‘Kerk! Meta!’ schreeuwde Skop hees. ‘Grijp wapens. Open de luiken — Onze mensen zullen hierheen komen. Dood die vervloekte vreters en hun smerige leugens!’ Jason trok aan de vingers die het leven uit hem vandaan knepen, maar het leek wel of hij aan gebogen stalen stangen trok. Hij kon niet praten en het bloed hamerde in zijn oren en vertroebelde zijn gedachten. Het was voorbij nu, hij had verloren. Zij zouden elkaar afslachten in het ruimteschip en Pyrrus zou een dodenplaneet blijven tot iedereen verdwenen was.
Meta sprong als een losschietende veer naar voren en de kruisbogen suisden. Een pijl trof haar in haar been en de andere in haar bovenarm. Maar zij was geraakt al in haar sprong en haar moment droeg haar door de kamer, naar de Pyrraan en de stervende buitenwerelder.
Ze hief haar goede arm op en hakte neer met de rand van haar hand. Zij trof Skop met een harde slag op de biceps en zijn arm sprong krampachtig omhoog en gleed van Jasons keel weg.
‘Wat doe je?’ schreeuwde hij in een vreemde woede tegen het gewonde meisje dat naast hem neerviel. Hij duwde haar weg, en hield Jason nog steeds vast met zijn andere hand. Ze gaf geen antwoord. Maar sloeg weer, hard en zeker. De rand van haar hand trof Skop tegen zijn adamsappel en verbrijzelde die. Hij liet Jason vallen en viel op de grond, kokhalzend en naar lucht happend. Jason zag het einde door een waas, nauwelijks bij bewustzijn. Skop worstelde zich overeind, draaide van pijn gevulde ogen naar zijn vrienden.
‘Je hebt het fout,’ zei Kerk. ‘Doe het niet!’ Het geluid dat de gewonde man maakte was meer dierlijk dan menselijk. Toen hij naar de wapens dook aan het andere eind van de kamer, trilden de bogen als de harpen des doods. Hij gleed naar de wapens, zijn hand stootte ze opzij, maar hij was al dood.
Toen Brucco naar Meta toeging om haar te helpen, kwam niemand tussenbeide. Jason haalde gierend adem terwijl zijn longen gretig het leven inzogen. Het toekijkende glazen oog van de camera liet het aan iedereen in de stad zien.
‘Bedankt Meta — voor je begrip — en voor je hulp,’ bracht Jason er met moeite uit.
‘Skop had ongelijk en jij had gelijk Jason,’ zei ze. Haar stem brak even toen Brucco de gepluimde stalen schacht van de pijl met zijn vingers uit haar arm trok. ‘Ik kan niet in de stad blijven; alleen mensen die zo voelen als Skop zullen dat kunnen. En ik ben bang dat ik ook het bos niet in kan gaan — je zag hoe het mij afging met de steekvleugel. Als je het goed vindt ga ik met je mee. Ik zou het erg fijn vinden.’
Het deed pijn als hij praatte, daarom glimlachte Jason alleen maar, maar zij wist wat hij bedoelde.
Kerk keek ongelukkig naar het lichaam van de dode man. ‘Hij had ongelijk — maar ik weet hoe hij zich voelde. Ik kan de stad niet verlaten, nog niet. Er moet iemand zijn die alles regelt terwijl de veranderingen plaats vinden. Dat schip van je is een goed idee, Jason, je zult geen gebrek hebben aan vrijwilligers. Maar ik denk niet dat je Brucco met je mee zult krijgen.’
‘Natuurlijk niet,’ snauwde Brucco, zonder op te kijken van het drukverband dat hij aanlegde. ‘Er is hier op Pyrrus genoeg te doen. Het dierenleven, een enorme studie, waarschijnlijk komt iedere ecoloog in de melkweg hier binnenkort op bezoek. Maar ik zal de eerste zijn.’
Kerk liep langzaam naar het scherm dat uitzicht gaf op de stad. Niemand hield hem tegen. Hij keek naar de gebouwen, de rook die nog steeds omhoog kringelde van de ringmuur en de eindeloze groene jungle erachter. ‘Je hebt het allemaal veranderd, Jason,’ zei hij. ‘We kunnen het nu nog niet zien, maar Pyrrus zal nooit meer zijn als voor jouw komst. Winst of verlies?’
‘Winst, verdomme, winst,’ kwaakte Jason en wreef over zijn pijnlijke keel. ‘Sluit je nu aaneen en maak een eind aan die oorlog, zodat de mensen het echt zullen geloven.’ Rhes keerde zich om en na een ogenblik van aarzelen stak hij zijn hand uit naar Kerk. De grijsharige Pyrraan voelde dezelfde weerzin om de vreter aan te raken, de herinnering aan een levenslange afschuw.
Maar dan schudden ze elkaar de hand want beiden waren ze sterke mannen.