Выбрать главу

Jason keek hem aan en glimlachte instemmend. Het was de eerste keer dat hij Kerk goed bekeek in het casino. Hij droeg een los donkerrood huisjasje over wat een vals buikje moest zijn. De mouwen waren lang en slobberig, zodat hij er dik uitzag in plaats van gespierd. Het was een eenvoudige maar doeltreffende vermomming.

Voorzichtig droegen zij de volgeladen bladen naar het loket van de kassier, omgeven door een menigte opgewonden klanten. De manager was er zelf, zuur grijnzend. De grijns verdween helemaal toen hij de fiches telde.

‘Kunt u morgen niet terugkomen?’ zei hij. ‘Ik ben bang dat we zoveel geld niet in kas hebben.’

‘Wat is dat nou?’ riep Kerk, ‘probeert u er onder uit te komen om hem te betalen? U kon mijn geld makkelijk aannemen toen ik verloor — dat geldt ook andersom!’ De omstanders, altijd verheugd om de bank te zien verliezen, gromden afkeurend. Jason maakte er met luide stem een einde aan.

‘Ik zal redelijk zijn. Geef me het geld dat u in kas heeft en voor de rest neem ik een cheque.’

Er was geen uitweg. Onder de ogen van de vrolijke menigte pakte de manager een envelop vol biljetten en schreef een cheque uit.

Jason keek er snel naar en stopte hem toen in zijn binnenzak. Met de envelop onder de arm, volgde hij Kerk naar de deur.

Vanwege de omstanders hadden ze geen last in de zaal, maar net toen zij bij de zijuitgang waren, schoven er twee mannen voor die hen de weg versperden. ‘Een ogenblikje,’ zei de ene. Hij maakte de zin niet af. Kerk wandelde op hen af zonder in te houden en zij vielen als kegels om. Toen waren Kerk en Jason het gebouw uit en liepen snel weg. ‘Naar de parkeerplaats,’ zei Kerk. ‘Daar heb ik een auto.’

Toen ze de hoek omkwamen reed er een auto op hen in. Voordat Jason zijn pistool uit de holster had, stond Kerk al voor hem. Zijn arm ging omhoog en zijn grote lelijke wapen barstte door de stof van zijn mouw in zijn hand. Een enkel schot doodde de bestuurder, slingerend reed de auto verder en te pletter. De twee andere mannen in de auto werden gedood toen zij uit het portier sprongen, hun pistolen gleden uit hun hand.

Daarna hadden ze geen moeilijkheden meer. Kerk reed op topsnelheid weg van het Casino, de gescheurde mouw van zijn jasje fladderde in de wind, en gaf telkens een glimp van het grote wapen in de holster te zien.

‘Als ’t eens zo uitkomt,’ zei Jason, ‘moet je me toch eens laten zien hoe die holster in z’n werk gaat.’

‘Als ’t zo uitkomt,’ antwoordde Kerk, terwijl de auto de tunnel naar de stad indook.

3

Het gebouw waarvoor zij stopten lag in een van de betere wijken van Cassylia. Onder het rijden had Jason het geld geteld en zijn deel eraf genomen. Bijna zestien miljoen kredits. Het leek nog steeds een droom. Toen zij voor het gebouw uitstapten, gaf hij de rest aan Kerk.

‘Hier zijn je drie miljard. En denk niet dat het makkelijk was,’ zei hij.

‘Het had beroerder gekund,’ was het enige antwoord.

De stem van een bandje kraakte door de luidspreker boven de deur.

‘Sire Ellus heeft zich voor de nacht teruggetrokken, wilt u alstublieft morgenochtend terugkomen. Alle afspraken worden van te voren gemaakt.

De stem brak af toen Kerk de deur opendrukte.

Hij deed het bijna zonder inspanning, met de vlakke hand. Toen zij naar binnen gingen keek Jason naar de restanten losgescheurd metaal van het slot en verbaasde zich opnieuw over zijn metgezel.

Kracht — meer dan lichamelijke kracht — hij heeft veel van de kracht der elementen. Ik heb het gevoel dat niets hem kan tegenhouden.

Het maakte hem nijdig — en tegelijkertijd fascineerde het hem. Hij wilde niet met de zaak ophouden voordat hij meer had uitgevonden over Kerk en zijn planeet. En over ‘degenen’ die hun leven gegeven hadden voor het geld waarmee hij had gegokt.

Sire Ellus was oud, kaal en kwaad, helemaal niet gewend dat zijn rust verstoord werd. Zijn metgezellen hielden plotseling op toen Kerk het geld op tafel gooide. ‘Wordt het schip al geladen, Ellus? Hier is de verschuldigde som.’

