Выбрать главу

Het nummer was van een mobiele telefoon die geregistreerd stond op ene meneer Steve Reiker van Tigertail Avenue te Coconut Grove. Na nog wat speurwerk kwam ik erachter dat meneer Reiker beroepsfotograaf was. Het kon natuurlijk zomaar toeval zijn. Er zijn vast veel mensen die Reiker heten en fotograaf zijn. Ik sloeg de Gouden Gids erop na en ontdekte dat deze Reiker zich had gespecialiseerd. Hij adverteerde op een kwart pagina met: HER-INNER ZE ZOALS ZE NU ZIJN.

Hij was gespecialiseerd in kinderfoto’s.

Ik kon de toevaltheorie wel laten varen.

De Zwarte Ruiter roerde zich en grinnikte zachtjes van de voorpret, en ik plande al een ritje naar Tigertail om snel een kijkje te nemen. Het was niet eens zo ver weg. Ik kon er nu heen rijden en...

En dan brigadier Doakes zeker achter me aan krijgen om ezeltjeprik met Dexter te spelen. Briljant idee, ouwe jongen. Dat zou Doakes een hoop saai speurwerk schelen als Reiker uiteindelijk op een dag verdwenen zou zijn. Hij zou zich door de hele vervelende routine heen werken en achter me aan komen.

Hoe dan ook, wanneer zou Reiker verdwijnen? Verschrikkelijk frustrerend om geschaduwd te worden met zo’n kostelijk doel voor ogen. Maar een paar uur later stond Doakes nog steeds aan de overkant van de straat geparkeerd en was ik nog steeds hier. Wat nu? Het positieve was dat Doakes duidelijk niet genoeg had gezien om enige andere actie te ondernemen dan mij te schaduwen. Maar als je dat helemaal tot in het uiterste negatieve doortrok, als hij me zou blijven schaduwen, dan dwong hij mij om mijn rol van goedgeluimde, wellevende laboratoriumrat bij het forensisch lab te blijven spelen, die zorgvuldig zoiets dodelijks als het spitsuur op de Palmetto-ringweg vermeed. Daar kon geen sprake van zijn. Ik voelde een zekere druk, niet alleen van de Ruiter, maar ook van de klok. Binnen niet al te lange tijd moest ik het bewijs zien te krijgen dat Reiker de man was die MacGregors foto’s had genomen, en als dat was gebeurd, zou ik een scherp en vinnig babbeltje met hem maken. Als hij erachter kwam dat MacGregor de weg van alle vlees was gegaan, zou hij waarschijnlijk alarm slaan. En als mijn collega’s op het bureau er lucht van kregen, zou dat nog wel eens een penibele toestand voor Drieste Dexter kunnen worden.

Maar Doakes had zich kennelijk voor een lang verblijf geïnstalleerd en daar kon ik niets aan doen. Het idee dat Reiker vrij rondliep in plaats van hem onder mijn tape te zien spartelen was verschrikkelijk frustrerend. Homicidus interruptus. De Zwarte Ruiter kreunde zachtjes en knarste met zijn denkbeeldige tanden. Ik wist hoe hij zich voelde, maar ik kon nog steeds niets anders doen dan heen en weer blijven lopen. Het hielp niet; als ik zo door zou gaan, zou ik een gat in de vloerbedekking uitslijten en kon ik wel fluiten naar de borgsom van het appartement.

Mijn eerste gedachte was om iets te doen waardoor Doakes op het verkeerde been werd gezet, maar hij was geen doorsneebloedhond. Ik kon maar één ding verzinnen waarmee de geur uit zijn snuffelende, gretige snuit zou verdwijnen. Er was een kleine kans dat ik hem kon uitputten, het wachtspelletje meespelen, aanhoudend zo lang normaal te blijven dat hij het moest opgeven en terugkeren naar zijn echte baan, namelijk vangen van de waarlijk monsterachtige inwoners in de onderbuik van Onze Rechtvaardige Stad. Want op ditzelfde moment werd er dubbel geparkeerd, vuilnis gedumpt en bedreigd dat je tijdens de volgende verkiezingen op de Democraten moest stemmen. Hoe kon hij zijn tijd verspillen aan die arme Dexter en zijn onschuldige liefhebberij?

Goed dan: ik zou overdreven normaal blijven tot zijn tanden er pijn van gingen doen. Het zou eerder weken dan dagen duren, maar het moest maar. Ik zou met overgave het synthetische leven leiden dat ik had gecreëerd om menselijk te lijken. Aangezien mensen in de regel beheerst worden door seks, zou ik beginnen met een bezoekje aan mijn vriendinnetje Rita.

