Выбрать главу

Achter hem klonk geschreeuw en een gewapende menigte d’zertanoj kwam in het gezicht. Jason trok de hallamp omlaag, brandde zijn vingers aan de hete onderkant en hield de open vlam bij een van zijn molotovcocktails. De lont begon fel te branden en hij gooide hem naar de naderende soldaten voor hij zijn hand nog erger brandde. De cocktail vloog op hen af, trof de muur en brak; de brandbare vloeistof spoot alle kanten op maar de vlam ging uit. Jason vloekte en greep een andere molotovcocktail want als ze het niet deden was hij ten dode opgeschreven. De d’zertanoj aarzelden even om door de plas krachtwater te lopen en op dat moment wierp hij de tweede brandbom. Deze barstte ook keurig uit elkaar en beantwoordde volkomen aan de verwachtingen van de maker toen hij ook de eerste molotovcocktail aanstak en de gang vulde zich met een gordijn van vuur. Met zijn hand om de lamp zodat die niet zou uitwaaien holde Jason achter de anderen aan.

Tot nu toe was de alarmtoestand nog niet tot buiten het gebouw doorgedrongen. Jason schoof de grendels aan de buitenkant van de deur dicht; tegen de tijd dat ze die hadden opengebroken en de verwarring een beetje over was zouden zij tussen de gebouwen vandaan zijn. Hij had de lampnu niet meer nodig, die zou hem alleen maar verraden, dus blies hij hem uit. Uit de woestijn klonk een langgerekt oorverdovend gekrijs.

“Hij heeft het voor elkaar,” kreunde Jason. “Dat is de veiligheidsklep van de stoommachine!”

Hij botste tegen Ijale en Mikah op die verward in het donker rondliepen, gaf Mikah weer een schop, louter en alleen uit haat tegen de hele mensheid en trok hen hardhollend mee naar de werkplaats.

Ze ontsnapten ongedeerd wat grotendeels was te danken aan de verwarring die er overal om hen heen was. De d’zertanoj hadden kennelijk nooit een nachtelijke aanval meegemaakt; ze dachten zeker dat dit er een was en ze deden niets anders dan rondrennen en schreeuwen. De algemene opwinding en wanorde werd nog erger door het brandende gebouw en de bewusteloze gestalte van Edipon die uit de vuurzee werd weggedragen. Alle d’zertanoj waren wakker geworden door het gegil van de veiligheidsklep die nog steeds wolken onvervangbare stoom de nachtlucht inblies.

In de verwarring werden de vluchtende slaven niet opgemerkt en Jason leidde ze langs de wachtposten op de muren rechtstreeks naar de werkplaats. Toen ze de kale vlakte overstaken werden ze gezien en na enige aarzeling holde de wacht achter hen aan. Jason leidde de vijand rechtstreeks naar zijn kostbare stoomwagen, maar hij had geen keus. In ieder geval liet het ding duidelijk genoeg merken waar het was en als hij het niet dadelijk bereikte zou de druk weg zijn en zouden ze in de val zitten. Hij sprong over de slapende wacht bij de ingang en rende naar het voertuig. Snarbi zat achter een wiel weggedoken, maar hij had nu geen tijd voor hem. Toen Jason op het platform sprong, ging de veiligheidsklep dicht en de plotselinge stilte was angstaanjagend.

Als een dolleman draaide hij aan ventielen en hij keek naar de wijzer; er was niet eens genoeg stoom meer over om tien meter vooruit te komen. Het water borrelde en de ketel siste en kraakte terwijl de d’zertanoj woedende kreten lieten horen toen ze de omheining binnenrenden en ze de onwettige karo zagen. Jason duwde de lont van een molotovcocktail in de vuurpot; hij begon te branden en Jason draaide zich om en smeet hem naar hen toe. Het boze geschreeuw veranderde in angstig gegil toen de vuurtongen de voeten van de achtervolgers lekten en ze trokken zich wanordelijk terug.

Jason holde achter hen aan en verhaastte hun vertrek met een tweede molotovcocktail. Het zag ernaar uit dat ze helemaal naar de muren om het destilleerterrein teruggingen, maar hij was er in het duister niet zeker van dat er niet een paar van hen langs de zijkanten terugslopen. Hij snelde terug naar de karo, tikte op de onbeweeglijke drukwijzer en zette de brandstofkraan wijd open. Bij nader inzien schroefde hij ook de veiligheidsklep aan, aangezien deze verstevigde ketel meer druk kon hebben dan die waar de klep oorspronkelijk voor was bestemd. Toen dat eenmaal klaar was kon hij niets anders doen dan wachten, want er viel verder niets te doen tot de druk weer toenam. De d’zertanoj zouden moed vatten, iemand zou de leiding nemen en dan zouden ze de werkplaats bestormen. Als ze voordat dit gebeurde, genoeg druk hadden konden ze ontsnappen. Zo niet…

“Mikah — en jij ook, lafhartige haas Snarbi, ga achter dit ding staan en duw,” zei Jason.

