Kerk kauwde nadenkend op zijn tweede biefstuk. ‘Dat is zo. En ik moet bekennen dat ik er nog niet eerder aan gedacht had. Eén gebrek dat wij mensen van Pyrrus hebben is een gebrek aan belangstelling voor de toekomst. Iedere dag in leven blijven maakt het al moeilijk genoeg. Dus zijn wij geneigd onvoorziene moeilijkheden pas onder ogen te zien als ze er zijn en de toekomst maar de toekomst te laten. Je mag mee. Ik hoop dat je nog in leven zult zijn als we je nodig hebben. Als Pyrraans ambassadeur in een heleboel plaatsen nodig ik je officieel uit om naar onze planeet te komen. Alle uitgaven worden betaald. Op voorwaarde dat je al onze instructies die je persoonlijke veiligheid betreffen volkomen naleeft.’
‘Voorwaarden aangenomen,’ zei Jason. En vroeg zich af waarom hij zo opgeruimd was bij het tekenen van zijn eigen doodvonnis.
Kerk baande zich net een weg door zijn derde dessert toen zijn alarmhorloge een klein zoemgeluidje maakte. Onmiddellijk legde hij zijn vork neer en stond op. ‘Tijd om te gaan,’ zei hij. ‘Wij werken volgens schema nu.’
Terwijl Jason overeind kwam, gooide hij geldstukken in de meter, totdat het lichtje betaald ging branden. Toen gingen zij de deur uit en liepen snel weg.
Jason was helemaal niet verbaasd dat zij bij een openbare roltrap uitkwamen vlak achter het restaurant. Hij begon zich te realiseren dat al hun bewegingen sinds ze het restaurant verlaten hadden, zorgvuldig gepland en getimed waren. Zonder twijfel had men al alarm geslagen en was de hele planeet naar hen op zoek. Toch hadden ze tot nu toe nog niet het minste teken van achtervolging opgemerkt.
Dit was niet de eerste keer dat Jason de autoriteiten een stapje voor moest zijn — maar het was wel de eerste keer dat iemand hem aan het handje hield terwijl hij het deed. Hij moest lachen om zijn eigen automatische instemming. Hij had het zoveel jaar alleen opgeknapt dat hij er nu een zeker heimelijk plezier in had om iemand anders te volgen.
‘Schiet op,’ gromde Kerk na een snelle blik op zijn horloge. Hij ging in een regelmatig, moordend tempo de roltrap op. Zo gingen ze vijf lagen omhoog — zonder iemand anders te zien — totdat Kerk het kalmer aan deed en de roltrap het werk liet doen.
Jason stelde er een eer in om zich in conditie te houden. Maar het plotselinge klimmen na de slapeloze nacht deed hem naar adem snakken en in het zweet baden. Kerk, zonder een druppeltje zweet op zijn voorhoofd, ademde gewoon, liet nergens zien dat hij gehold had. Zij waren op de tweede verkeersverdieping toen Kerk van de langzaam omhoog gaande treden afstapte en Jason gebaarde mee te komen. Toen ze door de uitgang naar de straat liepen, reed er een auto naar de trottoirband vlak voor hen. Jason was verstandig genoeg om niet naar zijn ploffer te grijpen. Juist op het moment dat zij bij de auto waren, opende de bestuurder de deur en stapte uit. Kerk gaf hem snel een stukje papier, zonder een woord te zeggen en gleed achter het stuur. Er was net tijd genoeg voor Jason om in de auto te springen voordat hij wegstoof. De hele overdracht had minder dan drie seconden geduurd. Jason had in het vage lichtschijnsel maar een glimpje van de bestuurder kunnen opvangen, maar hij had hem herkend. Natuurlijk had hij de man nog nooit eerder gezien, maar nu hij Kerk kende kon hij zich niet vergissen in de gedrongen kracht van een geboren Pyrraan.
‘Dat was het bewijsje van Ellus dat je hem gaf,’ zei Jason.
‘Natuurlijk, dat betaalt het schip en de lading. Zij zullen de planeet af zijn en een veilig eind weg voordat het spoor van de cheque van het casino tot Ellus gevolgd is. Dus laten we nu voor ons zelf gaan zorgen. Ik zal je het plan in details uitleggen, zodat er geen vergissingen van jouw kant kunnen zijn. Ik zal het hele geval een keer uitleggen en als er vragen zijn moet je ze stellen als ik klaar ben.’
