Plotseling ontbrandde er een verblindend wit schijnsel rechts van de Baba Yaga. De weerkaatsing in het ruimtescherm maakte Don bijna blind.
Hij sloot zijn ogen en graaide naar een polarisatiebril, zette hem op en stelde hem in op maximum. Toen zwenkte hij het schip met een dubbele stoot van de noniusraketten iets naar stuurboord.
Daar, net opgerezen vanachter de Zwerver, hing de vlammende schijf van de Zon naast de donkere cirkel van de aarde — een witgloeiend dubbeltje naast een beroete gulden. Evenals de maan en de draden had de Baba Yaga zijn eerste omloop achter de Zwerver voltooid en dook hij weer op in het licht van de zon.
Don stelde zijn bril bij om de zon af te schermen, verminderde toen de polarisatie tot hij de nachtzijde van de aarde bij het licht van de Zwerver kon zien. De oostelijke kust van Noord Amerika was over de rechterrand in het daglicht gegleden. Heel Zuid Amerika was verdwenen. De rest van de globe bestond uit de Stille Oceaan, behalve daar waar Nieuw Zeeland zich aan de linkerkant begon te vertonen — daar viel nu de schemer.
Het verbaasde Don hoe het zijn hart verwarmde dat hij de aarde weer zag — niet verloren aan de andere zijde van de kosmos, maar slechts een half miljoen kilometer verderop!
Nieuw Zeelanders en Polynesiërs renden weg van hun eettafels en eetmatjes om te staren naar het wonder dat met de avond opkwam. Velen van hun veronderstelden dat de Zwerver de maan was, op monsterlijke wijze verminkt — hoogstwaarschijnlijk door Amerikaanse of Russische atoomexperimenten die uit de hand waren gelopen — dat het paars en goud de uitstralingen waren van een maanwijde atoomontploffing — en het kostte uren voor hen deze overtuiging uit het hoofd was gepraat. Maar de meeste bewoners van Australië, Afrika, Europa, en Azië sleten de dag op normale wijze, nog niet op de hoogte van de Zwerver, behalve als een wild Yankee-verschijnsel uit de kranten, van hetzelfde niveau als senatoren, filmsterren, het geloof aan de onfeilbaarheid van de bijbel, en Coca-Cola. De slimmere lieden dachten: Reclame voor een nieuwe griezelfilm, of — aha — een voorwendsel voor nieuwe eisen aan het adres van China en Rusland. Men zag geen verband — op een paar supersubtiele psychologen na — tussen de idiote nieuwsberichten over de maan en de maar al te realistische berichten van aardbevingsrampen.
Ook de Atlantische Oceaan lag nu in de dagzijde van de aarde, maar daar klonk het verhaal anders, aangezien de meeste vlieg- en vaartuigen die de scheep- en vliegroutes gebruikten de Zwerver gedurende de laatste uren van de nacht hadden waargenomen. Zij zochten driftig de gestoorde golflengten af naar nieuws, en probeerden verslagen en verzoeken om advies af te zenden naar reders en maritieme autoriteiten. Een paar zetten koers naar de dichtstbijzijnde havens. Anderen, die blijk gaven van een verrassende voorzichtigheid, ingegeven door hun kennis van zaken, draaiden op naar open zee.
De Prince Charles onderging een drastische verandering. Een groep fascistische Braziliaanse oproerlingen nam de macht over het reusachtige luxeschip over, geholpen door twee officieren van Portugese afkomst. Kapitein Sithwise werd gevangen gezet in zijn eigen kajuit. De plannen van de oproerlingen waren briljant, maar zouden waarschijnlijk geen succes hebben gehad zonder de opwinding die met de ‘astronomische noodtoestand’ gepaard ging. Met een gevoel dat aan ontzag grensde beseften zij dat ze ten koste van zes neergeschoten en drie gewonde samenzweerders niet alleen een schip zo groot als een badhotel in hun macht hadden gekregen, maar bovendien nog twee atoomreactoren. Wolf Loner ontbeet geriefelijk en verrichtte zijn weinig talrijke ochtendtaken terwijl de Volharding gestadig westwaarts koerste onder de grijze bewolking. Zijn gedachten hielden zich bezig met de grootse regelmaat van de natuur, gemaskeerd door het moderne leven.
