Выбрать главу

Er waren voordelen in het koorts hebben, merkte hij. Hij wist logischerwijs dat hij maar tot zonsondergang kon leven, of tot zijn wapen leeg was. Het feit deed er niet zoveel toe. Niets deed er eigenlijk toe. Hij zakte in elkaar en ontspande zich helemaal. Hij hief alleen zijn arm op om te vuren, liet hem daarna weer vallen. Iedere paar minuten moest hij zich omdraaien om achter de boom te kijken, en alles wat hem van achter besloop neerschieten. Hij wenste vaag dat hij tegen een smallere boom leunde, maar het was niet de moeite waard om er een op te zoeken. Die middag vuurde hij zijn laatste schot af. Het doodde een dier dat hij dichtbij had laten komen. Hij had gemerkt dat hij de verre schoten miste. Het beest gromde en viel neer, de anderen die dichtbij waren trokken terug en huilden in sympathie. Een van hen gaf zich bloot en Jason trok aan de trekker.

Er klonk alleen een lichte klik. Hij probeerde het nog eens voor het geval het een ketsschot geweest was maar er klonk weer een klik. Het wapen was leeg, evenals de reservepatroonhouder. Hij herinnerde zich vaag dat hij opnieuw geladen had, maar kon zich niet herinneren hoe vaak hij dat gedaan had.

Dit was dan het einde. Ze hadden allemaal gelijk gehad, Pyrrus was tegen hem opgewassen. Maar ze moesten hun mond houden want ze zouden er zelf tenslotte ook aangaan. Pyrranen stierven nooit in bed. Pyrranen gingen nooit verloren. Zij gingen er alleen maar aan. Als hij geen moeite meer hoefde te doen om op zijn hoede te zijn en zijn wapen vast te houden kreeg de koorts hem in zijn greep. Hij wilde slapen en hij wist dat het een lange slaap zou worden. Met bijna gesloten ogen keek hij hoe de vleeseters voorzichtig nader slopen. De eerste was dicht genoeg gekropen om te springen; hij kon de spieren in de poten zien spannen.

Hij sprong, wentelde zich in de lucht en viel voor hij Jason bereikt had. Bloed gulpte uit zijn opengesperde muil en een korte metalen schacht stak uit de zijkant van zijn kop.

Er kwamen twee mannen uit de struiken en keken op hem neer. Alleen hun aanwezigheid scheen al genoeg voor de vleeseters want zij waren allemaal verdwenen. Vreters. Hij had zo’n haast gehad om de stad te bereiken, dat hij het bestaan van de vreters vergeten was. Het was goed dat zij hier waren en Jason was erg blij dat zij gekomen waren. Hij kon niet zo goed praten, daarom glimlachte hij om hen te bedanken. Maar het deed te veel pijn aan zijn lippen, dus ging hij maar slapen.

24

Gedurende een vreemde tijd daarna waren er alleen maar wazige stukjes herinnering die zich aan hem voordeden. Een gevoel van beweging en grote beesten om hem heen. Muren, rook van hout, het gemurmel van stemmen. Niets van dat alles had veel betekenis en hij was te moe om zich ergens zorgen over te maken. Het was gemakkelijker en veel beter om het maar over zich heen te laten gaan.

‘Werd tijd,’ zei Rhes. ‘Een paar dagen langer en we hadden je begraven, zelfs al haalde je nog adem.’ Jason keek naar hem en probeerde het gezicht dat boven hem zwom duidelijk te zien. Tenslotte herkende hij Rhes en wilde hem antwoord geven, maar praten bracht hem alleen maar afschuwelijk aan het hoesten. Iemand hield een kom aan zijn lippen en zoet vocht liep door zijn keel. Hij rustte en probeerde het opnieuw.

‘Hoe lang ben ik hier geweest?’ De stem was zwak en klonk erg ver weg. Jason vond het moeilijk hem als de zijne te herkennen.

‘Acht dagen. En waarom heb je niet geluisterd toen ik tegen je praatte?’ zei Rhes. ‘Je had bij het schip moeten blijven toen je neerviel. Herinnerde je je niet wat ik gezegd had over het naar beneden komen waar ook op het land. Geeft niet, te laat om ons daar nog druk over te maken. De volgende keer moet je luisteren naar wat ik zeg. Onze mensen zijn er snel op uit getrokken en hebben de plaats van de landing nog voor het donker bereikt. Zij vonden de gebroken bomen en de plaats waar het schip gezonken was en dachten eerst dat degene die erin gezeten had verdronken was. Een van de honden vond je spoor, maar verloor het weer in de moerassen ’s nachts. Zij hadden een beroerde tijd in de modder en de sneeuw en hadden helemaal geen geluk met het terugvinden van het spoor. De volgende midddag waren ze van plan meer hulp te halen toen ze je hoorden schieten. Op het kantje, heb ik gehoord. Gelukkig dat één van hen een prater was en de wilde honden kon zeggen dat ze op moesten donderen. Zouden we anders allemaal moeten hebben doden en dat was niet zo gezond geweest.’

