Выбрать главу

En bovendien was momenteel het waaróm hij het had gedaan minder belangrijk dan het feit dát Doncevic Deborah had neergestoken. Maar wat de reden ook mocht zijn van deze omvangrijke vergadering, ik had er geen idee van. Matthews, Cappuccio, Salguero, die mensen gingen niet elke dag met elkaar koffiedrinken.

Dus ik wist dat er iets onaangenaams aan de hand was, en dat wat ik ook zei daar invloed op zou hebben, maar aangezien ik niet wist wat dat ‘iets’ was, wist ik ook niet wat ik moest zeggen om dat ten goede te keren. Te veel informatie klopte gewoon niet, en zelfs mijn reusachtige brein kon daar niet helemaal mee uit de voeten. Ik schraapte mijn keel, in de hoop dat ik daarmee wat tijd kon winnen, maar die was al binnen een paar seconden voorbij en ze keken nog steeds allemaal naar mij.

‘Nou,’ zei ik nogmaals. ‘Hm, het begin? Bedoel je, eh…’

‘Jullie gingen meneer Doncevic ondervragen,’ zei Cappuccio.

‘Nee, eh… eigenlijk niet.’

‘Eigenlijk niet,’ zei Simeon, alsof een van ons niet begreep wat de woorden betekenden. ‘Wat bedoel je met “eigenlijk niet”?’

‘We gingen iemand ondervragen die Brandon Weiss heet,’ zei ik. ‘Doncevic maakte de deur open.’

Cappuccio knikte. ‘Wat zei hij toen brigadier Morgan zichzelf bekendmaakte?’

‘Dat weet ik niet,’ zei ik.

Simeon keek naar Cappuccio en zei: ‘Obstructie,’ op een heel luide fluistertoon. Ze wuifde hem weg.

‘Meneer Morgan,’ zei ze en ze keek in het dossier dat voor haar lag. ‘Dexter.’ Ze vertrok heel even haar gezicht naar me waarvan ze waarschijnlijk dacht dat het voor een glimlachje kon doorgaan. ‘Je staat hier niet onder ede, en je zit niet in de problemen. We moeten alleen weten wat er is gebeurd waardoor ze is neergestoken.’

‘Ik begrijp het,’ zei ik. ‘Maar ik zat in de auto.’

Simeon ging bijna in de houding rechtop zitten. ‘In de áúto,’ zei hij. ‘U stond niet met brigadier Morgan bij de deur.’

‘Dat klopt.’

‘Dus u hebt niet gehoord wat er is gezegd, of wat er níét is gezegd,’ zei hij terwijl hij een wenkbrauw zo hoog optrok dat die bijna kon doorgaan voor een piepklein toupet op dat glanzende kale hoofd.

‘Inderdaad.’

Cappuccio kwam tussenbeide en zei: ‘Maar in je verklaring zei je dat brigadier Morgan haar badge liet zien.’

‘Ja,’ zei ik. ‘Ik zag haar wel.’

‘En hij zat in de auto, hóé ver weg?’ zei Simeon. ‘Weet u wel wat ik daarmee in de rechtszaal kan doen?’

Matthews schraapte zijn keel. ‘Laten we niet, eh… de rechtszaal is niet, eh, het is niet gezegd dat dit voor de rechter eindigt,’ zei hij.

‘Ik was heel wat dichterbij toen hij probeerde mij neer te steken,’ zei ik, in de hoop dat dat een beetje hielp.

Maar Simeon wuifde dat weg. ‘Zelfverdediging,’ zei hij. ‘Als ze zich niet fatsoenlijk als politieman bekend had gemaakt, had hij alle recht om zichzelf te verdedigen.’

‘Ze liet hem haar badge zien, dat weet ik zeker,’ zei ik.

‘Daar kúnt u niet zeker van zijn… niet op vijftien meter afstand!’ zei Simeon.

‘Ik heb het gezien,’ zei ik en ik hoopte dat het niet kregelig klonk. ‘Bovendien zou Deborah dat nooit vergeten, sinds ze kan lopen weet ze de juiste procedure.’

Simeon zwaaide met een heel grote wijsvinger in mijn richting. ‘En dat is nog iets wat me hier niet aanstaat, wat is precies uw relatie met brigadier Morgan?’

‘Ze is mijn zus,’ zei ik.

‘Uw zús,’ zei hij, en uit zijn mond klonk het zoiets als: kwaaie handlanger die je bent. Hij schudde theatraal zijn hoofd en keek de kamer rond. Hij had zonder meer ieders aandacht en hij genoot er zichtbaar van. ‘Dit wordt steeds mooier,’ zei hij, met een veel betere glimlach dan die van Cappuccio.

Salguero zei nu voor het eerst iets. ‘Deborah Morgan heeft een smetteloze reputatie. Ze komt uit een familie van politieagenten en is in elk opzicht van onbesproken gedrag, altijd geweest ook.’

