‘Niet doen,’ schreeuwde zij. ‘Jason wilde niet dat die mannen daarin gingen. Dat was jouw idee. Daar kun je hem niet voor doden!’
Kerk, die barstte van woede, hoorde het niet. Hij keerde zich naar Meta om haar van zich af te trekken. Zij was een vrouw en haar soepele kracht was magertjes in vergelijking met zijn grote spieren. Maar zij was een Pyrraanse vrouw en zij deed wat geen buitenwerelder kon. Zij hield hem voor een ogenblik tegen, stopte de razernij van zijn aanval totdat hij haar handen los kon rukken en haar opzij kon gooien. Het kostte hem niet veel tijd, maar het was net genoeg voor Jason om bij de deur te komen.
Jason strompelde erdoor en gooide het slot achter zich dicht. Een onderdeel van een seconde nadat hij de grendel had dichtgegooid, smakte Kerks gewicht tegen de deur. Het metaal krijste en boog, het gaf mee. Een scharnier was losgescheurd en het andere zat nog maar met een stukje metaal vast. Het zou bij de volgende stoot afbreken. Jason wachtte daar niet op. Hij was niet blijven staan om te kijken of de deur de razende Pyrraan zou tegenhouden. Geen enkele deur in het schip zou hem tegenhouden. Zo snel hij kon liep Jason de gang uit. Er was geen veiligheid in het schip, en dat betekende dat hij eruit moest. Het botendek was vlak voor hem.
Vanaf de eerste keer dat hij ze gezien had, had hij veel over de reddingsboten nagedacht. Hoewel hij deze situatie niet voorzien had, wist hij dat er een tijd kon komen dat hij een eigen transportmiddel nodig had. De reddingsboten leken daarvoor het meest in aanmerking te komen, behalve dat Meta hem verteld had dat er geen brandstof in zat. Ze had op een punt gelijk gehad. De boot waar hij bij gezeten had, had lege tanks, dat had hij nagekeken. Maar er waren vijf andere boten die hij nog niet had gecontroleerd. Hij had zich verwonderd over het feit van nutteloze reddingsboten en was naar hij hoopte tot de juiste conclusie gekomen.
Dit ruimteschip was het enige dat de Pyrranen hadden. Meta had hem eens verteld dat zij altijd van plan waren geweest om er nog een te kopen, maar ze hadden het nooit gedaan. Andere noodzakelijke oorlogsuitgaven waren voorgegaan. Eén schip was eigenlijk wel genoeg. De enige moeilijkheid lag in het feit dat zij dat schip in de vaart moesten houden of de stad op Pyrrus was dood. Zonder voorraden zouden zij in een paar maanden van de planeet zijn weggevaagd. Daarom kwam het niet in de bemanning op het schip ooit te verlaten. Het deed er niet toe in welke moeilijkheden het raakte, zij konden het niet verlaten. Als het schip doodging, ging hun wereld dood.
Bij deze manier van denken was het niet nodig om brandstof in de reddingsboten te hebben. Niet in allemaal in ieder geval. Hoewel het redelijk was dat er een brandstof had voor korte vluchten die het moederschip te veel zouden kosten. Op dit punt ontbrak er een schakel in de logica van Jason. Te veel keer als, als zij de sloep ooit gebruikten, moest er een van brandstof voorzien zijn. Als ze het deden, moest hij nu in ieder geval gevuld zijn. En als hij gevuld was, welke van de zes zou het dan zijn? Jason had geen tijd om te gaan kijken. Het moest de eerste keer raak zijn. Zijn redeneren had hem een antwoord gegeven, het slot van een lange reeks veronderstellingen. Als er een boot van brandstof was voorzien moest het die zijn die het dichtst bij de controlecabine zat. De boot waar hij nu op af dook. Zijn leven hing af van deze draad van gissingen.
Achter hem kwam de deur krakend naar beneden. Kerk brulde en sprong hem achterna. Jason slingerde zich door het luik van de reddingssloep, hij rende zo hard hij kon onder de dubbele zwaartekracht. Met beide handen klemde hij de noodlanceringshandel en trok die naar beneden. Er rinkelde een alarmschei en de deur sloeg dicht, letterlijk voor Kerks gezicht. Slechts zijn Pyrraanse reflexen behoedden hem ervoor neergeslagen te worden. Vaste brandstofmotoren ontstaken en stootten de reddingsboot los van het moederschip. Hun korte versnelling sloeg Jason tegen het dek, daarna bleef hij zweven toen de boot in een vrije val kwam. De hoofdstuwraketten kwamen niet tot ontbranding.