De stem klonk zo bevelend dat Jason als automatisch rustig en gehoorzaam luisterde. Hoewel een gedeelte van zijn geest hem wilde laten lachen om de gewilligheid waarmee hij zijn eigen onkunde aanvaardde.
Kerk zwaaide de auto in een gedurige verkeersstroom die vanuit de stad naar de ruimtehaven bewoog. Hij reed met gemak terwijl hij praatte.
‘Er wordt in de stad gezocht, maar we zijn al een heel eind verder. Ik ben er zeker van dat de Cassylianen niet te koop zullen lopen met het feit dat ze slechte verliezers zijn, daarom zal er niet zo iets grofs zijn als een barricade. Maar de haven zal wemelen van alle agenten die ze hebben. Zij weten dat het geld, als het eenmaal van de planeet af is, voor altijd weg is. Wanneer wij proberen erdoor te komen, zullen zij er zeker van zijn dat wij het geld nog steeds bij ons hebben. Dus dan zal het schip met munitie geen moeilijkheden hebben om weg te komen.’
Jasons stem klonk een beetje geschokt. ‘Je bedoelt dat wij twee kleiduiven zijn die de aandacht moeten afleiden van het munitieschip?’
‘Zo zou je het kunnen noemen. Maar aangezien we toch van de planeet af moeten, steekt er geen kwaad in om van onze ontsnapping een rookgordijn te maken. Houd nu verder je mond tot ik klaar ben, zoals ik gezegd heb. Nog een interruptie en ik laat je hier staan.’
Jason wist dat hij het zou doen. Hij luisterde gespannen en rustig, terwijl Kerk woord voor woord herhaalde wat hij straks gezegd had en verder ging: ‘De officiële autoingang zal waarschijnlijk wijd openstaan en al het verkeer gaat er gewoon doorheen. En een heleboel agenten zullen in burger zijn. We kunnen misschien zelfs het veld opkomen zonder herkend te worden, hoewel ik het betwijfel. Het is niet belangrijk. Wij zullen door de ingang rijden tot de startplaats. De Darkhans Roem, waar we kaartjes voor hebben, zal zijn tweeminutensein laten horen en de loopplank binnenhalen. Tegen de tijd dat we goed en wel op onze plaats zitten zal het schip vertrekken.’
‘Dat is allemaal fantastisch,’ Zei Jason. ‘Maar wat doen de wachten in die tijd?’
‘Die zullen op ons schieten en op elkaar. Wij zullen gebruik van de verwarring maken en aan boord gaan.’ Dit antwoord bevredigde Jason niet, maar hij liet het voor een ogenblik rusten. ‘Goed, zeg dat we aan boord komen. Waarom laten ze het dan gewoon niet vertrekken totdat wij van boord gesleept zijn en tegen de muur gezet?’
Kerk had een verachtelijke blik voor hem over voordat hij zijn ogen weer op de weg richtte. ‘Ik zei dat het schip Darkhans Roem heette. Als je dit stelsel ook maar een beetje kende, zou je weten wat dat betekent. Cassylia en Darkhan zijn zusterplaneten en eikaars vijand in elk opzicht. Het is nog geen twee eeuwen geleden dat zij een oorlog voerden die hen bijna allebei vernietigde. Nu leven ze in een tot de tanden gewapende neutraliteit die ze geen van beiden durven schenden. Op het moment dat we voet aan boord van het schip zetten zijn we op het gebied van Darkhan. Er is geen uitleveringsverdrag tussen de planeten, Cassylia zal ons graag willen hebben, maar niet zo graag dat ze er een nieuwe oorlog voor over hebben.’
Dat was alle uitleg waar tijd voor was. Kerk stuurde de wagen uit de verkeersstroom naar een brug, waar op stond: Alleen Officiële Auto’s. Jason had een naakt gevoel toen zij onder de schelle lichten van de ruimtehaven naar het bewaakte hek reden. Het was gesloten. Een andere auto naderde het hek van de binnenkant en Kerk liet hun auto langzaam voortkruipen. Een van de wachten praatte met de bestuurder van de auto aan de binnenkant van het hek, zwaaide toen naar de bewaker aan het hek. De zware poort begon naar binnen te zwaaien en Kerk drukte het versnellingspedaal in.
Alles gebeurde tegelijk. De turbine jankte, de wervelende banden gilden over de weg en de auto ramde de poort open. Jason zag in het voorbijgaan een glimp van de wachten met open mond, toen slipten zij om de hoek van een gebouw. Een paar schoten werden achternagezonden, maar geen kwam in de buurt.