Rechercheur Coulter had net zoveel geluk. Er gingen geruchten op het politiebureau dat hij twee keer voor een promotie was overgeslagen, en ik veronderstel dat hij dacht met zijn carrière een sprong voorwaarts te maken wanneer hij in zijn eentje een dramatische arrestatie kon verrichten. En dat is gelukt! Het departement besloot dat het uit deze hele verschrikkelijke puinhoop nog goede sier moest zien te maken, en Coulter was het enige wat ze hadden. Dus kreeg hij postuum promotie omdat hij zo heldhaftig in zijn eentje bijna Rita had gered.
Natuurlijk ging ik naar Coulters begrafenis. Ik ben dol op het ceremonieel, het ritueel, het laten gaan van al die rigide emoties, en daardoor kreeg ik de kans om een paar van mijn favoriete gezichtsuitdrukkingen te oefenen: plechtigheid, imposant verdriet en compassie, die allemaal zelden worden gebruikt en nodig aan een work-out toe waren.
Het hele bureau was er, in uniform, zelfs Deborah. Ze zag er heel bleek uit in haar blauwe uniform, maar Coulter was tenslotte haar partner geweest, althans op papier, en het eerbetoon vereiste dat ze erbij was. Het ziekenhuis had er een toestand van gemaakt, maar ze zou binnenkort toch al worden ontslagen, dus ze hielden haar niet tegen. Ze huilde natuurlijk niet, in schijnheiligheid was ze in de verste verte nooit zo goed geweest als ik. Maar ze keek gepast ernstig toen ze de kist in de grond lieten zakken en ik deed mijn best om net zo’n gezicht op te zetten.
Ik vond trouwens dat me dat aardig goed afging, maar daar was brigadier Doakes het niet mee eens. Vanuit de rijen zag ik dat hij me nijdig aanstaarde, alsof hij dacht dat ik Coulter persoonlijk gewurgd had, wat absurd was; ik had nog nooit iemand gewurgd. Ik bedoel, zo nu en dan een spelletje met de strop, maar allemaal voor het plezier; ik houd niet van dat soort persoonlijk contact en een mes is zoveel schoner. Natuurlijk was ik heel blij toen ik zag dat Coulter werd doodverklaard en dat Dexter de dans daardoor ontsprong, maar ik had er helemaal niets mee te maken. Zoals ik al zei, het is gewoon fijn als de dingen goed uitpakken, toch?
Hortend en stotend richtte het leven zich weer op en hernam zijn normale gang. Ik ging naar mijn werk, Cody en Astor gingen naar school en twee dagen na Coulters begrafenis had Rita een afspraak bij de dokter. Nadat ze die avond de kinderen had ondergestopt, kwam ze naast me op de bank zitten, legde haar hoofd op mijn schouder en trok de afstandsbediening uit mijn handen. Ze zette de tv uit, zuchtte een paar keer en toen ik zo in het duister tastte dat ik het niet meer uithield, zei ik: ‘Is er iets mis?’
‘Nee,’ zei ze. ‘Er is helemaal niets mis. Ik bedoel, ik vind van niet. Als jij, eh, het tenminste ook niet vindt.’
‘Waarom zou ik het wel vinden?’ zei ik.
‘Dat weet ik niet,’ zei ze en ze slaakte weer een zucht. ‘Het is alleen, weet je, we hebben het er nooit over gehad, en nu…’
‘Nu wát?’ zei ik. Het werd me echt allemaal te veel; om na wat ik allemaal had doorgemaakt zo’n soort omzichtig non-gesprek te moeten voeren, en ik voelde mijn ergernisspiegel snel stijgen.
‘Nou, gewoon,’ zei ze. ‘De dokter zegt dat ik in orde ben.’
‘O,’ zei ik. ‘Dat is mooi.’
Ze schudde haar hoofd. ‘Ondánks,’ zei ze. ‘Je weet wel.’
Ik wist het niet en het leek me niet eerlijk dat zij verwachtte dat ik het wist, en dat zei ik dan ook. En nadat ze een heel aantal keren haar keel had geschraapt, kwam het er eindelijk stamelend uit, en ik was net als zij daarstraks met stomheid geslagen. Het enige waar ik op kon komen was de clou van een heel oude mop waarvan ik wist dat het ongepast was die te zeggen, maar ik kon het niet tegenhouden, zodat ik hem er toch uitflapte, en heel in de verte hoorde ik Dexters stem uitroepen:
Je bent wát?!
© 2009 Jeff Lindsay
First published by Doubleday, a division of Random House, Inc., New York
All rights reserved
Published by arrangement with The Nicholas Ellison Agency c/o Sanford J. Greenburger Associates
© 2011 Nederlandse vertaling
Uitgeverij Luitingh ~ Sijthoff B.V., Amsterdam
Alle rechten voorbehouden
Oorspronkelijke titeclass="underline" Dexter by Design
Vertaling: Fanneke Cnossen
Omslagontwerp: Edd, Amsterdam
Omslagbeeld: Frits van den Assem
==
E-ISBN 978 90 245 3283 4
NUR 332
Deze digitale editie is gemaakt naar de 1e druk 2011 met ISBN 978 90 245 3282 7
==