‘McHeath weet hoe hij met een geweer moet omgaan,’ zei Kleine Man, ‘en hij is een evenwichtige jongen.’
Doc knikte. ‘Ga hem maar vertellen dat hij gepromoveerd is. Hixon kan het andere geweer houden.’
De chauffeur, Pop, kwam morren over de geul. ‘De achterwielen van de bus zijn oud,’ legde hij uit. ‘Glad gesleten. Als hij in die kuil zakt gaat hij waarschijnlijk scheef opzij.’
Doc liep al terug. Hij klom in de bus en reed hem over het gat. Het ding schoof nauwelijks meer opzij dan de Corvette. Hixon stuurde de truck. Ray Hanks werd daarna op zijn draagbaar overgedragen, en op zijn koortsig aandringen opnieuw achterin de truck geladen, liever dan in de bus. Ida en de jonge McHeath sloten zich daar bij hem aan. De laatste met zijn geweer keek streng.
Toen de bus volgeladen was zei Doc tegen Clarence Dodd:
‘Jij voert het bevel over de bus — en hou Pop onder de duim.’
Toen hij naar voren liep naar de Corvette zag hij Ann op het midden van de voorbank naast haar moeder zitten. Hij zette zijn handen in zijn zij, toen grinnikte hij en haalde zijn schouders op en klom achter het stuur. ‘Hi, lieveling,’ zei hij, en woelde door haar haren. Ze deinsde van hem weg en schoof naar haar moeder toe, een beetje.
Doc startte de motor, ging toen rechtop staan en keek achterom.
‘Luister allemaal!’ schreeuwde hij naar de sedan, de bus en de truck. ‘Volg met tussenruimten van twintig meter! — ik zal langzaam rijden. Als ik drie keer toeter betekent het langzaam! Vier maal betekent stoppen! Vijf — van een van jullie — betekent dat je in moeilijkheden zit. Begrepen?
‘Okay! Rijden maar!’
De mensen op aarde reageerden op de rampen van de Zwerver zoals de noodzaak hun dicteerde.
Een schamel New York van vluchtelingen en tenten en noodhospitalen en eindpunten van luchtbruggen werd uit de grond gestampt in de Putnam en Dutchess Counties, en aan de overkant van de rivier in de zuidelijke uitlopers van de Catskills.
In Chicago liepen een paar mensen naar het Michiganmeer om zich lichtelijk te verbazen over het hoogtij van een meter dertig, en om elkaar te vertellen dat ze nooit hadden geweten dat er altijd een van acht centimeter was geweest. Even hieven ze hun ogen op om te kijken naar een vlucht kleine vliegtuigen die naar het oosten vlogen om mee te doen aan de een of andere luchtbrug. Achter hun brulde het verkeer onbekommerd over de snelweg, in ongeveer even grote aantallen als op elke andere dag.
In Siberië drongen vloedgolven een fabriek van atoombommen binnen en droegen bij aan een flinke sisserexplosie die dodelijke fall-out op langs strompelende vluchtelingen deponeerde.
Van zinkende atollen in de Stille Oceaan vertrokken lange kano’s voor gedwongen ontdekkingsreizen, in navolging van hun avontuurlijke voorvaderen.
Wolf Loner zeilde vol vertrouwen in de richting van Boston. Vreedzaam gestemd vroeg hij zich af waarom het maanlicht de vorige nacht tweemaal heel helder door de wolken had geschenen met een zwakke paarse gloed.
De Prince Charles bleef dicht onder de Braziliaanse kust op zijn atoomtocht zuidwaarts. De vier oproerlingen-kapiteins negeerden de waarschuwingen van Kapitein Sithwise om in een wijde boog rond de monding van de Amazone te varen.
Paul Hagbolt verkende Noord Europa van een hoogte van duizend kilometer. Het werelddeel was helder verlicht door de zon, alleen kroop er over de Atlantische Oceaan een brede witte wolkenbank naar Ierland.
Onmiddellijk onder hem lag de Noordzee, ongeveer even groot als een bladzijde uit een atlas, en matgrijs, behalve waar de zon hinderlijk werd weerkaatst in een hoek van het Kanaal bij Dover.
De Britse Eilanden, de zuidelijke helft van Scandinavië, en Noord-Duitsland en de Lage Landen vormden nog drie bladzijden uit een atlas, geplaatst naar links, rechts, en onder. Schotland en Noorwegen zagen er ongeveer zo uit als ze eruit hoorden te zien, maar het aanhangsel van Zweden in het zuiden was doorregen met het binnendringende grijs van de Oostzee.
