Выбрать главу

Hij liet de bout en de moer vallen, plaatste de sleutel over de massieve moer en zette langzaam kracht, naar het leek helemaal de verkeerde kant op — alsof hij hem niet losdraaide maar vast. Hij gaf langzaam mee, eerst een kwartslag, toen een halve. Stukje voor stukje verdween de draad die eruit stak tot de onderkant van de bout gelijk was met de moer. Die draaide nu gemakkelijk rond en binnen een minuut viel hij in de kuil. Hij gooide de sleutel erachteraan en krabbelde uit de kuil. Toen hij op de rand stond snoof hij voorzichtig de lucht op, gereed op bij het geringste spoortje gas weg te hollen. Hij rook niets.

De tweede moer kwam net zo makkelijk los als de eerste en zonder kwade gevolgen. Jason duwde een scherpe beitel tussen de kap en de bodemplaat waar hij het soldeer had losgebikt en toen hij erop leunde verschoof de kap een beetje; hij bleef alleen maar door zijn eigen gewicht op zijn plaats.

Vanuit de ingang van de omheining schreeuwde hij naar de groep die in de verte op een kluitje zat. “Kom terug — dit karweitje is bijna geklaard.”

Om beurten lieten ze zich in de kuil zakken om naar de uitstekende bouten te kijken en als Jason op de beitel leunde om te laten zien dat de kap los was, maakten ze goedkeurende geluiden.

“Nu moeten we hem er nog afhalen,” vertelde hij ze, “en ik ben ervan overtuigd dat gewoon vastpakken en trekken niet de manier is. Daar dacht ik eerst ook aan, maar de mensen die dit ding monteerden hadden iets akeligs bedacht voor degene die die moeren vaster draaide in plaats van losser. En tot we weten wat dat is, doen we het voorzichtig aan. Hebben jullie hier grote blokken ijs in de buurt Edipon? Het is nu toch winter, niet?”

“IJs? Winter?” mummelde Edipon die even in de war was door de verandering van onderwerp. Hij wreef langs de punt van zijn lange neus. “Natuurlijk is het winter. IJs — er moet ijs in de bergmeren liggen; die zijn altijd dichtgevroren in deze tijd van het jaar. Maar waar heb je ijs voor nodig?”

“Haal het maar, dan zal ik het laten zien. Laat het in keurige platte blokken zagen die ik kan opstapelen. Ik ga de kap er niet aftillen — ik laat de motor er onderuit zakken!” Tegen de tijd dat de slaven het ijs uit de meren in de verte hadden gehaald, had Jason plat op de grond een stevig houten latwerk om de motor heengebouwd en had hij scherpe metalen wiggen onder de kap geduwd; toen had hij de wiggen aan het latwerk bevestigd. Als de motor nu in de kuil zakte, zou de kap op de wiggen blijven hangen. Daar zou het ijs voor zorgen. Jason bouwde een fundering van ijs onder de motor en toen trok hij de steunpalen weg. Naarmate het ijs langzaam wegsmolt zou de motor zachtjes in de kuil zakken.

Het weer bleef koud en het ijs wilde niet smelten tot Jason de kuil liet omringen met rokende oliekachels. Er kwam water in de kuil te staan en Mikah begon te hozen terwijl de ruimte tussen de kap en de bodemplaat groter werd. Het smelten duurde nog de hele dag en het grootste gedeelte van de nacht. Doodop en met rode ogen hielden Jason en Mikah het drassige gebeuren in de gaten en toen de d’zertanoj ’s morgens terugkwamen stond de motor veilig in een modderpoel op de bodem van de kuil. De kap was eraf.

“Het zijn handige donders daar in Appsala, maar Jason dinAlt is niet van gisteren,” zei hij opgetogen. “Zie je die pot daar boven op de motor?” Hij wees naar een gesloten pot van dik glas die zo groot was als een klein vaatje en met een olieachtig groene vloeistof was gevuld. Hij was stevig bevestigd tussen stootkussens. “Dat is de val. De moeren die ik eraf haalde zaten op de tapeinden van twee staven die de kap vasthielden en die waren niet rechtstreeks aan de kap bevestigd, maar verbonden door een dwarsbalk die bovenop die pot rustte. Als een van de moeren niet los, maar vast werd gedraaid zou de staaf doorbuigen en het glas breken. Je mag een keer raden wat er dan zou zijn gebeurd.”

“De giftige vloeistof!”