Ellus graaide even alleen maar naar de biljetten voordat hij Kerks vraag kon beantwoorden. ‘Het schip — maar natuurlijk. Wij zijn begonnen met laden toen jij daar opdracht toe gaf en de waarborg deponeerde. U wilt mijn verwarring excuseren; dit is een beetje ongewoon. Wij behandelen transacties van deze grootte nooit contant.’

‘Dat is mijn manier om zaken te doen,’ antwoordde Kerk. ‘Ik heb de waarborgsom geannuleerd, dit is de totale som. Wat zegt u van een ontvangstbewijsje?’ Ellus had het uitgeschreven voordat hij weer bij zijn positieven was. Hij hield het stevig vast terwijl hij onzeker naar de drie miljard keek die voor hem lagen uitgespreid.

‘Wacht — ik kan het nu niet in ontvangst nemen, U moet morgenochtend maar terugkomen op de bank. Op de normale manier van zaken doen,’ besloot Ellus ferm. Kerk boog zich naar voren en trok het papier zachtjes uit Ellus’ hand.

‘Bedankt voor het bewijs,’ zei hij. ‘Ik zal hier morgenochtend niet meer zijn dus is het zo wel voor elkaar. En als je je zorgen maakt over het geld, raad ik je aan om je in verbinding te stellen met al je nachtwakers en bedrijfspolitie. Dan zul je je vast veel veiliger voelen.’

Toen zij weggingen door de vernielde deur, was Ellus als een razende nummers aan het draaien op zijn scherm. Kerk beantwoordde Jasons volgende vraag voordat die hem had kunnen stellen.

‘Ik geloof dat je het prettig zou vinden om dat geld levend uit te kunnen geven, daarom heb ik twee plaatsen geboekt op een interplanetair schip.’ Hij keek op het autoklokje. Het vertrekt over ongeveer twee uur, dus hebben we nog tijd genoeg. Ik heb honger, laten we een restaurant opzoeken. Ik hoop dat je niets in het hotel hebt waar je voor terug moet. Het zou een beetje moeilijk zijn.’

‘Niets dat een kogel waard zou zijn,’ zei Jason. ‘Nou, waar gaan we eten? Ik heb je een paar vragen te stellen.’ Zij cirkelden voorzichtig omlaag naar de transportwegen totdat zij er zeker van waren dat zij niet gevolgd werden.

Kerk parkeerde de auto met zijn neus in een overschaduwde laadhaven, waar zij hem achterlieten.

‘We kunnen altijd een andere auto nemen,’ zei hij, ‘en waarschijnlijk zijn zij deze al op het spoor. We lopen terug naar de vrachtweg, daar heb ik een restaurant gezien toen wij voorbij kwamen.’

Donkere vormen doemden op van de zwaar beladen vrachtwagens op het parkeerterrein. Zij vonden de weg langs de manshoge wielen naar het lawaaierige restaurant. Chauffeurs en vroege arbeiders namen geen notitie van hen toen zij een celletje ergens achteraf ingingen en een maaltijd doorbelden. Kerk hakte een stuk vlees van het plateau voor hem en propte dit opgewekt in zijn mond. ‘Stel je vragen,’ zei hij, ‘ik voel me al een stuk beter.’

‘Wat zit er in dat schip dat je vannacht besteld hebt? Voor wat voor lading heb ik mijn leven op het spel gezet?’

‘Ik dacht dat je je leven op het spel zette voor geld,’ zei Kerk droog. ‘Maar wees gerust, het is voor een goed doel. Die scheepslading betekent het leven van een hele planeet. Geweren, ammunitie, mijnen, explosieven, enzovoort.’

Jason verslikte zich in een mond vol eten. ‘Wapensmokkel! Wat ben je aan het doen, financier je een privé-oorlog? En hoe kun je praten over leven als het gaat over zulk een dodelijke vracht? Probeer me niet wijs te maken dat je er vreedzame bedoelingen mee hebt. Wie ga je vermoorden?’

Het goede humeur van de grote man was grotendeels verdwenen: hij had die grimmige trek op zijn gezicht die Jason zo goed kende.

‘Ja, vreedzaam is het goede woord, want in vrede leven is eigenlijk alles wat we willen. En het is niet wie gaan we vermoorden, maar wat.’

Jason duwde zijn bord weg met een boos gebaar. ‘Je spreekt in raadsels,’ zei hij. ‘Wat je zegt heeft geen betekenis.’