Het hield niet op. In plaats daarvan werd het sterker, het drukte de lucht uit zijn longen en het gezicht uit zijn ogen. Hij schreeuwde, maar kon zijn eigen stem niet horen door het gebulder in zijn oren. Dankbaar raakte hij bewusteloos.
Toen zijn bewustzijn terugkeerde was het schip in nul-G. Jason hield zijn ogen gesloten en liet de pijn uit zijn lichaam sijpelen. Kerk sprak plotseling; hij stond naast de bank. ‘Mijn fout, Meta, ik had je moeten vertellen dat we een één-G passagier aan boord hadden. Je had het wel een beetje kalmer aan kunnen doen met je gebruikelijke bloedstollende start.’
‘Het lijkt hem niet al te veel kwaad gedaan te hebben — maar wat doet hij hier?’ Jason voelde een lichte verbazing dat de tweede stem die van een meisje was. Maar hij was niet genoeg geïnteresseerd om de moeite te nemen zijn pijnlijke ogen open te doen.
‘Hij gaat mee naar Pyrrus. Ik probeerde het natuurlijk uit zijn hoofd te praten, maar ik kon hem niet van gedachten doen veranderen. Het is verschrikkelijk akelig. Ik wou dat ik meer voor hem gedaan had. Hij is de man die ons het geld heeft bezorgd.’
‘Oh, dat is afschuwelijk,’ zei het meisje. Jason vroeg zich af wat er nu zo afschuwelijk was. Zijn suffe hersens begrepen er niets van. ‘Het zou veel beter geweest zijn als hij op Darkhan was gebleven,’ ging het meisje verder. ‘Hij is erg knap. Het zou zonde zijn als hij sterven moest.’
Dat was te veel voor Jason. Hij deed voorzichtig een oog op een kiertje open, toen het andere. De stem hoorde bij een meisje van een jaar of eenentwintig, dat naast het bed op Jason stond neer te kijken. Zij was mooi. Jason deed zijn ogen wijder open toen het tot hem doordrong dat zij erg mooi was — het soort schoonheid dat hij nooit gevonden had op de planeten in het centrum van de melkweg. De vrouwen die hij gekend had, hadden allemaal die te bleke huid, te afhangende schouders, grauwe gezichten overdekt met kleurtjes verf. Zij waren het product van een eeuwenlange voortplanting van zwakken, naarmate het vorderen van de wetenschap meer en meer de ongeschikten in leven hield.
Dit meisje was het directe tegenovergestelde in ieder opzicht. Zij was het product van de strijd om het leven op Pyrrus. De grote zwaartekracht die uitpuilende spieren bij de mannen veroorzaakte, maakte een stevige kracht in flinke spieren bij de vrouwen. Zij had het strakke figuur van een godin, een gebruinde huid en een volmaakte gezichtsvorm. Haar haar, dat kort geknipt was, omkranste haar hoofd als een gouden kroon. Het enige onvrouwelijke aan haar was het pistool, dat zij in een omvangrijke armholster droeg. Toen zij zag dat Jason zijn ogen geopend had, glimlachte zij tegen hem. Haar tanden waren net zo wit als hij verwacht had.
‘Ik ben Meta, de piloot van dit schip. En jij dan —’
‘Jason dinAlt. Dat was een waardeloze start, Meta.’
‘Het spijt me echt,’ lachte zij. Maar als je geboren bent op een twee-G planeet raak je een beetje immuun voor versnelling. Ik bespaar ook brandstof met de curve van synergie...’
Kerk bromde neutraaclass="underline" ‘Kom mee, Meta, we gaan eens kijken naar de lading. Een deel van het spul zal de gaten dichten in de ommuring.’
‘O ja,’ zei ze, ze klapte bijna in haar handen van vreugde. ‘Ik heb de specificaties gelezen, ze zijn gewoon fantastisch.’
Als een schoolmeisje met een nieuwe jurk. Of een doos flikken. Dat is een geweldige houding tegenover bommen en vlammenwerpers.
Jason glimlachte wrang bij die gedachte, terwijl hij van de bank opstond. De twee Pyrranen waren weggegaan en hij duwde zich met pijn en moeite achter hen aan naar de deur. Het duurde lang voordat hij de weg naar de ruimte gevonden had. Het schip was groot en er was geen bemanning te zien. Uiteindelijk vond Jason een man die lag te slapen in een van de helder verlichte cabines. Hij herkende in hem de bestuurder die de auto aan hen had overgegeven op Cassylia. De man die een ogenblik geleden nog vast had liggen slapen, opende zijn ogen op het moment dat Jason de kamer binnenkwam. Hij was klaar wakker.
