‘Snel achteruit. Zij houden niet van hitte,’ zei hij.
Dit was erg zacht gezegd. De napalm vatte vlam, vuurtongen en wolkende, vettige rook klommen naar de lucht. Onder Jasons voeten rolde en trilde de aarde. Een zwart en lang iets bewoog midden in de vuurhaard en kromde zich omhoog in de lucht boven hun hoofd. Midden in die verzengende hitte bleef het nog steeds bewegen met vreemde schokkende bewegingen. Het was reusachtig, minstens twee meter dik en van een onafzienbare lengte. De vlammen hielden het niet tegen, ze hinderden het alleen maar. Jason kreeg enig idee van de lengte van het ding, toen de straat over een lengte van vijftig meter aan beide kanten van het gat openbarstte en brak. Grote kronkels van het wezen kwamen uit de grond te voorschijn. Hij schoot zijn pistool af, net als de anderen. Niet dat het enig effect scheen te hebben. Steeds meer mensen kwamen erbij, uitgerust met een grote afwisseling wapens. Vlammenwerpers en granaten leken het meeste effect te hebben.
‘Ontruim het gebied, we gaan het verzadigen. Terugtrekken.’
De stem was zo luid dat het pijn deed in Jasons oren. Hij keerde zich om en herkende Kerk die met truckladingen uitrusting gekomen was. Hij had een luidspreker op zijn rug, de microfoon hing voor zijn mond. Zijn versterkte stem veroorzaakte een onmiddellijke reactie bij de mensen. Zij kwamen in beweging. Jason twijfelde er nog steeds over wat hij moest doen. Ontruim het gebied. Maar welk gebied? Hij liep naar Kerk toe voordat hij merkte dat de rest van de Pyrranen in de andere richting gingen. Zelfs bij de dubbele zwaartekracht bewogen zij.
Jason had het naakte gevoel alleen op het toneel te staan. Hij bevond zich in het midden van de straat en de anderen waren verdwenen. Er was niemand meer. Op de gewonde man na die Jason had geholpen. Hij strompelde naar Jason toe, zwaaiend met zijn gezonde arm. Jason kon niet verstaan wat hij zei. Kerk schreeuwde opnieuw bevelen van een van de trucks. Ook die waren in beweging gekomen. De nood begon te dringen en Jason begon te rennen. Het was te laat. Aan alle kanten begon de aarde te bobbelen en te scheuren, terwijl nog meer kronkelingen van het ondergrondse ding aan het licht kwamen. Daarginds was hij veilig. Alleen ervoor rees een berg van vuil en grijs. Er zijn seconden die een eeuwigheid lijken te duren. Een moment van subjectieve tijd dat vastgegrepen is en uitgerekt tot een oneindige afstand. Dit was een van die momenten. Jason stond als bevroren. Zelfs de rook in de lucht hing onbeweeglijk. De hele hoge kronkelmassa onbekend leven was voor hem, ieder detail doordringend duidelijk.
Mansdik, gerimpeld en grauw als oude boombast. Dunne twijgen staken er aan alle kanten uit, bleke gedraaide staken die langzaam kronkelden met een slangachtig leven. De vorm van een plant en de bewegingen van een dier. En scheurend en splijtend, dat was het ergste.
Groeven en gaten verschenen. Splinterende gapende muilen, die een horde bleke beesten uitbraakten. Jason hoorde hun gekrijs, schril en toch ver. Hij zag de naaldachtige tanden rond hun kaken.
De verlamming van het onbekende hield hem daar vast. Hij had dood moeten zijn. Kerk donderde tegen hem door de luidspreker, anderen vuurden in het aanvallende gevaarte. Jason wist niet wat te doen.
Dan schoot hij naar voren, vooruit geduwd door een keiharde schouder. De gewonde man was er nog steeds, hij probeerde Jason in veiligheid te krijgen. Met de revolver tussen zijn tanden, sleepte hij Jason voort met zijn goede arm. In de richting van het ding. De anderen staakten het vuren. Zij zagen wat hij van plan was en het was een goed plan.
