‘Maar dit is een hoofdkwartier!’
‘Het spijt me, Generaal, maar —’
‘Roep het eerste hoofdkwartier op!’
‘Generaal, zij geven geen —’
De vloer trilde heftig en er klonk een scherp knetterend geluid. De lichten flikkerden, gingen uit, gingen weer aan. De ondergrondse vertrekken schokten heen en weer. Er viel kalk uit de muur. Nogmaals gingen de lichten uit — allemaal, op de bleke gloed van het scherm na.
Plotseling werd het trillende astronomische beeld op het scherm vervangen door het silhouet van een grote katachtige kop met puntige oren en grijnzende kaken. Het was alsof op die onbemande satelliet, 41.000 kilometer boven de Stille Oceaan, een zwarte tijger in de teleskoop loerde. Het beeld bleef een ogenblik bestaan. Toen werd het weer wazig, en het scherm werd zwart.
‘Jezus Christus, wat was dat?’ schreeuwde de Generaal in het donker.
‘Heb jij het ook gezien?’ wilde Kolonel Mabel Wallingford weten. Haar vraag werd begeleid door een deels hysterische, deels uitgelaten lach.
‘Hou je kop, stomme griet!’ krijste de Generaal. ‘Jimmy?’ ‘Het was een toevallige storing,’ kwam de beverige stem van de jongeman door de duisternis. ‘Het inktvlek-effect. Het kan geen —’
‘Stil!’ schreeuwde Kolonel Willard Griswold. ‘Luister!’ Allemaal hoorden ze het: het geluid van stromend en sijpelend water.
Aan boord van de Prins Charles was men zich zeer bewust van de verstopte radiowegen.
Zowel de oproerlingen die nu het luxeschip in hun macht hadden, als de loyale leden van de bemanning die een amateurzender gebruikten, probeerden zonder succes boodschappen over de coup te versturen — de ene groep naar hun revolutionaire leiders, de andere naar de Britse Marine. En Wolf Loner, vijfduizend kilometer naar het noorden, dacht erover hoe fijn het was om zonder kranten en radio te zitten — eigenlijk wenste hij dat hij en zijn vlet Boston niet zo spoedig zouden bereiken.
Het magnetische veld van de Zwerver, dat veel sterker was dan dat van de aarde, verspreidde zich even snel door de ruimte als zijn zwaartekrachtveld, en beïnvloedde bijna zonder verloop van tijd de instrumenten die er gevoelig voor waren. Maar naast deze alles doordringende magnetische invloed waren er nog andere, vreemdere, invloeden die volgens een rechte lijn van de Zwerver wegstroomden en de aanliggende zijde van de aarde raakten. Ze scheurden de Van Allen gordels uiteen en deden een wolkbreuk van protonen en elektronen op aarde neerdalen.
Deze krachtige invloeden werden aanzienlijk intensiever toen de maan in een baan rond de Zwerver kwam en uit elkaar begon te vallen. Zij brachten ionisatie en andere, subtielere, resultaten teweeg. Het voornaamste merkbare effect was dat de stratosfeer van de aarde en ook de lagere atmosfeer snel ongeschikt werden voor elk soort elektromagnetische communicatie.
Toen de Eerste Nacht van de Zwerver in westelijke richting rond de aarde reisde, of liever toen de aarde er naar het oosten in wentelde, verspreidde deze vergiftiging van de ether zich over de hele aardbol, en leverde zo een belangrijke bijdrage aan de rampzalige verwarring die het ene land van het andere afsneed, de ene stad van de andere stad, en uiteindelijk, de ene geest van de andere.
17
Terwijl het vreemdsoortige medische team, bestaande uit Rama Joan, Doc en Stastok aan het werk ging om het gebroken been van Ray Hanks te zetten, ging Clarence Dodd de rest van de mannen voor in een expeditie naar de bedolven auto’s. Toen drie of vier van hun lopend de truck aanduwden ploegde deze makkelijk genoeg door het zand, maar neigde vast te lopen als ze allemaal probeerden in te stappen, zodat tenslotte Hixon, Kleine Man en McHeath reden, terwijl Paul, Hunter en Wojtowicz strompelden.
Halverwege kwam McHeath langs rennen met spalken en pleister uit Doddsy’s eerste-hulp doos.
‘Span je niet teveel in, jongen,’ riep Wojtowicz hem achterna. ‘Het is de vierhonderd meter niet!’
‘Die jongen overdrijft,’ vertelde hij Paul. ‘Volgens zijn tantes ben ik verantwoordelijk voor hem, hoewel het een stel verwaande ouwe wijven zijn.’
Na de trektocht hielpen ze Doddsy met het uitladen van de achterkant van zijn stationwagen, die niet was begraven. Er kwam een formidabele verzameling praktische apparatuur uit, waaronder blikken eten en zwak bier, dekens, twee leren jassen, een kleine tent, houtskoolbriketten en kerosine, een primus — en een verrekijker, die onmiddellijk werd gebruikt om de Zwerver mee te bekijken, maar de lenzen maakten het paars en goud alleen maar breder. De barsten op het oppervlak van de gekraakte en ellipsoïde maan, die nu voor de tweede keer achter de nieuwe planeet verdween, werden ijselijk wijd.