‘Hoe kom ik naar de laadruimte?’ vroeg Jason.
De ander vertelde het hem, sloot zijn ogen en viel onmiddellijk weer in slaap, voordat Jason hem had kunnen bedanken.
In de laadruimte hadden Kerk en Meta een paar kratten geopend en gniffelden van vreugde om hun dodelijke inhoud. Meta, met een hogedrukkartets in haar armen, keerde zich om naar Jason toen hij binnenkwam.
‘Moet je eens kijken,’ zei ze. ‘Dit poeder hier — je kunt het eten als vuil, met minder nadelige gevolgen. Toch is het direct dodelijk voor alle vormen van plantaardig leven —’ Zij hield plotseling op toen ze merkte dat Jason haar grote opwinding niet deelde. ‘Neem me niet kwalijk. Ik vergat eventjes dat jij geen Pyrraan bent. Je begrijpt er zeker niets van, hè?’
Voordat hij kon antwoorden, riep de P.A.-luidspreker haar naam.
‘Tijd voor de sprong,’ zei ze. ‘Kom met me mee naar de brug, terwijl ik de vergelijkingen maak. Daar kunnen we praten. Ik weet zo weinig van andere plaatsen dan Pyrrus dat ik een miljoen dingen te vragen heb.’
Jason volgde haar naar de brug, waar ze de dienstdoende officier afloste en voorbereidingen begon te maken voor de sprong. Zij leek niet op haar plaats tussen de machines, een stoer maar lenig figuurtje in een eenvoudig, eendelig ruimtepak. Toch viel de geoefendheid waarmee ze haar werk verrichtte niet te ontkennen.
‘Meta, ben je niet een beetje jong om piloot te zijn van een ruimteschip?’
‘Is dat zo?’ Zij dacht een ogenblik na. ‘Ik weet werkelijk niet hoe oud piloten moeten zijn. Ik ben al ongeveer drie jaar piloot en ik ben al bijna twintig. Is dat jonger dan gewoonlijk?’
Jason opende zijn mond en lachte toen. ‘Ik veronderstel dat dat allemaal afhangt van de planeet waar je vandaan komt. Op sommige plaatsen zou je niet makkelijk een brevet krijgen. Maar ik wed dat het allemaal anders is op Pyrrus. Naar hun maatstaven moet je al beschouwd worden als een oude dame.’
‘Nu maak je een grapje,’ zei Meta kalm, terwijl ze een getal in de rekenmachine stopte. ‘Ik heb oude dames gezien op sommige planeten. Zij zijn gerimpeld en hebben grijs haar. Ik weet niet hoe oud ze zijn, ik vroeg het aan eentje, maar ze wilde het niet zeggen. Maar ik ben er zeker van dat zij ouder moeten zijn dan wie ook op Pyrrus, niemand ziet er daar zo uit.’
‘Ik bedoel niet oud op die manier.’ Jason zocht naar het juiste woord. ‘Niet oud — maar groot, volwassen. Volwassen.’
‘Iedereen is volwassen,’ antwoordde ze. ‘In ieder geval al heel gauw nadat zij de bewaarplaats verlaten. En dat doen ze als ze zes jaar zijn. Mijn eerste kind is volwassen, en het tweede zou het ook zijn, alleen is het dood. Dus moet ik zéker volwassen zijn’ —
Dat leek de vraag voor haar afdoende beantwoord te hebben, ofschoon Jasons gedachten geschokt waren door de vreemde ideeën en achtergrond die aan haar woorden vastzaten.
Meta ponste de laatste instelling in en de koersband begon uit zijn doos te rollen. Zij richtte haar aandacht weer op Jason.
‘Ik ben blij dat je aan boord bent, hoewel ik het jammer vind dat je naar Pyrrus gaat. Maar we hebben massa’s tijd om te praten en er zijn zoveel dingen die ik graag zou willen weten. Over andere planeten. En waarom de mensen zich gedragen zoals zij doen. Helemaal niet zoals thuis, waar je altijd weet waarom de mensen dingen doen.’ Zij keek een ogenblik naar de band, keerde toen weer terug tot Jason.
‘Hoe is jouw geboorteplaneet?’ Achter elkaar kwamen de leugens die hij de mensen gewoonlijk vertelde naar zijn lippen, maar hij duwde ze weg. Waarom zou hij moeite doen om te liegen tegen dit meisje dat het echt niet kon schelen of hij van adel was of niet? Voor haar waren er maar twee soorten mensen in de melkweg. Pyrranen en anderen. Voor het eerst sinds hij gevlucht was uit Porgorstorsaand, hoorde hij zichzelf de waarheid van zijn afkomst vertellen.