Выбрать главу

‘Neemt hij ons in de maling?’ vroeg Chutsky aan Deborah, en als hij wenkbrauwen had gehad, zou hij ze nu optrekken.

‘Hij mag Doakes niet,’ zei Deborah.

‘Goed, maar Doakes is een van ons,’ zei Chutsky tegen me.

‘Niet een van mij,’ zei ik.

Chutsky schudde zijn hoofd. ‘Oké, dat is jouw probleem,’ zei hij. ‘Maar we moeten die vent nog steeds vinden. Er zit een politieke kant aan dit hele verhaal en er komt een hoop gedonder van als we hem niet in de kraag vatten.’

‘Oké,’ zei ik. ‘Maar waarom is het mijn probleem?’ En mij leek dat een heel redelijke vraag, maar als je zijn reactie zag, zou je denken dat ik een bom op een basisschool wilde gooien.

‘Jezus christus,’ zei hij, en hij schudde spottend bewonderend zijn hoofd. ‘Jij bent me er eentje, makker.’

‘Dexter,’ zei Deborah. ‘Kijk ons aan.’ Dat deed ik, naar Deb in haar gips en Chutsky met zijn beide stompen. Eerlijk gezegd zagen ze er niet verschrikkelijk kwaadaardig uit. ‘We hebben je hulp nodig,’ zei ze.

‘Maar Debs, echt.’

‘Alsjeblieft, Dexter,’ zei ze, verdomd goed wetend dat ik het heel moeilijk vond om nee te zeggen als ze met dat woord aan kwam zetten.

‘Debs, kom op, zeg,’ zei ik. ‘Daar heb je een superheld voor nodig, iemand die deuren kapot trapt en met vuurspuwende wapens binnenstormt. Ik ben slechts een aardige forensisch labrat.’

Ze liep door de kamer en bleef een paar centimeter voor me staan. ‘Ik weet wat je bent, Dexter,’ zei ze zacht. ‘Weet je nog? En ik weet dat je dit aankunt.’ Ze legde haar hand op mijn schouder en ging nog zachter praten, fluisterde bijna. ‘Kyle heeft dit nodig, Dex. Dat Danco gepakt wordt. Anders zal hij zich nooit meer man voelen. Dat is belangrijk voor me. Dexter, alsjeblieft?’

Wat kun je doen als het grove geschut uit de kast wordt gehaald? Je spreekt je voorraad goede wil aan en wappert elegant met de witte vlag.

‘Oké, Debs,’ zei ik.

Wat is vrijheid toch broos en vluchtig, hè?

28

Hoe terughoudend ik ook was geweest, ik had mijn woord gegeven om te helpen en dus zou arme, Plichtsgetrouwe Dexter onmiddellijk het probleem met alle vindingrijke sluwheid van zijn machtige brein aanpakken. Maar de trieste waarheid was dat mijn brein offline leek te zijn; hoe ijverig ik ook aanwijzingen intoetste, er rolde niets uit.Natuurlijk kon het zijn dat ik meer brandstof nodig had om op het hoogst mogelijke niveau te kunnen functioneren, dus ik haalde Deborah vleiend over om meer Deense koekjes te bestellen. Terwijl zij de roomservice belde schonk Chutsky me een zweterige en enigszins glazige glimlach en zei: ‘Laten we het maar gaan doen, oké, makker?’ Omdat hij het zo vriendelijk vroeg — en tenslotte moest ik toch wat te doen hebben terwijl ik op mijn koekjes wachtte — stemde ik in.

Door het verlies van twee van zijn ledematen was er een soort psychisch slot bij Chutsky geopend. Ondanks het feit dat hij wat bibberig was, was hij veel opener en vriendelijker en hij popelde zelfs om met informatie te komen, wat ondenkbaar was geweest voor de Chutsky met vier complete ledematen en een dure zonnebril. Dus waar ik aanvankelijk alleen maar netjes wilde werken en zo veel mogelijk details wilde weten, draaide het erop uit dat ik profiteerde van zijn nieuwe opgewekte stemming en de namen van het team uit El Salvador uit hem wist te krijgen.

Op zijn knie balanceerde hachelijk een geel schrijfblok, dat hij met zijn pols stilhield terwijl hij de namen met zijn rechter-, en enige, hand opschreef. ‘Van Manny Borges heb je gehoord,’ zei hij.

‘Het eerste slachtoffer,’ zei ik.