“Wat is er gebeurd?” vroeg Mikah. “Heb je de revolutie ontketend? Dan zal ik je niet helpen…”

“We ontsnappen, met uw welnemen. Alleen Ijale, en ik en een gids om de weg te wijzen. Je hoeft helemaal niet mee.”

“Ik zal meegaan. Er is niets misdadigs aan als we aan deze barbaren ontsnappen.”

“Erg aardig dat je dat zegt. En nou duwen. Ik wil deze stoommobiel in het midden hebben, bij de muren vandaan en met de neus naar de woestijn. De vallei door denk ik — is dat goed Snarbi?”

“De vallei door — zeker, dat is de goede weg.” Jason merkte met vreugde op dat zijn stem nog steeds schor was van de wurging eerder op de avond.

“Hier stoppen en allemaal aan boord. Houd je goed vast aan die stangen die ik langs de kanten heb gemaakt zodat je er niet afwipt — als we ooit nog op gang komen tenminste.”

Jason keek vlug de werkplaats rond om zich ervan te overtuigen dat alles wat ze nodig hadden al was ingeladen en toen klom hij onwillig aan boord. Hij blies de lamp uit en daar zaten ze in het donker terwijl de spanning steeg. Hun gezichten werden van onderaf beschenen door de flakkerende gloed van de vuurpot. Ze hadden geen manier om de tijd te meten; iedere seconde scheen een eeuwigheid nodig te hebben om zich voort te slepen. De wanden van de werkplaats sneden het uitzicht naar buiten af en in enkele ogenblikken had hun verbeelding de nacht bevolkt met zwijgende sluipende hordes, die om de dunne leren wanden dromden en klaar zaten om hen ieder ogenblik te bespringen en te verpletteren.

“Laten we wegrennen,” murmelde Snarbi en hij probeerde van het platform af te springen. “We zitten hier in de val, zo komen we nooit weg.”

Jason lichtte hem een beentje waardoor hij languit viel, toen sloeg hij hem een paar keer met zijn hoofd tegen de planken tot hij rustiger werd.

“Ik kan met die arme man meevoelen,” zei Mikah streng. “Je bent een bruut, Jason, dat je hem voor zijn natuurlijke gevoelens straft. Houd op met je sadistische aanval en bid met me.”

“Als deze arme man waar jij zo’n medelijden mee hebt zijn plicht had gedaan en op de ketel had gelet zouden we hier allang veilig vandaan zijn. En als je genoeg adem overhebt om te bidden, kan je die beter gebruiken om in de vuurpot te blazen. Wensen, gebeden of goddelijk ingrijpen zullen ons hier niet vandaan krijgen — daar hebben we druk voor nodig…”

Een langgerekte strijdkreet werd beantwoord door een hele massa stemmen en door de ingang kwam een ploeg d’zertanoj aanstormen. Op hetzelfde ogenblik kwam de leren achterwand omlaag en zwermden er nog meer gewapendemannen naar binnen. De onbeweeglijke karo zat gevangen tussen twee groepen aanvallers die vrolijk lachend aanstormden. Jason vloekte, stak vier molotovcocktails tegelijk aan en gooide die twee om twee in tegenovergestelde richting. Voor ze doel troffen sprong hij op de stoomkraan af en draaide hij hem helemaal open; met gesis en geratel begon de karo schuddend vooruit te rijden. De aanvallers werden enkele ogenblikken tegengehouden door de muren van vlammen en ze schreeuwden kwaad toen het voertuig loodrecht tussen de twee groepen uitreed. De lucht was vol met fluitende kruisboogpijlen maar de meesten waren slecht gericht en er kwamen er alleen een paar in de bagage terecht.

Met iedere omwenteling van de wielen nam hun snelheid toe, en toen ze de muur raakten scheurden de huiden met een krakende knal doormidden. Stukken leer zwiepten over hen heen, toen waren ze erdoor. De kreten en de vuren achter hen werden zwakker terwijl ze met zelfmoordsnelheid sissend en hobbelend door de vallei raasden. Jason hing aan het roer en schreeuwde naar Mikah dat hij hem moest komen aflossen. Want als hij het ding losliet zouden ze onmiddellijk gaan zwenken en ergens op te pletter lopen en zolang hij het vasthield kon hij de stoom niet afsluiten. Dit scheen eindelijk ook tot Mikah door te dringen want hij kroop naar voren, waarbij hij wanhopig iedere houvast greep, tot hij naast Jason zat gehurkt.