Don Guillermo Walker ijlde in de sloep van de Araiza’s van het Meer van Nicaragua naar de San Juanrivier, langs de stad San Carlos, toen de dageraad de jungle rood kleurde. Nu de Zwerver uit de hemel was verdwenen was Don Guillermo minder geneigd eraan te denken, en aan de vulkanen en aardbevingen, en peinsde liever over zijn geslaagde bombardement van het bolwerk van el presidente vanuit het kleine vliegtuigje dat nu op de bodem van het meer rustte. Sic semper alle linksen! Eindelijk had hij zijn examen van de John Birch Society afgelegd!… of dat was tenminste hoe Don Guillermo erover dacht.
Hij sloeg zich op de borst en riep: ‘Yo soy un hombre!’ Een van de gebroeders Araiza, tegen de opkomende zon in turend, knikte en zei: ‘Si,’ maar tamelijk onenthousiast, alsof het man zijn niet zo’n grote zaak was.
15
Paul Hagbolt moest toegeven dat het vermoeiend wordt door zand te wandelen, zelfs als je samen bent met nieuwe vrienden en onder een hemel met een heldere nieuwe planeet loopt. De opwinding van het tarten van Majoor Humphreys en het Maanproject had hem al snel verlaten, en deze martelgang over het strand leek bijzonder doelloos en deprimerend.
‘Je voelt je eenzaam, nietwaar?’ zei Rama Joan zacht, ‘als je breekt met de grote beschermer, en je geluk — en dat van je vriendin — gaat proberen met een stel idioten, alleen om de begrafenis van een hond bij te wonen.’
Ze liepen in de achterhoede van de optocht, een eind achter de baar die door Clarence Dodd en Wojtowicz werd gedragen.
Paul grinnikte. ‘Je bent erg oprecht,’ zei hij. ‘Maar Margo is niet mijn vriendin, hoor — ik bedoel dat alle gevoelens van mijn kant komen. We zijn echt gewoon maar vrienden. Rama Joan keek hem slim aan. ‘Nou en? Je kunt je leven verslijten aan vriendschap, Paul.’
Paul knikte ongelukkig. ‘Dat heeft Margo me ook gezegd. Zij beweert dat ik bevredigd word door haar te bemoederen en andere mannen van haar weg te houden. Op Don na, natuurlijk — en zij denkt dat mijn interesse in hem meer dan broederlijk is, ook al besef ik dat niet.’
Rama Joan haalde haar schouders op. ‘Kan zijn, lijkt me. De situatie met jou en Margo en Don ziet er wel wat onnatuurlijk uit.’
‘Nee, op zijn manier is het volkomen natuurlijk,’ verzekerde hij haar met een soort van sombere vergenoegdheid. ‘Wij drieën gingen samen naar de middelbare school. We stelden belang in wetenschap en zo. We pasten goed bij elkaar. Toen ging Don verder en werd ingenieur en ruimteman, en ik zwenkte af naar journalisme en PR-werk, en Margo ging in de kunst. Maar we waren vastbesloten bij elkaar te blijven, dus toen Don bij het Maanproject kwam deden wij dat ook, ik tenminste. Tegen die tijd had Margo besloten dat ze iets meer van hem hield dan van mij, en ze verloofden zich. Dat was dus geregeld — misschien eenvoudig omdat onze maatschappij driehoeksarrangementen ongaarne ziet. Toen ging Don naar de maan. Wij bleven op aarde. Dat is alles, tot vanavond, tot ik jullie lot schijn te gaan delen.’
‘Misschien omdat je allang eens stoom moest afblazen. Wel, ik kan je vertellen waarom ik hier ben,’ vervolgde de roodharige vrouw. ‘Ik kon veilig in Manhattan zitten, als vrouw van een reclameman, en Ann zou naar een dure school gaan, en ikzelf zou af en toe een lezing in de vrouwenclub houden over mystiek. In plaats daarvan ben ik gescheiden, verdien ik een droge broodkorst met het houden van lezingen, waar ik de mystiek versier met een hoop kermisachtige poespas.’ Ze wees op haar witte das en avondkleren en lachte kleinerend. ‘ “Mannelijk protest,” zeiden mijn vrienden. “Nee, gewoon menselijk protest,” zei ik ze. Ik wilde dingen kunnen zeggen die ik werkelijk meende en ze krachtig zeggen — dingen die alleen van mij waren. Ik wilde dat Ann een echte moeder had, niet alleen een goedgeklede statistiek.’