Wat een rare uitdrukking, ‘vriendinnetje’, zeker als het om een volwassen vrouw gaat. In de praktijk is het begrip zelfs nog vreemder. Bij volwassenen betekende het over het algemeen een vrouw, geen meisje, die bereid was je seks te bieden in plaats van vriendschap. Sterker nog, uit wat ik om me heen zag, was het heel goed mogelijk om een flinke hekel aan je vriendinnetje te hebben, hoewel de ware haat natuurlijk aan het huwelijk voorbehouden was. Ik had nog niet kunnen vaststellen wat vriendinnetjes van hun vriendjes terugverwachten, maar wat Rita betrof voldeed ik daar kennelijk aan. Seks was het niet, zoveel was wel duidelijk. Seks was voor mij ongeveer net zo interessant als het berekenen van buitenlandse handelstekorten.

Gelukkig voor mij was Rita net zomin geïnteresseerd in seks als ik, meestal dan. Niet lang geleden was een rampzalig vroeg huwelijk van haar op de klippen gelopen, met een man wiens idee van gezellig samenzijn bleek te bestaan uit crack roken en haar in elkaar slaan. Later voegde hij daar nog de besmetting met tal van fascinerende infecties aan toe. Toen hij op een avond ook nog de kinderen alle hoeken van de kamer liet zien, knapte Rita’s wonderbaarlijke, op countrysongs gebaseerde trouw en smeet de schurk uit haar leven die in het gevang belandde, waar hij hoorde.

Na dit veelbewogen huwelijk was zij op zoek naar een heer die geïnteresseerd was in gezelschap en een goed gesprek, iemand die er niet op uit was om zijn lagere driften op haar te botvieren. Met andere woorden, een man die ook haar verfijndere kwaliteiten op waarde wist te schatten in plaats van alleen haar bereidheid om zich aan naakte acrobatiek over te geven. Ecce Dexter. Twee jaar was ze nu al mijn ideale vermomming, en belangrijk bestanddeel van Dexter zoals de buitenwereld hem voornamelijk kende. Als tegenprestatie had ik haar nooit geslagen, nooit een infectie bezorgd en nooit mijn animale lust opgedrongen, en zij leek zelfs van mijn gezelschap te genieten.

Als extraatje was ik behoorlijk gehecht geraakt aan haar kinderen, Astor en Cody. Vreemd misschien, maar niettemin waar, dat kan ik je verzekeren. Als verder wie dan ook ter wereld op mysterieuze wijze zou verdwijnen, zou ik dat alleen maar vervelend vinden omdat diegene dan geen donuts meer voor me zou maken. Maar kinderen vind ik interessant, sterker nog, ik mag ze graag. Rita’s kinderen hadden een traumatische vroege jeugd doorgemaakt, en misschien omdat dat bij mij ook het geval was, voelde ik een bepaalde verbondenheid met hen, een belangstelling die verder ging dan het in stand houden van Rita als vermomming.

Afgezien van het aangename contact dat ik met haar kinderen had, mocht Rita er ook best wezen. Ze had kort en fris blond haar, een slank en atletisch lichaam, en ze zei zelden iets ronduit stoms. Ik kon met haar in het openbaar verschijnen en weten dat we eruitzagen als een stel perfect bij elkaar passende, nette mensen, wat precies de bedoeling was. Sommigen zeiden zelfs dat we een knap stel waren, al wist ik nooit precies wat dat betekende. Ik neem aan dat Rita mij op de een of andere manier aantrekkelijk vond, ook al was dat gezien haar voorgeschiedenis met mannen misschien niet bepaald complimenteus voor mij. Toch is het altijd fijn om iemand in de buurt te hebben die denkt dat ik fantastisch ben. Het bevestigt hoe laag ik de mensheid heb zitten.

Ik keek op mijn bureauklok. Vijf uur tweeëndertig: over een kwartier zou Rita thuiskomen van haar werk bij Fairchild Title Agency, waar ze iets heel ingewikkelds deed met stukjes van procentpunten. Tegen de tijd dat ik bij haar was, zou ze thuis zijn.

Met een opgeruimde, opgeplakte glimlach ging ik de deur uit, zwaaide naar Doakes en reed naar Rita’s eenvoudige huis in South Miami. Het verkeer viel mee, dat wil zeggen dat er geen dodelijke ongevallen of schietpartijen waren, en binnen twintig minuten zette ik mijn auto voor Rita’s bungalow. Brigadier Doakes reed langs me naar het einde van de straat en toen ik aan de voordeur klopte, parkeerde hij aan de overkant van de weg.