Tigerishka, besefte Paul nu, was een tenendanseres door haar anatomie, daar haar voeten geheel uit teen bestonden — zij was teenganger, geen zoolganger — en haar hiel gevormd werd door het beengewricht daarboven, wat overeenkwam met de lagere elleboog in haar onderarm.
De dans had hem uitermate gefascineerd, en zijn aandacht afgeleid van al zijn pijn en bezorgdheid.
Nu was de bekoorlijke ballerina opnieuw de onpersoonlijk sadistische pleeg geworden — een akelige gedaanteverwisseling.
Daarom schudde hij ondanks zijn dorst treurig het hoofd en probeerde zijn verdoofde dik-aanvoelende lippen op elkaar te klemmen. Toen drukte hij zijn wenkbrauwen omhoog en hief zijn gezicht naar haar op met de enige smekende uitdrukking die zijn gezicht kon verzinnen — hoewel hij zich er acuut van bewust was hoe ontzettend hij op een geknevelde en vastgebonden aap moest lijken die smeekte te worden vrijgelaten.
Zij grijnsde hem toe zonder haar lange lippen te openen — een nieuwe spottende imitatie van een menselijke uitdrukking, daar was hij zeker van — en bleef hem in ogenschouw nemen.
Het was opnieuw nacht en hij was twaalf uur in de schotel geweest, want de laatste waarneming viel niet te miskennen — een blik op San Francisco waarover de avond viel. De stad vertoonde de zwarte strepen en de rook van vuren die door de regen waren geblust, en ook een grote verzameling schepen in de Golden Gate. Toen hing de schotel scheef, en hij had de Zwerver in het oosten zien opkomen in zijn mandala-gedaante, met een asymmetrische glinsterende ring eromheen. Na een paar seconden driftig denken was hij ervan overtuigd dat het de verbrijzelde maan was.
Tigerishka stak een groene poot uit en raakte zijn rechterpols aan. Toen zat ze weer stil. Ongelovig en verwonderd besefte hij dat zijn rechterarm weer vrij was. Hij bewoog zijn vingers, boog zijn elleboog met minder pijn dan hij had verwacht, begon toen zijn vingers naar zijn lippen te bewegen, maar staakte dit halverwege.
Als hij gewoon zijn lippen aanraakte interpreteerde ze het misschien als een teken dat hij op die manier met slangetjes gevoerd wilde worden.
Hij bracht zijn vingers naar zijn voorhoofd, toen met een vloeiende beweging naar zijn lippen en vervolgens naar haar puntige oren. Met nog meer inspiratie wees hij naar haar muil, en weer terug naar zijn eigen oor.
‘Ja, wil praten,’ interpreteerde ze. ‘Aap en kat hebben hoop roddels, hè?’
Langzaam schudde ze haar groen gemaskerde gezicht van links naar rechts. ‘Nee! Zullen allemaal zijn kletsvragen — een, twee, vijfduizend! Ik ken apen!’
Zijn verwachtingen vielen in duigen. Tegelijkertijd kwam het bij hem op dat ze het in grammaticaal volmaakt Engels had kunnen zeggen, maar dat ze dat opzettelijk niet deed — net als een briljante Europeaan die zeer wel in staat is een andere taal foutloos te spreken, maar blijft vasthouden aan zijn accent en zijn zelf verzonnen syntaxis om zijn exotische individualiteit te benadrukken, en ook als subtiele kritiek op de willekeurige uitspraak van het Engels en op zijn zwermen dwaze versierende woordjes.
‘Toch —’ Tigerishka wachtte even ‘– zijn er dingen die ik zal vertellen.’
Toen met de snelheid van een stenotypiste, en ietwat zangerig, alsof het voor haar zeer saai was: ‘Ik kom superieur galactische cultuur. Lees geesten, gooi gedachten, zeil ultraruimte, leef eeuwig als wil, blaas zonnen op — al dat soort spul. Zie eruit als dier — opnieuw aangenomen voorouderlijke gedaante. Maak breinen klein maar echt groot — (psycho-fysio-submikro-miniaturisatie! Wij blijven superieur.) Jij niet geloven? Jij luisteren. Planten eet anorganisch: zij superieur! Dieren eet planten: zij superieur. Katten eet rauw vlees: wij meest superieur! Apen proberen eet alles: een rotzooi!’
Toen zonder ophouden: ‘Zwerver zeilt ultraruimte. Ja sterrenfoto’s, ik weten. Brandstof nodig — veel materiaal voor sloopkamers. Jullie maan goeie hoop brandhout. Breken, verpoederen, dreggen. Wij tanken vol, dan gaan. Niet nodig jullie apen opwinden en moeilijk doen.’