Een kronkeling van het ding kromde in de lucht en liet een opening tussen zijn lichaam en de grond. De gewonde Pyrraan plantte zijn voeten stevig neer en spande zijn spieren. Met één hand, met één enkele duw tilde hij Jason van de grond en gooide hem al buitelend onder de levende boog door. Bewegende twijgen veegden vlammen langs zijn gezicht, toen was hij erdoor, om en om rollend over de grond. De gewonde Pyrraan sprong achter hem aan. Het was te laat. Er was voor één man een kans om eruit te komen. De Pyrraan had het makkelijk gehaald — maar in plaats daarvan had hij Jason er het eerst doorgeduwd. Het ding had de beweging gevoeld toen Jason langs de twijgen schuurde. Hij liet zich vallen en ving de gewonde man onder zijn gewicht. Hij verdween uit het gezicht, terwijl de twijgen zich om hem heen slingerden, en de dieren over hem heen zwermden. Zijn trekker moest wel automatisch afgesteld zijn, want de revolver bleef nog een hele tijd schieten, nadat hij al dood had moeten zijn.
Jason kroop verder. Een paar van de beesten met giftanden kwamen op hem af, maar werden neergeschoten. Hij merkte er niets van. Toen grepen ruwe handen hem vast en trokken hem naar voren. Hij smakte in de richting van een truck en Kerks gezicht was vlak voor het zijne, rood van woede. Een van de reuzenvuisten greep Jasons kleren van voren en hij werd op zijn voeten gezet en door elkaar geschud als een voddebaal. Hij protesteerde niet en zou het zelfs niet gekund hebben, al had Kerk hem vermoord.
Toen hij op de grond was gegooid tilde iemand hem op en schoof hem in het achterste gedeelte van de truck. Hij verloor zijn bewustzijn niet toen de truck wegbonsde, hij kon zich alleen niet bewegen. De vermoeidheid zou zo meteen overgaan en hij zou gaan zitten. Dat was alles, alleen een beetje moe. En terwijl hij dat dacht, verloor hij zijn bewustzijn.
13
‘Net als vroeger,’ zei Jason, toen Brucco de kamer in kwam met een schaal voedsel. Zonder een woord gaf Brucco Jason zijn eten en ook de gewonde mannen in de andere bedden en ging weer weg. ‘Dank je wel,’ riep Jason tegen zijn rug. Een grapje, een grijns, als van ouds. Zeker. Maar zelfs terwijl hij grinnikte en zijn lippen het grapje vorm gaven, voelde Jason het als een vernisje aan de buitenkant. Iets dat er op gepleisterd zat, met een eigen leven. Van binnen was hij verdoofd en onbeweeglijk. Zijn lichaam was stijf terwijl zijn ogen nog steeds naar die onbekende berg van vlees keken, die neerdaalde en de eenarmige Pyrraan met zijn miljoenen brandende vingers smoorde.
Hij kon zichzelf onder die berg voelen. Had tenslotte de gewonde man niet zijn plaats ingenomen? Hij beëindigde zijn maal zonder te beseffen dat hij at.
Vanaf de ochtend dat hij bij kennis kwam was het zo geweest. Hij wist dat hij de dood had moeten vinden in die geweldige strijd in de straat. Zijn leven had uitgeblazen moeten worden om zijn foutieve veronderstelling dat hij de vechtende Pyrranen kon helpen. In plaats van een sta in de weg te zijn. Zonder Jason zou de man met de gewonde arm hier in veiligheid gebracht zijn in de heroriëntatiegebouwen. Hij wist dat hij in een bed lag dat aan die man toebehoorde.
De man die zijn leven voor Jason gegeven had.
De man wiens naam hij niet eens kende. Er zaten slaapmiddelen in het eten en hij viel in slaap. De medicinale bufferstoffen verminderden de pijn en de rauwheid van de brandwonden waar de tentakels zijn gezicht hadden verschroeid. Toen hij voor de tweede keer ontwaakte was zijn contact met de realiteit hersteld.
Een man was dood opdat hij zou leven. Jason zag het feit onder ogen. Hij kon dat leven niet terugroepen, hoe graag hij het ook wilde. Wat hij wel kon doen was de dood van de man terug betalen. Als men kan zeggen dat een dood ooit terugbetaald kan worden — Hij bracht zijn gedachten terug van dat punt.
Jason wist wat hem te doen stond. Zijn werk was nu nog belangrijker. Als hij het raadsel van deze dodelijke wereld kon oplossen, kon hij een gedeelte van de schuld die hij had terug betalen.
Toen hij overeind kwam werd hij draaierig in zijn hoofd en hield zich vast aan de rand van het bed totdat het over was. De anderen in de kamer keken niet op toen hij langzaam en pijnlijk zijn kleren aantrok. Brucco kwam binnen, zag wat hij aan het doen was en ging weer weg zonder iets te zeggen.