de Elfen die jullie aanstaande koning uit de weg hebben geruimd zodat ze zelf de troon kunnen bestijgen om vervolgens jullie land aan de zwarte magiër uit te leveren.’

Een gemompel steeg op uit de massa. Razendsnel greep Fodan de arm van zijn zus en trok haar naar zich toe. ‘Wat denk je dat je aan het doen bent?’ siste hij.

Wananka keek hem trots en fier aan. Ze had niet de kracht zich uit de greep van haar broer los te rukken. ‘Ik probeer te voorkomen dat mijn land tot het Rijk der Duisternis zal gaan behoren,’ zei ze luid en duidelijk.

‘En wie wilde je daarvoor meebrengen?’ Gir kwam nu ook dreigend naar voren en greep de andere arm van Wananka vast.

Als het meisje al bang was, liet ze daar niets van blijken.

Sirus deed bij deze vraag een stap naar voren. Hij trok zijn zwaard, dat hij vlak voor de ogen van Fodan hield. ‘Mij, bijvoorbeeld,’ zei hij.

‘En mij. ‘Ook Cyane deed een stap naar voren.

Dankbaar keek Wananka hen aan.

‘En mij, en mij! ‘Opeens kwam de massa Elfen in beweging. Hun stemmen werden luider toen ze zich om Wananka heen verzamelden. ‘En mij! En mij!’

Fodan en Gir keken elkaar aan over het blonde hoofd van Wananka. Fodan gaf een van de Elfen in het zwart die met hen mee waren gekomen, een teken. Onmiddellijk klonk er een schril geluid. Overal kwamen nu zwartgeklede Elfen vandaan. Ook een aantal fleurig geklede Elfen uit de Burcht had besloten de kant van Fodan en Gir te kiezen.

Nio en Pendaro sprongen als eerste naar voren met hun wapens in de aanslag. Hun ogen schitterden fel en vastberaden. Elke kans op een diplomatieke oplossing was nu verdwenen.

Sirus trok Meroboth naar achteren, wat een heftig protest aan de oude man ontlokte. Ikor en Giffor gingen naast de twee Elfen staan en richtten hun wapens op de vijand.

De wachters die voor het paleis stonden wisten niet wat ze moesten doen. Aarzelend keken ze met getrokken zwaarden van de ene groep naar de andere.

Sirus maakte de opdracht voor hen duidelijk. ‘Zorg dat niemand het paleis binnenkomt,’ schreeuwde hij hen toe. De wachters knikten en hielden stand.

Fodan en Gir hadden hun zus inmiddels losgelaten. Het meisje werd door Sirus naar Meroboth geduwd. Zelf ging hij onmiddellijk achter de twee vluchtende koningszonen aan.

Cyane had haar handen vol aan de strijders van Fodan en Gir. De lessen van de Nudoor wierpen hun vruchten af. Behendig weerde ze elke aanval af. Met een grimmig gezicht verscheen Tiron haast haar. Hij was lenig en sterk en had geen enkele moeite met de oprukkende Elfen.

De aanhangers van Fodan en Gir leken plotseling uit alle hoeken en gaten te komen. Cyane was bang dat zij sterk in de minderheid waren. Dapper vocht ze verder. Ze durfde nauwelijks te kijken wat voor schade haar scherpe zwaard aanrichtte.

Verscheidene Elfen vielen kreunend naast haar neer. De groene steen schitterde in het licht.

Tiron raakte steeds verder van haar verwijderd. Samen met Giffor streed hij tegen een kleine groep Elfen die duidelijk uit de burcht kwam. Nio en Pendaro wisten zich naar hen toe te slaan om hen te helpen.

Voor zich zag Cyane twee in het zwart geklede Elfen die haar zonder aarzelen naderden. Ze was nu omringd door medestanders van Wananka, maar de twee hadden duidelijk haar op het oog. Vol afschuw zag ze hoe ze drie Elfen onthoofdden op weg naar haar toe. Een golf van misselijkheid spoelde over haar heen. Wanhopig klemde ze haar zwaard vast. Toen keek ze naar de groene steen. Haar gedachten flitsten terug naar de strijd die ze met de Varénen had gevoerd. Even galmde de onbekende stem weer in haar hoofd: ‘Wil het. ‘Was het echt zo eenvoudig? Ze twijfelde, voelde haar wil verslappen.

Ze greep haar zwaard grimmig vast. Ze had geen keus. Ze kon er nu niet over nadenken. Wilde ze dit overleven dan moest ze de Elfen doden.

De eerste stak zijn zwaard naar voren. Ze legde haar beide handen om het gevest, hief haar zwaard en sloeg het wapen van haar tegenstander krachtig weg. De man wankelde. Cyane hief andermaal haar zwaard en sloeg hard toe. Ze raakte de man in zijn nek en met een slagaderlijke bloeding stortte hij neer. Het bloed spoot over haar schoenen heen op de marmeren vloer.

Cyane vocht tegen de misselijkheid die in haar opwelde. Haar instinct vertelde haar dat ze de man moest helpen. De tweede Elf kwam echter al naar haar toe terwijl zijn partner klauwend naast haar lag. Ook hij hief zijn zwaard.