‘Ja,’ zei Chutsky zonder op te kijken. Hij schreef de naam op en streepte hem door. ‘En daarna Frank Aubrey?’ Hij fronste zijn voorhoofd en stak onder het schrijven werkelijk het puntje van zijn tong uit zijn mondhoek en ook die naam doorhaalde. ‘Hij heeft Oscar Acosta gemist. Joost mag weten waar die nu is.’ Hij schreef de naam toch op en zette er een vraagteken achter. ‘Wendell Ingraham. Woont op North Shore Drive, bij Miami Beach.’ Het schrijfblok viel op de grond terwijl hij de naam opschreef, en hij greep er nog naar toen die viel, maar miste compleet. Hij keek nog even naar de plek waar het schrijfblok had gelegen, boog zich toen voorover en raapte het op. Een zweetdruppel gleed van zijn kale hoofd op de grond. ‘Klotemedicijnen,’ zei hij. ‘Ben er een beetje dizzy van.’

‘Wendell Ingraham,’ zei ik.

‘Ja, ja.’ Hij krabbelde de rest van de naam op en ging meteen door naar de volgende. ‘Andy Lyle. Verkoopt nu auto’s, in Davie.’ En in een verwoede uitbarsting van energie schreef hij meteen daarna triomfantelijk de laatste naam op. ‘Twee andere kerels dood, eentje loopt nog rond, en dan zijn we er, het hele team.’

‘Weet een van die anderen dat dr. Danco in de stad is?’

Hij schudde zijn hoofd. Een volgende zweetdruppel viel omlaag en miste me op een haar na. ‘We houden deze zaak liever onder de pet. Strikt geheim.’

‘Hoe bedoel je, strikt geheim? Moeten ze niet weten dat iemand ze in een gillend kussen wil omtoveren?’

‘Nee, dat moeten ze niet,’ zei hij, terwijl hij zijn kaken opeenklemde en eruitzag alsof hij nogmaals iets hards ging zeggen; misschien zou hij opperen om ze door te trekken. Maar hij keek me aan en bedacht zich toen.

‘Kunnen we dan ten minste controleren wie van hen wordt vermist?’ vroeg ik zonder echt hoop te hebben.

Nog voor ik was uitgesproken schudde Chutsky al zijn hoofd. Er vielen nog twee zweetdruppels, links, rechts. ‘Nee, ah-a, geen sprake van. Die lui houden de boel altijd goed in de gaten. Als iemand vragen over ze begint te stellen, dan weten ze dat. En ik kan niet riskeren dat ze allemaal op de vlucht slaan, zoals Oscar.’

‘Maar hoe vinden we dr. Danco dan?’

‘Dat ga jij uitzoeken,’ zei hij.

‘Hoe zit het met dat huis bij Mount Trashmore?’ vroeg ik hoopvol. ‘Waar jij met je klembord in bent geweest.’

‘Debbie heeft er een patrouillewagen langs gestuurd. Er zit nu een gezin in. Nee,’ zei hij, ‘we zetten al onze fiches op jou, makker. Je verzint wel wat.’

Debs kwam de kamer weer binnen voordat ik daar een zinnig antwoord op kon bedenken, eerlijk gezegd was ik te verbaasd door Chutsky’s vormelijke houding jegens zijn vroegere kameraden. Zou het niet aardig zijn om zijn oude vrienden een voorsprong te geven of tenminste te waarschuwen? Ik pretendeer zeker niet dat ik een toonbeeld ben van beschaafde deugdzaamheid, maar als een gestoorde chirurg het bijvoorbeeld op Vince Masuoka heeft voorzien, zou ik wel graag een manier zien te vinden om hem bij de koffieautomaat een hint te geven. Mag ik de suiker even? Trouwens, er zit een medische maniak achter je aan die al je ledematen wil afhakken. Wil je melk?

Maar zo werd het spel onder de mannen met de grote mannelijke kinnen kennelijk niet gespeeld, in elk geval niet door hun vertegenwoordiger Kyle Chutsky. Maakte niet uit; ik had nu tenminste een lijst namen, wat een startpunt was, ook al was dat dan ook het enige. Ik had geen idee waar ik mijn startpunt kon omvormen tot welke feitelijk behulpzame informatie ook en Kyle leek het met creativiteit beduidend minder goed te doen dan net met de informatie. Deborah droeg ook niet veel bij. Ze schudde omstandig Kyles hoofdkussen op, bette zijn koortsachtige voorhoofd en zorgde dat hij zijn pillen nam, een moederlijk soort gedrag dat ik bij haar voor onmogelijk had gehouden, maar het was er toch.

Het werd duidelijk dat in het penthouse van het hotel weinig echt werk gedaan zou worden. Het enige wat ik kon opperen was dat ik naar mijn computer zou teruggaan en kijken wat ik kon vinden. En nadat ik de twee laatste Deense koekjes uit Kyles overgebleven hand had gewurmd, ging ik naar huis en mijn trouwe computer. Er was geen garantie dat ik iets zou vinden, maar ik moest het wel proberen. Ik zou mijn beste beentje voorzetten, het probleem een paar uur lang van alle kanten bekijken en hopen dat iemand een steen met een geheime boodschap door mijn raam zou gooien. Misschien zou er een idee lostrillen als de steen mijn hoofd zou raken.