In dit ogenblik ondervond Jason hoe het was om te weten dat je dood was. Zonder brandstof zou de boot in de wildernis beneden vallen, als een steen naar beneden vallen en op de grond uit elkaar spatten. Er was geen uitweg.
Toen sloegen de motoren brullend aan en hij viel op het dek en schaafde zijn neus. Hij ging rechtop zitten, wreef over zijn neus en grinnikte. Er was brandstof in de tanks — het niet willen starten was slechts een onderdeel van het lanceerschema geweest om de sloep tijd te geven van het schip los te komen. Nu moest hij het onder controle krijgen. Hij hees zich op de plaats van de piloot.
De hoogtemeter had informatie gevoed aan de automatische piloot en de boot evenwijdig met de grond gebracht. Zoals alle reddingsbootcontroles, waren deze kinderlijk eenvoudig, ontworpen om in noodgevallen door een beginneling bediend te worden. De automatische piloot kon niet uitgeschakeld worden; hij ging mee met de controlehandels, en corrigeerde domme manoeuvres. Jason trok het controlewiel in een strakke bocht en de automatische piloot verzachtte dit tot een lichte boog.
Hij kon vanuit het raam het grote schip vuur zien spuwen in een veel scherper bocht. Jason wist niet wie het bestuurde of wat zij van plan waren — hij nam geen risico. Hij stootte het wiel naar voren voor een duikvlucht en vloekte toen ze in een langzame glijvlucht overgingen.
Het grote schip had niet zulke beperkingen. Het veranderde van koers met een wilde manoeuvre en dook op hem af. De voorste geschutskoepels vuurden en een explosie op de achtersteven deed de kleine boot schudden. Dit schakelde de automatische piloot uit en maakte hem ondergeschikt aan de bestuurder. De langzame glijvlucht veranderde in een steile val en de jungle kwam razendsnel naderbij. Jason trok het stuur terug in zijn buik en kon nog net zijn armen voor zijn gezicht slaan voordat zij de grond raakten.
Donderende raketten en krakende bomen eindigden in een grote plons. Stilte volgde en de rook trok op. Hoog in de lucht cirkelde het schip aarzelend rond, kwam wat naar beneden zakken alsof het wilde landen en onderzoeken. Toen ging het weer omhoog, gehoor gevend aan het dringende verzoek om hulp uit de stad; de loyaliteit won het en het keerde vuurspuwend om naar huis.
23
Takken hadden de val van de reddingsboot gebroken, de boegraketten waren uitgebrand en het moeras had de landing een beetje verzacht. Het was evengoed een mislukte noodlanding. De gehavende cilinder zonk langzaam weg in het stilstaande water en de dunne modder van het moeras. De boeg was al onder voor Jason het voor elkaar kreeg het noodluik in de romp open te maken.
Het was onmogelijk te zeggen hoe lang het zou duren voor de boot zonk en Jason was niet in conditie om daar lang bij stil te staan. Gedeukt en bebloed als hij was, had hij nog net genoeg energie om eruit te klimmen. Wadend en vallend baande hij zich een weg naar vaste grond en ging zwaar neerzitten zodra hij iets gevonden had dat hem kon dragen.
Achter hem borrelde de boot en zonk onder water. Bellen ingesloten lucht bleven nog even boven komen, hielden toen op. Het water werd stil en behalve de gebroken takken en bomen was er geen enkel teken dat hier ooit een schip was neergekomen. Insecten jankten over het moeras en het enige geluid dat de stilte van het woud verstoorde was de wrede schreeuw van een dier dat zijn prooi neerhaalde. Toen dat was weggeëbd in kleine geluidsgolfjes, was alles stil.
Jason trok zichzelf met moeite uit de halve trance. Zijn lichaam leek wel door een gehaktmolen gedraaid, en het was bijna onmogelijk om te denken met de mist in zijn hoofd. Na een paar minuten van overleg met zichzelf, kwam hij tot de conclusie dat hij zijn medidoos nodig had. De vlug-af-klem ging niet en de knop weigerde. Tenslotte draaide hij zijn arm tot die onder de opening was en drukte het hele toestel toen naar beneden. Het gonsde ijverig; hoewel hij de naalden niet kon voelen, nam hij aan dat het werkte. Hij keek even een beetje wazig en toen werd alles duidelijker. Pijndoders gingen aan het werk en langzaam kwam hij uit de donkere wolk die over zijn hersens had gehangen sinds de landing.