Onder een geraamteachtig Denemarken lag een zeisvormige strook water met de snijkant naar het zuiden over Nederland en noordelijk Duitsland. Paul dacht: Nou ja, het is niet de eerste keer dat Holland onder water staat.
En Engeland: ook met grijs kant afgezet, en iets had een flinke hap uit de oostkust genomen. De Thames? De… Humber? Paul vond schuldbewust dat zijn geest direct de juiste antwoorden moest kunnen verschaffen, maar aardrijkskunde was nooit zijn sterke kant geweest. Waarom keek Tigerishka niet in zijn onderbewuste geest en vertelde ze het hem niet? vroeg hij zich humeurig af, en keek naar waar ze zich sereen met een zilveren kam en haar dolktong zat mooi te maken.
Pauls beschuldiging en haar vlammende reactie waren in een pure anticlimax geëindigd. Ze had haar dreigende klauwen laten zakken, hem de rug toegekeerd, en het volgende uur bij het regelpaneel doorgebracht, waar ze soms de zilveren uitsteeksels manipuleerde maar meestal stil zat. Toen was ze aan een nieuwe serie manoeuvres en observaties begonnen.
Halverwege was ze opgehouden om hem los te maken, zonder commentaar, van de laatste boei aan zijn enkel en van de sanitaire verbindingen. Toen had ze hem bars en onpersoonlijk, maar opnieuw in apen-Engels uitgelegd wat de grondregels waren voor het omgaan met je lichaam in nulzwaartekracht en voor het gebruik van de afval- en voedselpanelen. Tenslotte was ze weer aan het werk gegaan, en liet Paul aan zijn lot over. Hij had het gevoel dat hij een indringer was in een heel luxueus kantoor. Hij had haastig een maaltijd van kleine eiwitkoekjes gegeten, en ze doorgeslikt met gewoon water, bijna als even zovele pillen. Ze lagen hem nog zwaar op de maag.
De waarnemingen waren aanvankelijk ontzettend opwindend geweest, maar al snel bijzonder vervelend geworden. Hij probeerde aan Margo te denken, aan de andere kant van de wereld in Zuid Californië, en aan Don, aan de andere kant van de aarde op de verbrijzelde maan — of van de maan ontsnapt in een maanschip — maar zijn verbeelding was uitgeput.
Hij richtte zijn aandacht weer op de waarnemingen, met grote inspanning — weg van de verontrustende, verrukkelijke aanblik van Tigerishka die zich zat te verfraaien, en terug naar de levende atlas die was uitgespreid onder de transparante vloer van de schotel met zijn diverse onzichtbare handgrepen, door twee waarvan hij nu een teen en een vinger had gehaakt.
Laat eens kijken, die hap uit Engeland zou die dinges kunnen zijn die ze de Wash noemen, dat verbonden was met iets wat ze de Fenlands noemden…
Hij zuchtte.
‘Voel je je bekommerd om je planeet, Paul?’ riep Tigerishka hem toe. ‘Lijdende mensen en zo?’
Hij haalde zijn schouders op en schudde zijn hoofd. ‘Het is te veel,’ zei hij. ‘Ik voel het niet meer.’
‘Wil graag dichterbij zien?’ vroeg ze, terwijl ze zich afzette en langzaam naar hem toe zweefde.
‘Wat voor nut zou dat hebben?’ vroeg hij.
‘Dan voel je je bekommerd om iets kleiners, Paul, iets dat je na staat,’ vertelde ze hem. ‘Meisje? Bang om haar?’
Hij trok een gezicht. ‘Ik weet niet. Margo is niet echt mijn meisje.’
‘Dan ben je bekommerd om wat je het meest na staat: jijzelf,’ lichtte Tigerishka hem in. Ze hing stil naast hem. Ze legde een fluwelen poot op zijn blote schouder. ‘Arme Paul,’ snorde ze. ‘Helemaal in de war. Arme, arme Paul.’
Nijdig draaide hij zijn schouder onder haar opwindende aanraking uit, en wapperde lucht naar haar toe om op een kleine afstand te blijven. ‘Ik wil niet dat je me behandelt als een huisdier dat zich niet lekker voelt,’ beval hij haar boos. ‘Behandel me niet als een ziek aapje. Behandel me als een man!’