Toen ze ophield bleef Paul vijf hele seconden zieden, razend door haar harteloze, vereenvoudigde voorstelling van zaken. Toen dacht hij eraan dat hij er niets tegen kon doen. Hij haalde diep adem en trok zijn gelaatstrekken in een kalme plooi, en hoopte dat ze minder rood werden. Toen drukte hij zijn open hand dicht tegen zijn mond, en verwijderde hem toen plotseling, alsof hij wilde zeggen: ‘Weg met die prop.’
Het viel hem ook in dat dit gebarenspelletje eigenlijk geen zin had, omdat ze zijn gedachten moest kunnen zien, maar direct daarna daagde het besef dat de hele zaak juist een spelletje was. Katten houden van spelletjes; ze houden ervan met hulpeloze slachtoffers te spelen; en in dat opzicht scheen Tigerishka geen uitzondering te zijn.
Zij bevestigde dit door te glimlachen terwijl ze langzaam haar hoofd schudde — grijnzend en met opgekrulde bovenlip zodat haar borstelige snorren bewogen.
Hij probeerde het op een andere manier. Hij herhaalde het ‘Weg met die prop’-gebaar, maar bracht direct daarna zijn hand naar zijn mond alsof hij een glas vasthield, en het schuin hield om te drinken. Tenslotte legde hij een vinger over zijn lippen.
Tigerishka’s stervormige pupillen vernauwden zich tot puntjes terwijl ze naar zijn ogen staarde. ‘Ik jou laten drinken, jij niet praten? Niet zeggen een woord?’
Paul knikte plechtig.
Uit de doos haalde ze een slappe witte fles met een inhoud van ongeveer een kwart liter en hield die tegen zijn lippen. ‘Ik knijp zacht, jij zuigt,’ zei ze, en veegde met de rug van haar andere poot over zijn wang en kin. Het gevoel keerde snel erin terug en tegelijk troostte een koel sijpelen zijn droge en pijnlijke keel. Na een tijdje keerde zijn smaak terug: melk. Melk met een zwakke muskusachtige bijsmaak. Hij vroeg zich af of het katten of kunstmatige melk was, voor mensen verteerbaar of niet, maar besloot dat hij op Tigerishka’s oordeel moest vertrouwen.
Toen zijn eerste dorst was gelest reikte hij met zijn hand omhoog om het knijpen over te nemen. Dit gebaar werd niet afgewezen maar evenmin verslapte meteen haar greep op de fles, zodat hij een paar ogenblikken tegen de rand van zijn hand het fluweel van haar vetkussentjes en de veerkrachtige zijde van haar bont voelde, en door het laatste de harde kromme van een ingetrokken klauw. Toen trok ze haar poot terug, en zei alleen: ‘Zachtjes, denk eraan.’ Toen de fles plat geknepen was gaf hij hem terug, en zei zonder nadenken: ‘Dank je —’ maar voor de woorden gevormd waren had ze zijn lippen licht aangeraakt en was de prop weer aangebracht.
Hij vroeg zich suf af of de prop pure suggestie was of een onvoelbare folie, of een of andere ogenblikkelijke electroforetische verzadiging van het weefsel — kataforese, noemden de doktoren het ook nog — of god weet wat — maar toen werden zijn lichaam en geest vlug beslopen door een lethargie die het denken bemoeilijkte. Vermoeidheid of verdovende middelen? Dat was te moeilijk om over na te denken.
Slaperig besefte hij dat de onzichtbare binnenhuiszon van de schotel nu een schemerlicht verspreidde. Door de mist van de slaap voelde hij de bevrijdende aanraking van Tigerishka’s vacht met zijn linkerpols en enkel, zodat hij alleen nog aan zijn rechterenkel zat gekluisterd.
Hij rolde zich op in een baarmoederlijke houding en dwaalde naar een diepere slaap.
Het laatste waarvan hij zich bewust was was Tigerishka’s neutrale: ‘Trusten, aap.’
28
De Zwerver vertoonde voor de vijfde maal zijn yin-yang gezicht aan de aarde. Hij had nu een volle dag in de nachthemel van de aarde gehangen. Voor de meteorologen in het internationale observatiestation aan de Zuidpool, diep in de ononderbroken nacht van de winter van het zuidelijk halfrond, had de Zwerver een volledige baan rond de zonloze hemel gemaakt, steeds op dezelfde hoogte boven de ijzige horizon, en nu hing hij opnieuw waar hij voor het eerst was verschenen boven de Queen Maud Bergrug en Mary Byrd Land. Grote groene aurora’s werden aan de sneeuw ontlokt en gloeiden eromheen.