‘Bedankt voor het redden van mijn leven,’ zei Jason. ‘Het scheelde minder dan ik op prijs stel. Wat gebeurde er daarna? Ik was er zeker van dat het met me gedaan was, dat weet ik wel. Had alle symptomen van longontsteking geconstateerd. Het lijkt erop dat je het verkeerd had toen je zei dat al jullie medicijnen waardeloos waren — ze lijken op mij goed gewerkt te hebben.’

Zijn stem stierf weg toen Rhes zijn hoofd langzaam schudde, nee, lijnen van bezorgdheid waren scherp in zijn gezicht gegrift. Jason keek rond en zag Naxa en een andere man. Zij hadden dezelfde ongelukkige uitdrukking als Rhes.

‘Wat is er?’ vroeg Jason die moeilijkheden voelde. ‘Als jullie medicijnen niet werkten — wat dan? Niet mijn medicijndoos, die was leeg. Ik herinner me hem verloren of weggegooid te hebben.’

‘Je was stervende,’ zei Rhes langzaam. ‘We konden je niet beter maken. Alleen een rotzooiersmedidoos kon dat. We hebben er een van de bestuurder van de voedseltruck.’

‘Maar hoe?’ vroeg Jason verbaasd. ‘Je vertelde me dat de stad jullie geen medicijnen toestaat. Hij zou zijn eigen medidoos niet gegeven hebben. Niet.. . tenzij hij. ..’ Rhes knikte en maakte de zin af. ’Dood was. Natuurlijk was hij dood. Ik doodde hem zelf, met alle soorten van genoegen.’

Dit was een harde klap voor Jason. Hij viel terug in de kussens en dacht aan allen die dood waren gegaan sinds hij op Pyrrus was gekomen. De mannen die gestorven waren om hem te redden, doodgingen opdat hij kon leven, doodgingen door zijn ideeën. Het was een schuldenlast waar hij het liefst meer niet aan wou denken. Zou het bij Krannon ophouden of zouden de mensen uit de stad proberen zijn dood te vergelden?

‘Begrijp je niet wat dit betekent?’ Hij stootte de woorden eruit. ‘Krannons dood zal de stad tegen jullie keren. Er zullen geen voorraden meer komen. Ze zullen jullie aanvallen wanneer ze maar kunnen en het volk uitmoorden ...’

‘Natuurlijk weten we dat.’ Rhes leunde voorover. Zijn stem was hees en gespannen. ‘Het was niet makkelijk om tot dat besluit te komen. We hebben altijd een handelsovereenkomst met de rotzooiers gehad. De trucks waren onschendbaar, dit was onze laatste en enige schakel met de melkweg, buiten de hoop om uiteindelijk met hen in contact te komen.’

‘En toch heb je de schakel verbroken, om mij te redden — waarom?’

‘Alleen jij kunt die vraag helemaal beantwoorden. Er was een grote aanval op de stad en we zagen dat hun muren omver gingen, op een plaats moesten ze teruggetrokken worden. Tegelijkertijd was het ruimteschip boven de oceaan, gooide bommen van een of andere soort. De ontploffing werd gemeld. Toen keerde het schip terug en jij vertrok in een kleiner schip. Ze vuurden op je maar doodden je niet. Het kleine schip is ook niet kapot, wij zijn bezig het boven te halen. Wat betekent het allemaal? We konden het niet zeggen. We wisten alleen dat er iets heel belangrijks aan de hand was. Je leefde nog, maar zou klaarblijkelijk doodgaan voor je kon praten. Het kleine schip kon misschien hersteld worden, zodat het kon vliegen; misschien was dat je plan en heb je het daarom gestolen. We konden je niet laten sterven, zelfs niet als dat een totale oorlog met de stad inhouden zou.

‘De situatie werd aan ons hele volk voorgelegd, voor zover we hen op het scherm konden bereiken en zij waren er voor jou te redden. Ik doodde de rotzooier voor zijn medicijnen en heb toen twee doryms doodgereden om op tijd hier te zijn.