Выбрать главу

Cyane wist hem af te weren door een snelle beweging.

Haar ogen had ze nog half op de stervende man naast haar gericht.

‘Cyane, let op!’

Ze keek naar de Elf voor haar. Tirons luide uitroep bracht haar weer bij haar positieven. Hij stond ver van haar af. Hij kon niets anders doen dan schreeuwen, maar het was genoeg.

Behendig weerde ze de tweede aanval af. Met één slag wist ze ook deze Elf te ontwapenen. Angstig stond hij plotseling voor haar, kwetsbaar en bang.

Ze keek naar de man op de grond. Hij was dood. Walgend wendde ze haar blik af. Het was genoeg voor de andere Elf om te vluchten. Opgelucht haalde ze adem. De keus was haar uit handen genomen. Ze keek weer op. Haar ogen werden groot van schrik.

De twee Elfen waren niet alleen gekomen. Achter hen had Fodan zich verscholen. Met getrokken zwaard kwam hij op haar af. Ze deed een stap naar achteren.

Fodans groene kleren waren bespat met bloed en hij had een wond in zijn gezicht. Maar hij had een duidelijke taak voor zichzelf gesteld. Hij moest de draagster van het zwaard uitschakelen.

Cyane zag de berekening en de haat in zijn ogen. Hij zou niet rusten voor ze dood op de grond lag. Ze keek om zich heen. Niemand had meer oog voor haar. Iedereen was in een gevecht verwikkeld.

Fodan naderde.

Ze bleef staan. Ze wist dat ze niet aan hem kon ontkomen. Beschermend hield ze haar wapen voor zich.

Fodan sloeg toe. Zijn slag was sterk. Ze had moeite hem af te weren. Nogmaals kletterde zijn zwaard op het hare. Opnieuw moest ze al haar krachten aanwenden om hem te weerstaan. Weer hief Fodan zijn arm, maar nu was ze hem voor. Snel duwde ze haar wapen naar voren en stak de punt in het magere lichaam van de Elf.

Hij slaakte een woedende kreet en sprong naar achteren. Bloed stroomde uit een wond in zijn zij. Fodan schonk er geen aandacht aan. Onmiddellijk kwam hij weer naar voren en sloeg met onverminderde kracht toe.

Cyane wankelde maar wist de aanval af te weren. Weer wilde ze toesteken maar Fodan was haar voor. Met alle kracht die hij kon verzamelen in zijn magere lichaam liet hij zijn zwaard op het hare vallen. Ze voelde hoe de slag haar handen openrukte en ze zag haar wapen op de grond vallen. Vlug deed ze een stap naar achteren. Ze struikelde over het lichaam van de dode Elf. Met een kreet viel ze over hem heen. Ze zag dat Fodan op haar af sprong. Om haar heen vochten tientallen Elfen met elkaar. Overal klonk geschreeuw.

Ze probeerde weg te krabbelen, maar ze leek versteend. Met een triomfantelijke glimlach torende Fodan hoog boven haar uit. Langzaam hief hij zijn zwaard om de genadeslag toe te brengen.

Cyane keek wanhopig om zich heen. Ze zag geen uitweg. Alles was voor niets geweest. Ze zou hier sterven en Meroboths missie zou mislukken.

‘Nee!’ gilde ze naar Fodan. De Elf grijnsde alleen maar. Hij liet zijn zwaard naar beneden komen.

In een laatste poging het onvermijdelijke te ontvluchten gooide Cyane haar lichaam naar rechts zodat ze van de dode Elf af rolde. Het zwaard suisde rakelings langs haar oor toen het zich in het lijk naast haar boorde.

Cyane sloot even haar ogen. Toen hoorde ze een nadrukkelijke plof. Verschrikt deed ze haar ogen weer open. Naast haar lag Fodan. Hij was dood. Zijn blauwe ogen staarden haar gebroken aan. Zijn grijns was verstild in zijn witte gelaat. In zijn hals stak het kleine gouden lemmet van een werpmes.

Ze krabbelde overeind en keek om zich heen. Niemand scheen iets gemerkt te hebben. Tiron en Giffor vochten met Pendaro tegen de strijders van Fodan en Gir. Nio kon ze nergens ontdekken. Sirus had ze al niet meer gezien sinds het begin van de strijd. Ook Meroboth en Wananka waren verdwenen.

Toen zag ze de lange, magere gestalte van Ikor. Hij stond als een standbeeld in het midden van het strijdgewoel. Zijn zwarte ogen waren op haar gericht. In zijn handen hield hij het volgende werpmes.

Ongelovig keek Cyane naar het lichaam van Fodan en toen weer terug naar de Fee. Hij had haar leven gered. Hij had Fodan gedood. Ikor knikte haar haast onmerkbaar toe en draaide zich toen om. Hij werd meteen aan het oog onttrokken door de door elkaar krioelende Elfen.