Toen kwamen er uit Doddsy’s auto twee machetes (Paul grinnikte in gedachten vanwege het romantische aspect), en twee legerdump geweren met ammunitie. Tenslotte drie vaten van twintig liter en een eind slang dat ze gebruikten om benzine van de bedolven auto’s over te hevelen naar de truck. Er bleef een reservevoorraad van vijftig liter over.
Wojtowicz legde een van de geweren aan zijn schouder en kondigde aan: ‘Hé, kijk, ik zit weer in dienst! Voorwaarts… mars! — ik heb aanleg voor clown,’ legde hij uit ten behoeve van Paul.
De beladen truck, hoewel het af en toe niet zo snel ging in het zand, maakte de terugtocht vrij gemakkelijk. Hixon parkeerde hem met een fantasierijke draai, op de manier van een speedboot. De achterkant kwam vlak tegen het verhoogde platform te staan.
Docs commentaar toen hij de schatten had bekeken was: ‘Doddsy, ik zie hier alles voor noodgevallen behalve zware drank — of zelfs maar lichte drank,’ zei hij hoofdschuddend toen hij het etiket op een blik van het kinderbier ontdekte.
‘Ik heb een ruime voorraad kalmeringspillen en dexedrine,’ riposteerde Kleine Man.
‘Dat is niet hetzelfde,’ treurde Doc. ‘Ik heb nooit van peppillen gehouden. Als het nou nog mescaline was, bijvoorbeeld, of peyote, of zelfs een paar sticks marihuana…’ Wanda wierp hem een woedende blik toe. Harry McHeath grijnsde nerveus, en Wojtowicz zei plechtig, met een waarschuwende blik op Doc: ‘Hij maakt een grapje, jongen.’
Doc grinnikte en zei tegen de magere vrouw: ‘Haal de laatste warme koffie maar tevoorschijn, Ida. De Hixons hebben nog niets gehad, en ook geen sandwiches, en we hebben allemaal wel zin in een hap en een slok. Nu we Doddsy’s potten met instant hebben, heeft het geen zin om de boel op te potten. Bovendien hebben we de kruik nodig voor water uit de tank van het strandhuis — ik heb het gecontroleerd en het is drinkbaar. Sommigen van jullie denken misschien dat ik alleen maar een C2H5OH-maniak ben, maar in feite besteed ik af en toe mijn aandacht aan H20.’
Het koffievoorstel werd met algemene instemming begroet. Iedereen was moe en wilde graag op het platform gaan zitten of liggen, weg van het schurende zand. In hun midden lag Ray Hanks op de draagbaar. Zijn been was omzwachteld en bepleisterd tot het, in de woorden van Wojtowicz, op een stuk rioolbuis leek. Maar de gewonde rustte vrij comfortabel nadat hij was behandeld met de rest van Docs whisky — en met de handoplegging die Stastok hem nog steeds toediende.
Ida schonk eerst in voor de Hixons, die nu zij aan zij zaten. Zijn arm was om haar heen geslagen. Ze keken elkaar aan, dronken elkaar toen nogal plechtig toe. Zij waren een voorbeeld voor de anderen. Ze hadden allemaal iets plechtigs toen ze hun laatste schamele kopjes koffie dronken. Zoals Hunter eerder al had geraden, voelde iedereen op zijn eigen manier dat deze plek hun thuis was, en ze vreesden het ogenblik van vertrek. Hier op het strand waren er geen heuvels die konden omvallen, geen gebouwen die inzakten en uitbrandden, geen gasbuizen die braken en heet geel vuur uitspuwden, geen draden die met verblindende lichtflitsen knetterend omlaag dropen. (Weliswaar stond er het strandhuis, dat er nu gammel uitzag omdat de ene wand was scheefgeslagen door de beving, maar het was donker en laag en dichtgetimmerd, en kon dus genegeerd worden.) Er waren geen vreemdelingen die hun handelingen nagingen, geen slachtoffers die hen om hulp vroegen. De storingen smoorden alle rampspoedige boodschappen, alle verboden en bevelen, alle aanwijzingen van politie, rode kruis en de BB, die ongetwijfeld de ether overspoelden. Het was prettig om te dromen dat ze hier zouden blijven, een kleine strandkolonie met aan elkaar gewaagde leden — gewoon hier blijven en naar de Zwerver kijken, die naar de oceaan zonk, de maan erachter en onzichtbaar, en de planeet zelf met een voorstelling van een stier die het rood met de kop vooruit tegemoet stormt. De gele roos van de schietschijf was half uit het gezicht verdwenen en een grotere, lagere gele cirkel kroop in beeld. Bij toeval, of misschien met opzet, leken twee kleine gele ovalen op ogen. Doddsy zette zijn koffiekop neer om het te schetsen.