“Inderdaad. En de dubbele kap is er ook mee gevuld. Ik stel voor dat we een diep gat graven in de woestijn en de kap en de pot daarin begraven en dan denken we er niet meer aan. Ik denk niet dat de motor nog andere verrassingen voor ons heeft, maar ik zal voorzichtig zijn als ik eraan werk.”

“Kan je hem maken? Weet je wat er mee is?” Edipon stond te trillen van vreugde.

“Nog niet. Ik heb er nauwelijks naar gekeken. Om je de waarheid te zeggen, één blik was genoeg om mij ervan te overtuigen dat het net zo’n makkelijk karwei wordt als een kreno stelen van een blinde man. De motor is even ondoelmatig en onhandig gebouwd als jullie destilleerapparaat. Als jullie een tiende van de energie die jullie verbruiken om het voor de concurrentie te verbergen, zouden besteden aan onderzoek en het verbeteren van jullie product, zouden jullie allemaal een straaljager bezitten.”

“Ik vergeef je de belediging omdat je ons een dienst hebt bewezen. Nu moet je deze motor repareren en de andere motoren. Er breekt een nieuwe dag voor ons aan!” Jason gaapte. “Op dit moment breekt er voor mij een nieuwe nacht aan. Ik moet nog slaap inhalen. Probeer je zoons over te halen het water van de motor te vegen voor hij wegroest en als ik terugkom zal ik kijken wat ik kan doen om hem weer aan de praat te krijgen.”

IX

Edipon bleef in een goed humeur en Jason maakte daar gebruik van om zoveel mogelijk concessies los te krijgen. Door te suggeren dat er nog meer valstrikken in de motor zouden kunnen zitten, kreeg hij makkelijk toestemming om al het werk op de oorspronkelijke plek te doen in plaats van in de afgesloten en bewaakte gebouwen. Een dichte schuur beschermde hem tegen het weer en er werd een testbank gebouwd waar de motoren in rustten als Jason eraan werkte. Deze had een zeer bijzonder model en was precies volgens Jasons opdracht gebouwd; en aangezien niemand, ook Mikah niet, ooit van een testbank had gehoord, laat staan er een had gezien, kreeg Jason zijn zin.

De eerste motor bleek een uitgelopen lager te hebben en Jason vernieuwde dat door het oude lagermetaal om te smelten en weer op zijn plaats te gieten. Toen hij de kop van de ene massieve cilinder loshaalde rilde hij toen hij de grote ruimte rond de zuiger zag; hij kon zijn vingers in de opening tussen de zuiger en de cilinderwand steken. Hij voerde cilinderringen in en verdubbelde zo de compressie en het vermogen. Toen Edipon zag hoe hard de gerevideerde motor zijn karo voortdreef, drukte hij Jason aan zijn borst en beloofde hem een zeer hoge beloning. Dit bleek iedere dag een klein stukje vlees te zijn om de eentonige krenoj af te wisselen en een verdubbelde wacht zodat hij er zeker van was dat zijn waardevolle bezit niet zou ontsnappen. Tot nu toe waren krenoj hun enige voedsel geweest en Jason rilde toen hij besefte dat hij er eigenlijk al aan begon te wennen.

Jason had zijn eigen plannen en was voortdurend bezig een heleboel dingen te maken die niets met zijn motorenrevisie te maken hadden. Terwijl hij die langzamerhand verzamelde ging hij proberen wat hulp te versieren.

“Wat zou jij doen als ik je een knuppel gaf?” vroeg hij aan een stevige slaaf die hij hielp een balk naar zijn werkplaats te slepen. Narsisi en een van zijn broers luierden buiten gehoorsafstand; ze verveelden zich bij het saaie wachtlopen.

“Wat doe ik met knuppel?” gromde de slaaf terwijl een diepe rimpel in zijn voorhoofd verscheen en zijn mond openzakte door de inspanning van het denken.

“Dat vroeg ik. En blijf sjouwen terwijl je denkt. Ik wil niet dat de wachten iets merken.”

“Als ik knuppel heb, moord ik,” kondigde de slaaf opgewonden aan, terwijl zijn vingers gretig naar het begeerde wapen grepen.

“Zou je mij vermoorden?”

“Ik heb knuppel, ik vermoord jou, jij niet zo groot.”

“Maar als ik je een knuppel gaf, zou ik dan niet je vriend zijn? Zou je dan niet liever iemand anders willen doden?”

Deze vreemde nieuwe gedachte deed de slaaf stilstaan en hij krabde verbijsterd op zijn hoofd tot Narsisi hem met de zweep weer aan het werk zette. Jason zuchtte en zocht een andere slaaf om zijn verkooptechniek uit te proberen.