‘Een familie van politieagenten betekent nog niet onbesproken,’ zei Simeon. ‘Het betekent alleen maar de Blauwe Muur, en dat weet je. Dit is duidelijk een kwestie van zelfverdediging, misbruik van gezag en in de doofpot stoppen.’ Hij gooide zijn handen in de lucht en vervolgde: ‘Het is zonneklaar dat we er nooit achter zullen komen wat er werkelijk is gebeurd, niet met al die ingewikkelde familie- en politiebureauconnecties. Ik vind dat we het maar aan de rechter moeten overlaten om dat uit te zoeken.’

Ed Beasley nam voor het eerst het woord, kortaf en nuchter, waarvoor ik hem hartelijk de hand wilde drukken. ‘Er ligt een politieagent op de intensive care,’ zei hij, ‘omdat jouw cliënt een mes in haar heeft gestoken. Dat hoeft de rechter niet uit te zoeken, Kwami.’

Simeon liet een rij blinkende tanden aan Beasley zien. ‘Misschien niet, Ed,’ zei hij. ‘Maar totdat jullie de Bill of Rights overboord weten te gooiden, heeft mijn cliënt die optie.’

Hij stond op. ‘Hoe dan ook,’ zei hij. ‘Volgens mij heb ik genoeg om mijn cliënt op borgtocht vrij te krijgen.’ Hij knikte naar Cappuccio en verliet de kamer.

Er viel een korte stilte en toen schraapte Matthews zijn keel. ‘Is dat inderdaad zo, Irene?’

Cappuccio knakte het potlood dat ze vasthield. ‘Bij de juiste rechter? Ja,’ zei ze. ‘Waarschijnlijk wel.’

‘Het politieke klimaat is momenteel niet gunstig,’ zei Beasley. ‘Simeon kan de zaken lekker opstoken en een stank verspreiden. En momenteel kunnen we ons geen stinkzaakjes veroorloven.’

‘Oké, mensen,’ zei Matthews. ‘Laten we voor de naderende shitstorm de luiken sluiten. Inspecteur Stein, je weet wat je te doen staat. Je moet zo snel mogelijk met iets voor de pers komen, voor de middag nog.’

Stein knikte. ‘Oké,’ zei hij.

Israel Salguero stond op en zei: ‘Ik moet ook aan het werk, hoofdinspecteur. Interne zaken wil onmiddellijk een verslag van brigadier Morgans gedragingen.’

‘Oké, goed,’ zei Matthews en hij keek me aan. ‘Morgan,’ zei hij hoofdschuddend. ‘Ik wilde dat je wat behulpzamer was geweest.’

14

Lang voordat Deborah zelfs maar bij kennis was gekomen, was Alex Doncevic dus alweer op vrije voeten. Sterker nog, Doncevic stond om 17.37 uur die middag voor de gevangenis, slechts een uur en vierentwintig minuten nadat Deborah haar ogen voor het eerst even had opengedaan.

Ik wist het van Deborah omdat Chutsky me onmiddellijk belde, zo opgewonden alsof hij zojuist het Engelse Kanaal was overgezwommen met in zijn kielzog een piano. ‘Ze komt erbovenop, Dex,’ zei hij. ‘Ze deed haar ogen open en keek me recht aan.’

‘Heeft ze iets gezegd?’ vroeg ik.

‘Nee,’ zei hij. ‘Maar ze kneep in mijn hand. Ze gaat het redden.’

Ik was er nog altijd niet van overtuigd dat een oogopslag en een kneepje de juiste signalen waren dat het herstel zich had ingezet, maar het was fijn te weten dat ze iets vooruit was gegaan. Vooral omdat ze volledig bij kennis moest zijn om Israel Salguero en interne zaken onder ogen te komen.

En ik wist wanneer Doncevic uit de gevangenis werd vrijgelaten, omdat ik in de periode tussen de bijeenkomst in de vergaderzaal en Chutsky’s telefoontje een besluit had genomen.

Dexter houdt zichzelf niet voor de gek; hij weet beter dan de meesten dat het leven onrechtvaardig is. Mensen hebben het concept rechtvaardigheid uitgevonden in een poging het speelveld in evenwicht te krijgen en het voor de roofdieren uitdagender te maken. En dat vind ik prima. Persoonlijk ga ik liever voor de uitdaging.

Maar ook al is het Leven niet eerlijk, Recht zal geschieden. En het idee dat Doncevic er wellicht mee wegkwam terwijl Deborah in een ziekenhuis lag te verpieteren met al die slangen in haar lijf, leek zo heel, zoiets als… Oké, ik zal het uitspreken: het was niet éérlijk. Ik bedoel maar, ik weet zeker dat er andere woorden voor te vinden zijn, maar Dexter duikt niet weg omdat dit een lelijke waarheid is, net als de meeste andere, trouwens. Ik vond deze hele kwestie bij uitstek oneerlijk, en daardoor dacht ik erover na hoe ik wellicht de zaken weer in de juiste verhoudingen kon terugplaatsen.