Cyane staarde bibberend naar de plek waar hij verdwenen was, niet meer in staat ook maar iets te doen. Ze voelde hoe iemand haar uit het strijdgewoel trok. Het was een Elfenvrouw die ze nog nooit eerder had gezien. Ze was oud maar behendig. Haar gezicht was gerimpeld. Opvallend genoeg waren haar ogen groen in plaats van blauw. Ze trok haar mee naar een van de nissen in de grot en duwde haar naar binnen. Toen liep ze weg en liet haar alleen.

Cyane beefde van top tot teen toen het tot haar doordrong waaraan ze ontsnapt was. Ze staarde naar de krioelende massa voor haar. Ikor, de verrader, de moordenaar, had haar leven gered.

Vanuit haar ooghoeken zag ze plotseling een vreemde beweging. De grote houten toegangspoorten van het paleis gleden langzaam open. Honderden paleissoldaten drongen naar buiten. De wachters sprongen verschrikt weg toen de soldaten op de massa toe renden en weloverwogen begonnen in te hakken op de strijders van Fodan en Gir.

Een gejuich steeg op bij het leger van Wananka. Met hernieuwde krachten gingen ook zij het gevecht weer aan. Ze waren nu duidelijk in de meerderheid. Het duurde dan ook niet lang voor de strijd was beslist. De in het zwart geklede Elfen vluchtten zodra ze de kans kregen. Zij die niet weg konden komen werden gevangengenomen en hardhandig de grot uit gedreven.

De aanhangers van Wananka verzamelden zich. Met een grimmige blik op zijn gezicht kwam Sirus de grot in. Meroboth, Gondolin en Wananka kwamen uit de nissen.

‘Gir is dood,’ meldde Sirus.

Cyane voegde zich bij hen. ‘Fodan ook,’ zei ze beverig.

Wananka beet op haar lip. Cyane zag dat de tranen in haar ogen sprongen. Binnen enkele dagen had ze al haar broers verloren. Op dit moment maakte het niet uit dat twee van hen overgelopen waren naar Tronador. De koningsdochter vermande zich echter en keek om zich heen. Rouwen zou ze later doen. Alleen.

Tiron en Giffor naderden hen nu ook. De Dwerg keek nog steeds wraakzuchtig om zich heen op zoek naar elk teken van verzet. Zijn kleine, grijze ogen schitterden fel en zijn gezicht was paars van woede. ‘We hebben die rotelfen een lesje geleerd,’ kondigde hij aan.

Tiron schudde zijn hoofd en keek naar de ravage en de tientallen lichamen om hem heen. In tegenstelling tot de meestersmid leek hij hier geen genoegen in te scheppen.

Giffor keek oplettend naar Cyane. ‘Waar is mijn zwaard?’ vroeg hij scherp.

Ze haalde hulpeloos haar schouders op.

Woest keek Giffor haar aan. ‘Welja, één gevecht en ze is het kwijt.’

‘Houd je mond,’ snauwde Tiron de Dwerg toe.

Meroboth hief gebiedend zijn hand op. ‘Ga het zwaard onmiddellijk zoeken, Giffor. Het mag niet in verkeerde handen vallen.’

Giffor wierp Tiron een woedende blik toe en verdween in de menigte om zijn meesterwerk te zoeken.

Meroboth keek naar de openstaande deuren van de troonzaal. ‘Waar kwamen zij ineens vandaan?’

‘Ze kwamen in ieder geval geen minuut te vroeg.’ Sirus wreef met een pijnlijk gezicht over zijn arm. Hij had een snee bij zijn slaap en het bloed liep langs zijn gezicht.

‘Dat waren soldaten van mijn vader,’ verklaarde Wananka. Haar stem klonk hoopvol. ‘De koning heeft een groot privéleger. ‘Ze draaide zich om en liep naar het paleis, waarvan de poorten nog steeds wijd openstonden.

Het gesprek ging langs Cyane heen. Ongelovig staarde ze naar de doden om haar heen. Het had niet veel gescheeld of zij was een van hen geweest. Langzaam liep ze van het groepje weg. Ze keek naar de lijken, angstig en walgend. Ze kon er haar ogen niet van losrukken.

Toen zag ze een verwrongen gezicht dat haar vaag bekend voorkwam. Ze sloeg haar hand voor de mond en slaakte een kreet. Het was de oude Nio, de Elf die Tiron naar Dinang had gebracht. Ze kende hem nauwelijks, maar op hem projecteerde ze al haar gevoelens die ze afgelopen uren had opgekropt. Huilend zeeg ze ineen. Haar schouders schokten terwijl ze wanhopig probeerde de verschrikkelijke beelden die op haar netvlies gebrand stonden uit te wissen.